Samenvatting deel 1 Polis en Mega polis

DE POLIS EN DE MEGAPOLIS: DE ORGANISATIE VAN EEN SAMENLEVING DOOR
ARCHITECTUUR

INLEIDING: Griekenland – Rome
 Continuïteit & Diversiteit: discussie
= spanning tussen pure esthetiek en ingenieurskunsten
 Maatschappelijke Organisatie:
- De polis = stadsstaat, politieke eenheid
- Het imperium = duidelijk centrum Rome die het hele rijk ging besturen
 Culturele verschillen: perfectie vs. assimilatie
Assimilatie = gelijk maken van 2 ongelijke
 Bouwtechnische evoluties: zuil architraaf vs. muur en gewelf

Joachim Winckelmann: (prominente archeoloog)
 Pro-Griekse benadering met nadruk op esthetiek
 Genie van de kunstenaar/ beschaving
 Perfectie in eenvoud
 Harmonie met de natuur Interpreteren ruïnes op een andere
manier a.d.h.v. liefde voor
Giovanni Piranesi: (architect + archeoloog) Romeinen of Grieken
 Pro-Romeinse benadering
 Nadruk op monumentale
 Ingenieurskunst
 Strijd tussen mens en natuur

Tempelsite Phaestum




Door Winckelmann Door Piranesi
Nadruk op culturele verfijning
Constructieve logica
Harmonie met natuur
Wetten v/d zwaartekracht:
Arcadische eenvoud
- Natuur herovert haar
Diagonale benadering van
plaats in architectuur
gebouw


ANTIEKE GRIEKSE ARCHTIECTUUR ANTIEKE ROMEINSE ARCHITECTUUR
Realisme Fantasie en verbeelding
Perfectionisme en eenvoud Megalomane technische vernieuwing
Zuil en architraafbouw Gewelfbouw
Inplanting: diagonaal – Frontale – gedwongen benadering
hoekbenadering gebouw
Homogene, zuivere architectuurstijl Mix van stijlen



INTERIEUR IN CONTEXT 5 OKT’ 22

, Harmonie en proportie Horror vaccui
Integratie in landschap Domineert het landschap

VERENIGD IN DIVERSITEIT: de polis

 Geografische versnippering van de stadstaten
 Hellenisten (Grieks spreken) – Barbaroi (niet Grieks machtig)
- Geschillen tussen volkeren zorgde voor eenheid
 De Goden van de Olympos
 Gemeenschappelijke godsdienst
 Filosofie
 Pan-Helleense plaatsen
- Neutrale plaatsen: Tempels, Pan Helleense spelen (jaarlijkse
religieuze, sportieve evenementen)
- Pan (alle) + Hellas (Griekenland) => zorgt voor diversiteit en
eenheid

Stijlfases
 Archaïsche fase (700-480 BCE)
- Fase waar de 4 bevolkingsgroepen gaan versmelten
 Klassieke fase (480-323 BCE)
- Dorische groepen trekken de macht en nemen de macht
 Hellenistische fase (323-30 BCE)
- Politiek systeem zwakt af en Athene neemt de macht over als
centrum

DE PROTO-GRIEKSE ERFENIS

Minoïsche beschaving was de voorganger van de Myceense beschaving:
= Myceense beschaving was sterk beïnvloedt door de Minoïsche

Het paleis van Knossos: Minoïsche beschaving

 Kreta (2000-1100 BCE)
 Mythologie
- Homeros, de Minotaurus en de
architect Daedalus
 Archeologie
- Arthur John Evans
 Réalisme & harmonie met natuur
 Polychromie
 De Megaron als basis voor de tempel
(Cella)
 Basiselementen van Griekse architectuur gebruikt:
 Polychromie
- Het gebruiken van verschillende kleuren
- Hittorf toonde aan dat Griekse beelden/gebouwen in felle kleuren
waren beschilderd => zorgde voor debat
 Realisme
- Maakten gebruik van sport
- Dingen die rondom gebeurden probeerden zo realistisch mogelijk
na te maken


INTERIEUR IN CONTEXT 5 OKT’ 22