100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
Samenvatting

Samenvatting Methoden van klinische diagnostiek

Beoordeling
-
Verkocht
-
Pagina's
14
Geüpload op
03-04-2023
Geschreven in
2021/2022

Dit is een goede en bondige samenvatting met de belangrijkste informatie op een rijtje per college. De begrippen en tests worden duidelijk uitgelegd en de samenvatting bevat afbeeldingen ter ondersteuning. Dit is de ideale samenvatting als voorbereiding op het tentamen.

Meer zien Lees minder
Instelling
Vak









Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Geschreven voor

Instelling
Studie
Vak

Documentinformatie

Geüpload op
3 april 2023
Aantal pagina's
14
Geschreven in
2021/2022
Type
Samenvatting

Onderwerpen

Voorbeeld van de inhoud

College 1 Diagnostische cyclus I

- De DC is onderdeel van een grotere cyclus, namelijk de klinische cyclus. De behandelcyclus
(plannen, uitvoeren en beoordelen) en de evaluatiecyclus zijn hier ook een onderdeel van.
Brug tussen de DC en BC is de indicatiestelling.
- Elke stap in de DC levert een conclusie op. Gaat van aanmelding naar advies, tussendoor
soms nog een keer terug of eerdere fase herhalen of half opnieuw beginnen o.i.d. Soms niet
alle stappen tussendoor genomen, verschilt per individu.
- Valkuilen voor een diagnosticus:
1. Anchoring/primary effect (eerst verkregen info bevooroordelen)
2. Excessive data collection (veel meer – vaak overbodige – info verzamelen)
3. Confirmation bias (info opzoeken die eigen veronderstelling ondersteunt)
4. Framing (symptomen interpreteren o.b.v. wijze waarop gepresenteerd)
5. Availability bias (eerst opkomende/meest opvallende = waarheid voor jou)
6. Culturele bias (culturele aspecten verkeerd interpreteren)
7. Beschikbaarheidsheuristiek (baseren op toegankelijke info)
- Besliskunde = systematisch beschrijven van een
beslissingsprobleem en het methodisch vinden van een
correcte oplossing daarvan. Zo kleinere kans op bias →
gedachteproces getoetst o.b.v. wetenschappelijke
theorie. Diagnostische cyclus van De Bruyn gebruiken we.
- Alleen diagnose geven als IA volgt, geen diagnose om
diagnose. Handelingsgerichte diagnostiek is er namelijk op gericht om iemand te helpen.
- DC goed om alles systematisch vast te leggen, maakt info uitwisseling met derden
makkelijker, expliciet werken met theorieën en effect van interventies bekijken voor individu.
- Beoordeling van de kwaliteit van de diagnostiek is gericht op proces en niet op product.
Accountability = kunnen legitimeren d.m.v. reflectie; liability = juridische verantwoording
van diagnostisch handelen (bijv. NVO o.i.d.).
- Classificatie = onderbrengen van de kenmerken bij een binnen het vakgebied bekend
type probleem. Diagnose = theorie van het individuele geval. (Goed onderscheiden!)
- Aanmelding: veel personen bij betrokken (verwijzer, aanmelder, opdrachtgever,
cliënt, cliëntsysteem, betrokkenen). 2 vragen belangrijk:
1. Is er toestemming voor de aanmelding?
2. Wat is het vervolgtraject?
- Klachtenanalyse is het ‘insiders perspective’, gaat om nare ervaringen en
deze uitdiepen. Nagaan welke hulpvraag hieraan tegemoet komt.
Doel is om klachten te verhelderen om concrete hulpvragen te
formuleren. Uitkomst is een ordening: verhelderende diagnose.
1. Hulpvraag is geen vraagstelling. Vb. hulpvraag: ‘Ik wil weer naar school, maar
lukt niet om uit mijn bed te komen.’ Vraagstelling: sprake van depressie?
2. Diagnostisch scenario: altijd met verheldering beginnen, soms alleen 0-scenario,
bepaalde volgorde: indicerend altijd aan het einde. DS = belangrijk voor informeren
cliënt, aanbrengen onderzoekskader (hv &ond.middelen) + volledigheid waarborgen.
- Probleemanalyse = situaties/gedragen die empirisch gezien ongunstig zijn. Verband klachten
en problemen. Uitkomst is onderkennende diagnose.
1. 1. Beschrijving. A: beschrijven en dan B: clusteren in ontwikkelingsdomeinen (bijv.
cognitieve/sociale/emotionele/lichamelijke/pedagogische problemen). Zodra het in
clustering staat, moet je gaan verklaren.
2. 2. Benoemen & 3. Taxatie van de ernst. Vaak a.h.v. methode/middel. (ASEBA lijsten:
CBCL/TRF/YSR; DSM; diagnostische criteria Rutter; CITO.)

, 3. 4. Risico en protectieve factoren
4. ASEBA vragenlijsten: empirische schalen om te vergelijken met normgroep;
je kunt dan iets zeggen t.o.v. leeftijdsgenoten. Gaat hierin om ervaringen.
▪ CBCL: ouders
▪ TRF: leerkrachten
▪ YSR: kind

5. Je hebt ook nog competentieschalen, syndroomschalen of
DSM georiënteerde schalen (deze wel minder valide voor normale
populatie, nml gemaakt voor klinische populatie). Nadeel is dat niet alles past in een
syndroomscore/classificatie.

6. Eindresultaat PA = toetsbare onderkennende hypothesen, samenvatting van
problemen en geeft richting aan mogelijke verklaringen. Let op! Classificatie zegt
niets over de oorzaak en is dus geen verklaring van het probleem/gedrag.
- Verklaringsanalyse = empirisch getoetste uitspraken over condities die de problemen laten
ontstaan/in stand houden. Hieruit worden toetsbare hypothesen opgesteld. Samenhangend
beeld van hypothesen = verklarende diagnose.
- Indicatieanalyse = empirisch/theoretisch onderbouwde aanbevelingen voor interventie; fase
van toetsing van interventievoorstel aan mogelijkheden. Uitkomst: indicerende diagnose.


College 2 Diagnostische cyclus II (helemaal a.h.v. voorbeeldcasus gedaan)

- Onderkenning = beoordelen of gedrag ongunstig is en leidt tot een verstoring in
functioneren. Verklaring = beoordelen welke factoren verklarend zijn voor de
gedragsproblematiek.
- Verklaringsanalyse. Doel = formuleren en
toetsen van wetenschappelijk verklarende
hypothesen. Verklarende hypothesen →
onderzoekshypothesen → onafhankelijk toetsen
met vooraf opgestelde toetsingscriteria →
integratief beeld met verklarende diagnose en
protectieve factoren.
- 10 stappen:
1. Vaak meerdere verklaringen mogelijk,
comorbiditeit. Probeer zo breed mogelijk te kijken,
dat voorkomt tunnelvisie.
2. Verklaringshypothesen opstellen: opsporen van relaties
tussen problemen en wetenschappelijke condities (opnieuw
theoretische kennis). Bijv. kindfactoren, opvoedingsfactoren etc.
Let op verschil veroorzaken en in stand houden! (Sl. 15 vb’en
over kaders.) In verklaringshypothese mag geen label/classificatie zitten. Mag
genoemd worden, maar dan in extra toegevoegde zin (vb. op slide).
3. Hierbij verklaringstheorie schrijven: geeft duidelijke aanknopingspunten voor
begeleiding/behandeling i.t.t. classificatie.
4. Hoe ga je je verklarende hypothesen toetsen? Hypothese = toetsbare deelbewering
over conditie die verondersteld wordt een verklaring te zijn voor het onderkende
probleem. Goede onderzoekshypothesen hebben geen oorzaak/gevolg redenatie,
geen klachtgedrag, duidelijk en toetsbaar en niet gericht op classificatie. (Oefening in
PPT.) SMART methode ook hier goed voor.
5. Checken of de hypothesen logisch zijn o.b.v. een theorie.
€7,79
Krijg toegang tot het volledige document:

100% tevredenheidsgarantie
Direct beschikbaar na je betaling
Lees online óf als PDF
Geen vaste maandelijkse kosten

Maak kennis met de verkoper
Seller avatar
felizstolker99

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
felizstolker99 Universiteit Leiden
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
12
Lid sinds
6 jaar
Aantal volgers
10
Documenten
4
Laatst verkocht
2 jaar geleden

0,0

0 beoordelingen

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recent door jou bekeken

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via Bancontact, iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo eenvoudig kan het zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen