Hoofdstuk 18: het urinaire stelsel
Het urinaire stelsel
Urinewegen:
❖ Rijk aan zenuwen
❖ Peristaltische beweging voert urine naar de blaas
o Kring en longitduniale spieren zijn omgekeerd dan in GI-stelsel
Blaas:
❖ Verzamelplaats voor urine
❖ Overgangsepitheel
❖ Sfincter met glad en dwarsgestreept spierweefsel
❖ Controle sfincter
De drie belangrijkste functies:
❖ Excretie
o Verwijderen organische afvalstoffen uit lichaamsvloeistoffen
❖ Eliminatie
o Afvalstoffen naar buiten lozen (via urine)
❖ Homeostatische regeling van volume en concentratie opgeloste stoffen in het bloedplasma
Excretie:
❖ Stoffen passeren door in urinaire stelsel een plasmamebraan
o Verwijdering van organische afvalstoffen, vnl. stikstof onder de vorm van ureum en
urinezuur uit het lichaam
Eliminatie:
❖ Urine wordt uitgescheiden
Excretie en secretie verschil:
Functies:
❖ Stikstofuitscheiding
o Belangrijkste afvalstof die door de nieren verwijderd wordt, is stikstof en dit onder de
vorm van: urem en urinezuur
❖ Regulering bloedvolume en bloeddruk
o Aanpassen vochtverlies via urine
❖ Regulering ionenconcentraties in plasma
o Aanpassen naargelang wat er verloren gaat via urina
❖ Stabilisering pH bloed
o Verlies van waterstof en bicarbonaat ionen via de urina, aanpassen in plasma
❖ Behoud van nutriënten (glucose)
❖ Endocirene functie
Verwijderen van afvalstoffen:
❖ Afvalstoffen geproduceerd door weefsels
o CO2 : verwijderd via longen
o Vaste stoffen: verwijderd via faeces- GI-stelsel
o Rest van afvalproducten (vnl. stikstof):
72
, → verwijderd via nieren
Stikstofuitscheiding:
❖ Bij afbraak van eiwtten komt de aminogroep (NH2) vrij
❖ NH2-groep + H → NH3 (ammoniak) = toxisch
❖ Mariene dieren
o Ammoniak wordt direct door diffusie uitgescheiden
❖ Terrestrische dieren (ook de mens)
o Moeten water bijhouden → ammoniak wordt omgezet naar urinezuur of ureum
Urinezuur en ureum
❖ Urinezuur: slecht oplosbaar in water, geoxideerd purine
o Produceren vogels veel
❖ Ureum: goed oplosbaar in water, neutrale pH
Water-zouthuishouding-osmoregulatie:
❖ Het volume van lichaamsvloeistoffen handhaven en de concentartie aan de opgeloste stoffen
vrij constant houden
o Ionenhuishouding
o Waterhuishouding
o pH
o terrestrische dieren hebben variëteit aan systemen om waterverlies zoveel mogelijk te
beperken
Sterk doorbloede nieren
❖ boonvormig (11 op 7,3 cm)
❖ ingebed in een vetmassa
❖ de rechternier ligt lager dan de linker
❖ retroperitoneaal (liggen achter buikvlies)
De inwendige anatomie van de nieren:
❖ nefronen
o Urine wordt door de nefronen geproduceerd
o Ongeveer 1 miljoen nefronen per nier
❖ Nierbekken
o Hier wordt de urine uit de calices verzameld
o Komt uit twee calices majores
73
Het urinaire stelsel
Urinewegen:
❖ Rijk aan zenuwen
❖ Peristaltische beweging voert urine naar de blaas
o Kring en longitduniale spieren zijn omgekeerd dan in GI-stelsel
Blaas:
❖ Verzamelplaats voor urine
❖ Overgangsepitheel
❖ Sfincter met glad en dwarsgestreept spierweefsel
❖ Controle sfincter
De drie belangrijkste functies:
❖ Excretie
o Verwijderen organische afvalstoffen uit lichaamsvloeistoffen
❖ Eliminatie
o Afvalstoffen naar buiten lozen (via urine)
❖ Homeostatische regeling van volume en concentratie opgeloste stoffen in het bloedplasma
Excretie:
❖ Stoffen passeren door in urinaire stelsel een plasmamebraan
o Verwijdering van organische afvalstoffen, vnl. stikstof onder de vorm van ureum en
urinezuur uit het lichaam
Eliminatie:
❖ Urine wordt uitgescheiden
Excretie en secretie verschil:
Functies:
❖ Stikstofuitscheiding
o Belangrijkste afvalstof die door de nieren verwijderd wordt, is stikstof en dit onder de
vorm van: urem en urinezuur
❖ Regulering bloedvolume en bloeddruk
o Aanpassen vochtverlies via urine
❖ Regulering ionenconcentraties in plasma
o Aanpassen naargelang wat er verloren gaat via urina
❖ Stabilisering pH bloed
o Verlies van waterstof en bicarbonaat ionen via de urina, aanpassen in plasma
❖ Behoud van nutriënten (glucose)
❖ Endocirene functie
Verwijderen van afvalstoffen:
❖ Afvalstoffen geproduceerd door weefsels
o CO2 : verwijderd via longen
o Vaste stoffen: verwijderd via faeces- GI-stelsel
o Rest van afvalproducten (vnl. stikstof):
72
, → verwijderd via nieren
Stikstofuitscheiding:
❖ Bij afbraak van eiwtten komt de aminogroep (NH2) vrij
❖ NH2-groep + H → NH3 (ammoniak) = toxisch
❖ Mariene dieren
o Ammoniak wordt direct door diffusie uitgescheiden
❖ Terrestrische dieren (ook de mens)
o Moeten water bijhouden → ammoniak wordt omgezet naar urinezuur of ureum
Urinezuur en ureum
❖ Urinezuur: slecht oplosbaar in water, geoxideerd purine
o Produceren vogels veel
❖ Ureum: goed oplosbaar in water, neutrale pH
Water-zouthuishouding-osmoregulatie:
❖ Het volume van lichaamsvloeistoffen handhaven en de concentartie aan de opgeloste stoffen
vrij constant houden
o Ionenhuishouding
o Waterhuishouding
o pH
o terrestrische dieren hebben variëteit aan systemen om waterverlies zoveel mogelijk te
beperken
Sterk doorbloede nieren
❖ boonvormig (11 op 7,3 cm)
❖ ingebed in een vetmassa
❖ de rechternier ligt lager dan de linker
❖ retroperitoneaal (liggen achter buikvlies)
De inwendige anatomie van de nieren:
❖ nefronen
o Urine wordt door de nefronen geproduceerd
o Ongeveer 1 miljoen nefronen per nier
❖ Nierbekken
o Hier wordt de urine uit de calices verzameld
o Komt uit twee calices majores
73