Activiteiten Voorbereidingsformulier Sportkunde Propedeuse Semester 2
Student: Finn en Kirsten Doelgroep: 18 tot 22 Activiteit: gym les Datum: 23-03-2022 Tijd: 12.00-12.30
Verschijningsvorm: spel
Materiaal: Beginsituatie groep: 6 leerlingen, 2 meiden en 4 jongens
- 9 hoepels
- 6 lintjes - Motorische beginsituatie: de 2 meiden zijn motorisch beter met de armen dan de jongens vanwege hun sport, maar de jongens weer beter
- 2 trefballen met de benen. Een van de meiden doet aan paralympisch badminton en is minder goed ter been dan de andere.
- 2 grote matten
- 4 kleine matten - Cognitieve beginsituatie: de kennis over sport is heel hoog in deze klas omdat ze allemaal aan topsport doen. Ze hebben kennis over
- 2 kasten sportregels en gedragsregels.
- 4 banken
- Sociaal emotionele beginsituatie: er heerst weinig onzekerheid in de klas en voelen zich comfortabel bij elkaar. Iedereen heeft goede
ervaringen met sport en weten hoe ze goed samen moeten werken en zijn niet bang om dingen te vragen.
Doel van de bewegingsactiviteit:
De leerlingen goed samen te laten werken door verschillende teamwork opdrachten. En daarnaast de leerlingen een leuke en actieve laatste gymles van de middelbare school te geven
om zo deze tijd af te sluiten.
Persoonlijk doel:
Positieve houding naar de groep houden en luid en duidelijk zijn tijdens de uitleg zodat er geen vragen meer zijn.
Activiteitomschrijving: Overzichtstekening en beschrijving van organisatievormen:
Kop - 10 minuten: boter kaas en eieren
- er zijn 9 hoepels en 3 lintjes per team, het doel is om met de lintjes drie op een rij te krijgen
- de hoepels liggen 3x3
- de teams gaan in een rij achter elkaar staan en iedereen heeft een lintje vast
- bij het startsignaal rent de eerste speler richting de hoepels en legt het lintje in een van de
hoepels
- nadat het lintje in een van de hoepels is gelegd rent de speler terug naar zijn team en tikt
de volgende speler aan
- als alle drie de lintjes gebruikt zijn moet de volgende speler een van de lintjes van zijn of
haar eigen team verplaatsen naar een lege hoepel
- het team dat als eerste drie op een rij heeft is de winnaar
Aandachtspunten
- de sportkundige moet er goed op letten dat er niet te vroeg wordt gestart, dus niet voordat
de handen contact hebben gemaakt met elkaar
- zorgen dat er genoeg ruimte zit tussen de twee teams zodat er niet per ongeluk tegen
, Activiteiten Voorbereidingsformulier Sportkunde Propedeuse Semester 2
elkaar aan wordt gerend (veiligheid).
: leerlingen
: sportkundige
Aanpassingen om het moeilijker en makkelijker te maken
: lintjes
Makkelijker:
: hoepels
- als het te moeilijk is voor een individu mogen de mede spelers coachen en helpen met
waar het lintje neergelegd moet worden
- het startpunt is dichterbij de hoepels voor de individu die moeite heeft met rennen
- de teams worden anders ingedeeld als het te moeilijk is voor een team
Coachen en begeleiden:
Moeilijker:
- er mag niet gecoacht worden tijdens het neerleggen van de lintjes Aanwijzingen/instructies:
- als het bij een individu makkelijk gaat mag deze speler maar 3 seconden nadenken bij de - denk goed na bij het neerleggen zodat de tegenstanders het niet kunnen afmaken
hoepels en moet dan een beslissing nemen - kijk goed uit waar je heen rent zodat je niet tegen een ander botst
- overleg met je team een tactiek
6 W’s bij de uitleg
- Wie: 2 spelers worden uitgekozen door de sportkundige
- Wat: : De uitgekozen kinderen krijgen een lintje en doen samen met de sportkundige
het voorbeeld
- Waar: Voor de groep zodat iedereen het goed kan zien
- Wanneer: Tijdens praatje, plaatje, daadje
- Waarom: Door middel van een voorbeeld een voorbeeld kan het spel sneller worden
uitgelegd en zullen de spelers het ook beter snappen
- Wat daarna: de teams worden gemaakt en er kan worden gestart met het spel
USV (Uitdagend, Speelbaar, Veilig)
- Uitdagend: als het te makkelijk is dan kunnen de spelers de differentiatie toepassen die
is genoemd bij de aanpassingen
- Speelbaar: erop letten dat de spelers niet te ver hoeven te rennen en dat de hoepels
niet te ver uit elkaar liggen zodat het onoverzichtelijk wordt
- Veilig: het spel wordt gespeeld in een lege zaal zodat de spelers niet over iets kunnen
struikelen of tegen aan botsen
Student: Finn en Kirsten Doelgroep: 18 tot 22 Activiteit: gym les Datum: 23-03-2022 Tijd: 12.00-12.30
Verschijningsvorm: spel
Materiaal: Beginsituatie groep: 6 leerlingen, 2 meiden en 4 jongens
- 9 hoepels
- 6 lintjes - Motorische beginsituatie: de 2 meiden zijn motorisch beter met de armen dan de jongens vanwege hun sport, maar de jongens weer beter
- 2 trefballen met de benen. Een van de meiden doet aan paralympisch badminton en is minder goed ter been dan de andere.
- 2 grote matten
- 4 kleine matten - Cognitieve beginsituatie: de kennis over sport is heel hoog in deze klas omdat ze allemaal aan topsport doen. Ze hebben kennis over
- 2 kasten sportregels en gedragsregels.
- 4 banken
- Sociaal emotionele beginsituatie: er heerst weinig onzekerheid in de klas en voelen zich comfortabel bij elkaar. Iedereen heeft goede
ervaringen met sport en weten hoe ze goed samen moeten werken en zijn niet bang om dingen te vragen.
Doel van de bewegingsactiviteit:
De leerlingen goed samen te laten werken door verschillende teamwork opdrachten. En daarnaast de leerlingen een leuke en actieve laatste gymles van de middelbare school te geven
om zo deze tijd af te sluiten.
Persoonlijk doel:
Positieve houding naar de groep houden en luid en duidelijk zijn tijdens de uitleg zodat er geen vragen meer zijn.
Activiteitomschrijving: Overzichtstekening en beschrijving van organisatievormen:
Kop - 10 minuten: boter kaas en eieren
- er zijn 9 hoepels en 3 lintjes per team, het doel is om met de lintjes drie op een rij te krijgen
- de hoepels liggen 3x3
- de teams gaan in een rij achter elkaar staan en iedereen heeft een lintje vast
- bij het startsignaal rent de eerste speler richting de hoepels en legt het lintje in een van de
hoepels
- nadat het lintje in een van de hoepels is gelegd rent de speler terug naar zijn team en tikt
de volgende speler aan
- als alle drie de lintjes gebruikt zijn moet de volgende speler een van de lintjes van zijn of
haar eigen team verplaatsen naar een lege hoepel
- het team dat als eerste drie op een rij heeft is de winnaar
Aandachtspunten
- de sportkundige moet er goed op letten dat er niet te vroeg wordt gestart, dus niet voordat
de handen contact hebben gemaakt met elkaar
- zorgen dat er genoeg ruimte zit tussen de twee teams zodat er niet per ongeluk tegen
, Activiteiten Voorbereidingsformulier Sportkunde Propedeuse Semester 2
elkaar aan wordt gerend (veiligheid).
: leerlingen
: sportkundige
Aanpassingen om het moeilijker en makkelijker te maken
: lintjes
Makkelijker:
: hoepels
- als het te moeilijk is voor een individu mogen de mede spelers coachen en helpen met
waar het lintje neergelegd moet worden
- het startpunt is dichterbij de hoepels voor de individu die moeite heeft met rennen
- de teams worden anders ingedeeld als het te moeilijk is voor een team
Coachen en begeleiden:
Moeilijker:
- er mag niet gecoacht worden tijdens het neerleggen van de lintjes Aanwijzingen/instructies:
- als het bij een individu makkelijk gaat mag deze speler maar 3 seconden nadenken bij de - denk goed na bij het neerleggen zodat de tegenstanders het niet kunnen afmaken
hoepels en moet dan een beslissing nemen - kijk goed uit waar je heen rent zodat je niet tegen een ander botst
- overleg met je team een tactiek
6 W’s bij de uitleg
- Wie: 2 spelers worden uitgekozen door de sportkundige
- Wat: : De uitgekozen kinderen krijgen een lintje en doen samen met de sportkundige
het voorbeeld
- Waar: Voor de groep zodat iedereen het goed kan zien
- Wanneer: Tijdens praatje, plaatje, daadje
- Waarom: Door middel van een voorbeeld een voorbeeld kan het spel sneller worden
uitgelegd en zullen de spelers het ook beter snappen
- Wat daarna: de teams worden gemaakt en er kan worden gestart met het spel
USV (Uitdagend, Speelbaar, Veilig)
- Uitdagend: als het te makkelijk is dan kunnen de spelers de differentiatie toepassen die
is genoemd bij de aanpassingen
- Speelbaar: erop letten dat de spelers niet te ver hoeven te rennen en dat de hoepels
niet te ver uit elkaar liggen zodat het onoverzichtelijk wordt
- Veilig: het spel wordt gespeeld in een lege zaal zodat de spelers niet over iets kunnen
struikelen of tegen aan botsen
