Literatuur Supply Chain Management
Hoofdstuk 1
Supply chain = logistiek netwerk, omvat leveranciers, fabrieken, magazijnen,
distributiecentra en winkels
Supply chain management = benaderingen om zo efficiënt mogelijk de onderdelen uit de
supply chain met elkaar te integreren, zodat producten op de juiste hoeveelheid worden
geproduceerd en gedistribueerd op de juiste locatie en het juiste tijdstip, in combinatie met
zo laag mogelijk kosten terwijl een bepaald serviceniveau wordt gehanteerd
Development chain = set van activiteiten en processen geassocieerd met introductie van
nieuwe producten
Global optimization = het vinden van de beste strategie voor het gehele systeem
Drie niveaus van activiteiten:
1. Strategisch: langetermijnstrategie, nieuwe producten, intern vs. outsourcing, selectie van
leverancier etc.
2. Tactisch: per kwartaal tot jaar, inkoop en productiebeslissingen, voorraadbeleid,
transportstrategie etc.
3. Operationeel: dag-tot-dag beslissingen, planning, truck loading, route etc.
Hoofdstuk 2
Soorten voorraad:
Raw material: grondstoffen
Work-in-progress (WIP)
Finished product: volledig afgemaakte producten
Redenen om voorraad aan te houden:
Onverwachte veranderingen in vraag
Onzekerheid in de kwantiteit en kwaliteit van de leverancier en levertijd
Levertijden
Schaalvoordelen bij transport
Economic lot size model: bestelgrootte zonder levertijd met vaste vraag en kosten
Variabelen:
o D: vraag per dag, constant
o Q: bestelgrootte
o K: bestelkosten, vast
o h: voorraadkosten per unit per dag
o T: cyclus
Totale voorraadkosten in T = K + (hTQ)/2
Gemiddelde totale kosten per unit = KD/Q + hQ/2
Optimale Q =
√ 2 KD
h
Twee soorten benaderingen voor voorraadmanagement:
Continuous review policy: continu bekijken van voorraad en bestelling plaatsen indien
voorraad onder het reorder point komt
Periodic review policy: voorraad bekijken op bepaalde tijdsintervallen en hieruit een
bepaalde bestelgrootte plaatsen
, Continuous review policy: (Q,R policy)
Aannames:
o Dagelijkse vraag is normaal verdeeld
Variabelen:
o AVG = gemiddelde dagelijkse vraag
o STD = standaarddeviatie van dagelijkse vraag
o L = levertijd in dagen
o h = voorraadkosten per unit per dag
o K = bestelkosten, vast
o α = serviceniveau, kans op stockout = 1 – α
o Q = bestelgrootte
o R = reorderpoint
Voorraadpositie = voorraad aanwezig + bestelde voorraad
Formules:
o Vraag tijdens levertijd = L x AVG
o Safety stock = z × STD × √ L
o Reorder point = vraag tijdens levertijd + ss = L × AVG+ z × STD × √ L
o Q=
√ 2 K × AVG
h
Q
o Gemiddelde voorraad = + z × STD × √ L
2
Formules bij geen vaste levertijd:
o R=AVG × AVGL+ z √ AVGL × STD 2 + AVG2 × STDL2
o Vraag tijdens levertijd = AVG x AVGL
o ss=z √ AVGL× STD 2 + AVG2 × STDL2
o Q=
√ 2 K × AVG
h
Periodic review policy: (s,S policy)
Base-stock level = gewenste voorraadpositie
Variabelen:
o r = lengte van tijdsinterval tussen bestellingen
o L = levertijd
o AVG = gemiddelde dagelijkse vraag
o STD = standaarddeviatie van vraag
Formules:
o Vraag tijdens levertijd = (r + L) x AVG
o Safety stock = z × STD × √r + L
o Base-stock level = r × AVG+ z × STD × √ r + L
r × AVG
o Gemiddelde voorraad = r × STD × √ r + L
2
Risk pooling = variabiliteit in vraag verminderen door het samen te nemen in minder locaties
Standaard deviatie
Coëfficiënt van variatie =
Gemiddelde vraag
Verschillen in vraag kunnen elkaar meer compenseren, waardoor benodigde
voorraadniveaus worden verlaagd
Hoe hoger coëfficiënt van variatie, hoe groter voordeel met een gecentraliseerd systeem
Voordeel is groter met een positieve correlatie tussen de verschillende markten
Hoofdstuk 1
Supply chain = logistiek netwerk, omvat leveranciers, fabrieken, magazijnen,
distributiecentra en winkels
Supply chain management = benaderingen om zo efficiënt mogelijk de onderdelen uit de
supply chain met elkaar te integreren, zodat producten op de juiste hoeveelheid worden
geproduceerd en gedistribueerd op de juiste locatie en het juiste tijdstip, in combinatie met
zo laag mogelijk kosten terwijl een bepaald serviceniveau wordt gehanteerd
Development chain = set van activiteiten en processen geassocieerd met introductie van
nieuwe producten
Global optimization = het vinden van de beste strategie voor het gehele systeem
Drie niveaus van activiteiten:
1. Strategisch: langetermijnstrategie, nieuwe producten, intern vs. outsourcing, selectie van
leverancier etc.
2. Tactisch: per kwartaal tot jaar, inkoop en productiebeslissingen, voorraadbeleid,
transportstrategie etc.
3. Operationeel: dag-tot-dag beslissingen, planning, truck loading, route etc.
Hoofdstuk 2
Soorten voorraad:
Raw material: grondstoffen
Work-in-progress (WIP)
Finished product: volledig afgemaakte producten
Redenen om voorraad aan te houden:
Onverwachte veranderingen in vraag
Onzekerheid in de kwantiteit en kwaliteit van de leverancier en levertijd
Levertijden
Schaalvoordelen bij transport
Economic lot size model: bestelgrootte zonder levertijd met vaste vraag en kosten
Variabelen:
o D: vraag per dag, constant
o Q: bestelgrootte
o K: bestelkosten, vast
o h: voorraadkosten per unit per dag
o T: cyclus
Totale voorraadkosten in T = K + (hTQ)/2
Gemiddelde totale kosten per unit = KD/Q + hQ/2
Optimale Q =
√ 2 KD
h
Twee soorten benaderingen voor voorraadmanagement:
Continuous review policy: continu bekijken van voorraad en bestelling plaatsen indien
voorraad onder het reorder point komt
Periodic review policy: voorraad bekijken op bepaalde tijdsintervallen en hieruit een
bepaalde bestelgrootte plaatsen
, Continuous review policy: (Q,R policy)
Aannames:
o Dagelijkse vraag is normaal verdeeld
Variabelen:
o AVG = gemiddelde dagelijkse vraag
o STD = standaarddeviatie van dagelijkse vraag
o L = levertijd in dagen
o h = voorraadkosten per unit per dag
o K = bestelkosten, vast
o α = serviceniveau, kans op stockout = 1 – α
o Q = bestelgrootte
o R = reorderpoint
Voorraadpositie = voorraad aanwezig + bestelde voorraad
Formules:
o Vraag tijdens levertijd = L x AVG
o Safety stock = z × STD × √ L
o Reorder point = vraag tijdens levertijd + ss = L × AVG+ z × STD × √ L
o Q=
√ 2 K × AVG
h
Q
o Gemiddelde voorraad = + z × STD × √ L
2
Formules bij geen vaste levertijd:
o R=AVG × AVGL+ z √ AVGL × STD 2 + AVG2 × STDL2
o Vraag tijdens levertijd = AVG x AVGL
o ss=z √ AVGL× STD 2 + AVG2 × STDL2
o Q=
√ 2 K × AVG
h
Periodic review policy: (s,S policy)
Base-stock level = gewenste voorraadpositie
Variabelen:
o r = lengte van tijdsinterval tussen bestellingen
o L = levertijd
o AVG = gemiddelde dagelijkse vraag
o STD = standaarddeviatie van vraag
Formules:
o Vraag tijdens levertijd = (r + L) x AVG
o Safety stock = z × STD × √r + L
o Base-stock level = r × AVG+ z × STD × √ r + L
r × AVG
o Gemiddelde voorraad = r × STD × √ r + L
2
Risk pooling = variabiliteit in vraag verminderen door het samen te nemen in minder locaties
Standaard deviatie
Coëfficiënt van variatie =
Gemiddelde vraag
Verschillen in vraag kunnen elkaar meer compenseren, waardoor benodigde
voorraadniveaus worden verlaagd
Hoe hoger coëfficiënt van variatie, hoe groter voordeel met een gecentraliseerd systeem
Voordeel is groter met een positieve correlatie tussen de verschillende markten