GERIATRIE (HC1)
DEMENTIE
“Dementie is een syndroom ter hoogte van een hersenaandoening, meestal chronisch of
progressief van aard, waarbij er een verstoring is van multipele, corticale hersenfuncties, zoals
geheugen, denken, oriëntatie, begripsvermogen, rekenen, taal en beoordelingsvermogen. Er is
geen verminderde bewustzijnstoestand. Verlies van deze verstandelijke functies gaat meestal
gepaard met, of wordt voorafgegaan door, een deterioratie van emotionele controle, sociaal
gedrag en motivatie.”
Verloop van tijd is zeer variabel. De behandeling probeert om de achteruithang te vertragen. Er
gaat op wereld vlak een heel grote toename zijn van mensen met dementie.
EPIDEMIOLOGIE
leeftijd als risicofactor: hoe ouder je wordt, hoe groter de kans je dementie gaat
ontwikkelen.
vergrijzing van de bevolking
exponentiële toename vanaf 65 jaar
verdubbeling om de 5 jaar
1
, DIAGNOSTISCHE CRITERIA (DSM-IV)
Er moet om een diagnose te stellen op dementie moet worden voldaan aan:
1. Aantoonbare geheugenstoornis zijn
2. Minstens één van de volgende:
Afasie
Apraxie
Agnosie
Gestoord executief functioneren (abstract denken, oordeelsvermogen,...)
3. Verandering tov. vroeger – duidelijke interferentie met werk en sociale activiteiten
4. Niet alleen tijdens een periode van delier of helder bewustzijn
Aan alle criteria moet worden voldaan!!
DIAGNOSTIC AND STATISTICAL MANUAL OF MENTAL DISORDERS (DSM)
Classificatie voor psychische stoornissen
Versie 5 is de meest recente versie
Geeft diagnostische criteria
Voornamelijk ontwikkeld in kader van onderzoek (éénduidige communicatie), doch
pro’s en con’s blijven
DSM 5
Neurocognitieve stoornis
o Dementie te stigmatiserend
Meer aandacht voor het diagnostisch traject (hoe moet je de diagnose stellen).
2
DEMENTIE
“Dementie is een syndroom ter hoogte van een hersenaandoening, meestal chronisch of
progressief van aard, waarbij er een verstoring is van multipele, corticale hersenfuncties, zoals
geheugen, denken, oriëntatie, begripsvermogen, rekenen, taal en beoordelingsvermogen. Er is
geen verminderde bewustzijnstoestand. Verlies van deze verstandelijke functies gaat meestal
gepaard met, of wordt voorafgegaan door, een deterioratie van emotionele controle, sociaal
gedrag en motivatie.”
Verloop van tijd is zeer variabel. De behandeling probeert om de achteruithang te vertragen. Er
gaat op wereld vlak een heel grote toename zijn van mensen met dementie.
EPIDEMIOLOGIE
leeftijd als risicofactor: hoe ouder je wordt, hoe groter de kans je dementie gaat
ontwikkelen.
vergrijzing van de bevolking
exponentiële toename vanaf 65 jaar
verdubbeling om de 5 jaar
1
, DIAGNOSTISCHE CRITERIA (DSM-IV)
Er moet om een diagnose te stellen op dementie moet worden voldaan aan:
1. Aantoonbare geheugenstoornis zijn
2. Minstens één van de volgende:
Afasie
Apraxie
Agnosie
Gestoord executief functioneren (abstract denken, oordeelsvermogen,...)
3. Verandering tov. vroeger – duidelijke interferentie met werk en sociale activiteiten
4. Niet alleen tijdens een periode van delier of helder bewustzijn
Aan alle criteria moet worden voldaan!!
DIAGNOSTIC AND STATISTICAL MANUAL OF MENTAL DISORDERS (DSM)
Classificatie voor psychische stoornissen
Versie 5 is de meest recente versie
Geeft diagnostische criteria
Voornamelijk ontwikkeld in kader van onderzoek (éénduidige communicatie), doch
pro’s en con’s blijven
DSM 5
Neurocognitieve stoornis
o Dementie te stigmatiserend
Meer aandacht voor het diagnostisch traject (hoe moet je de diagnose stellen).
2