Monitoraat Neurologie
Verschillende vormen ban spasticiteit
Catch: eerst kan je nog relatief gewoon bewegen en dan voelen we ineens veel
weerstand.
Hypertonie: we voelen over de volledige baan weerstand.
Knipmes: we zien eerst heel veel weerstand en dan pas kunnen we doorheen heel de
baan
Elastiek: we zien eerst relatief weinig weerstand. Hoe verder we gaan naar het einde van
de baan hoe meer weerstand we gaan voelen
o Vb. Vergelijking elastiek of rekker: als je daaraan gaat trekken is dat in het begin
heel eenvoudig, maar op het einde ga je meer en meer weerstand voelen en ga je
het gevoel hebben dat die elastiek gaat springen.
Clonus: steeds opnieuw contractie (samentrekken) hebben.
Perifeer VS centraal
CCT (cerebro craniaal trauma)
o Kan liggen in nr. 1, 2, 3 en 4
CVA
o Kan liggen in nr. 1, 2, 3 en 4
Hersentumor
, Guillain barre
o Ligt in de perifere zenuwen
o In de voor hoorncellen tot aan de motorische eindplaat
o Zijn de zwarte zenuwen die je ziet lopen
MS
o Is gelijkaardig aan Guillain barré , maar is een centraal letsel
o Kan in alle delen liggen van het centraal zenuwstelsel, dus nr. 1, 2, 3, 4, 5
o Nummer 6 NIET want dat zijn de voorhoorncellen
o Alle rode banen die je ziet op de figuur
Parkinson
o Voornamelijk in de basale ganglia, dus nr. 2
ALS
o Alle motorische gedeeltes van de cortex
o In de primaire motorische cortex (1), corticospinale baan (5) en de
voorhoorncellen (6)
o Het is zowel een centraal letsel als een perifeer letsel
Monoradiculopathie
o De radix is aangedaan
o Is gelegen tussen nr. 6 en 7 (de zwarte zenuwen)
Polyneuropathie
o De perifere zenuwenbanen zijn aangedaan
o Alle zwarte zenuwen
Verschillen embool en trombose
Embolus: steeds door bloedstolsel
Trombus: lipide (vet afzetting), verkalking
Verschillende vormen ban spasticiteit
Catch: eerst kan je nog relatief gewoon bewegen en dan voelen we ineens veel
weerstand.
Hypertonie: we voelen over de volledige baan weerstand.
Knipmes: we zien eerst heel veel weerstand en dan pas kunnen we doorheen heel de
baan
Elastiek: we zien eerst relatief weinig weerstand. Hoe verder we gaan naar het einde van
de baan hoe meer weerstand we gaan voelen
o Vb. Vergelijking elastiek of rekker: als je daaraan gaat trekken is dat in het begin
heel eenvoudig, maar op het einde ga je meer en meer weerstand voelen en ga je
het gevoel hebben dat die elastiek gaat springen.
Clonus: steeds opnieuw contractie (samentrekken) hebben.
Perifeer VS centraal
CCT (cerebro craniaal trauma)
o Kan liggen in nr. 1, 2, 3 en 4
CVA
o Kan liggen in nr. 1, 2, 3 en 4
Hersentumor
, Guillain barre
o Ligt in de perifere zenuwen
o In de voor hoorncellen tot aan de motorische eindplaat
o Zijn de zwarte zenuwen die je ziet lopen
MS
o Is gelijkaardig aan Guillain barré , maar is een centraal letsel
o Kan in alle delen liggen van het centraal zenuwstelsel, dus nr. 1, 2, 3, 4, 5
o Nummer 6 NIET want dat zijn de voorhoorncellen
o Alle rode banen die je ziet op de figuur
Parkinson
o Voornamelijk in de basale ganglia, dus nr. 2
ALS
o Alle motorische gedeeltes van de cortex
o In de primaire motorische cortex (1), corticospinale baan (5) en de
voorhoorncellen (6)
o Het is zowel een centraal letsel als een perifeer letsel
Monoradiculopathie
o De radix is aangedaan
o Is gelegen tussen nr. 6 en 7 (de zwarte zenuwen)
Polyneuropathie
o De perifere zenuwenbanen zijn aangedaan
o Alle zwarte zenuwen
Verschillen embool en trombose
Embolus: steeds door bloedstolsel
Trombus: lipide (vet afzetting), verkalking