Leerdoelen Omgevingsrecht ruimte K4
Week 1
Literatuur: H1 par. 3.2 en 5.3, H5 par. 4 (Boeve)
• Een omschrijving geven van het begrip ‘ruimtelijk bestuursrecht’ geven;
Ruimtelijk bestuursrecht: het rechtsgebied dat gaat over de inrichting van Nederland.
> Het maken van plannen en inrichten van de ruimte > het is de bedoeling dat door aan
ruimtelijke ordening te doen en daarvoor wetten op te stellen het voor het bevoegde gezag
duidelijk is welke instrumenten zij hebben, wat wij mogen doen etc.
Wat staat waar?
• De uitgangspunten van het ruimtelijk ordeningsrecht beschrijven;
Ruimtelijke ordening: het ingrijpen in maatschappelijke ontwikkelingen met een ruimtelijke
dimensie.
> Goede ruimtelijke ordening: kan beoordeeld worden aan ruimtelijk relevante aspecten
Uitgangspunten ruimtelijk ordeningsrecht:
o Instrumentele functie (inrichting van de ruimte) > het ‘recht’ is gericht op een ‘doel’
− Relevante wetten:
▪ Wet ruimtelijke ordening (Wro)/Besluit ruimtelijke ordening (Bro)
▪ Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo)/Besluit omgevingsrecht
(Bro)
▪ Woningwet, Milieuwetgeving, Algemene wet bestuursrecht (Awb)
▪ (Onteigeningswet, Tracéwet, Crisis- en herstelwet, Monumentenwet)
o Waarborgfunctie (tegenwicht voor de burger tegen de ingrijpende overheid)
− Vooraf:
▪ Inspraak – Vaak afdeling 3.4 Awb (= UOV-procedure) > Vb.
bestemmingsplan wordt voorbereidt met uov
▪ Bieden van rechtszekerheid – procedure bij de totstandkoming van plannen
en besluiten: Wro/Wabo
− Achteraf:
▪ Toezicht/sancties
▪ Rechtsbescherming (vb. bezwaar of beroep)
1
,• De relatie tussen Wro/Bro en Wabo/Bor uitleggen;
De Wro heeft het bijbehorende Besluit ruimtelijke ordening (Bro). Hierin staan de
structuurvisies en bestemmingsplannen.
De Wabo gaat over vergunningen. De hoofdlijnen staan in de Wabo en de details staan in de
Bor.
• Doel en inhoud van de structuurvisie weergeven;
Structuurvisie = een lange termijn visie waarin de overheden aangeven welke behoefte er is
binnen hun gemeente/provincie/rijk, welke ontwikkelingen zij voorzien en hoe zij daar mee
om willen gaan.
> Inhoud: de structuurvisie bevat de hoofdlijnen van de voorgenomen ontwikkelingen van
dat gebied en de hoofdzaken van het te voeren ruimtelijk beleid.
> Doel: structuurvisies worden vastgesteld ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening.
De structuurvisie is géén besluit in de zin van art. 1:3 Awb (niet-appellabel). Daarom is er
geen bezwaar en beroep mogelijk o.g.v. art. 8:1 jo. 7:1 Awb!
Het indienen van zienswijzen is mogelijk o.g.v. art. 2.4 lid 2 Wro jo. art. 1.3.1 lid 2 sub b Bro.
Als de structuurvisie is vastgesteld, dan je geen zienswijze meer indienen.
De structuurvisie bevat de hoofdlijnen van de voorgenomen ontwikkelingen van dat gebied
en de hoofdzaken van het te voeren ruimtelijk beleid.
Op grond van lid 1 van alle 3 de bovenstaande wetsartikelen zijn ze verplicht (‘stelt vast’)
om een algemene structuurvisie vast te stellen, waarin ze de hoofdzaken van het ruimtelijke
beleid toelichten.
> Verplicht = hele grondgebied
2
, Op grond van lid 2 van alle 3 de bovenstaande wetsartikelen zijn ze bevoegd (‘kan’-
bepaling) om een structuurvisie vast te stellen voor aspecten van het ruimtelijke beleid (vb.
een structuurvisie van buisleidingen onder de grond, structuurvisie over woningbouw,
structuurvisie over windmolens).
> Niet verplicht = facultatief (aspecten van ruimtelijk beleid)
• De totstandkomingsprocedure van een structuurvisie beschrijven;
De Wro en Bro kennen géén verplichte voorbereidingsprocedure voor structuurvisies. Wel
zal van het voornemen om een structuurvisie vast te stellen overeenkomstig art. 3:12 Awb
kennis moeten worden gegeven in de dag-, nieuws- of huis- aan huisbladen of op een
andere geschikte wijze (art. 1.3.1 Bro).
Voor zover structuurvisies kaderstellend zijn voor mer-plichtige en mer-
beoordelingsplichtige besluiten en overeenkomstig art. 7.2 lid 2 Wm in het Besluit Mer zijn
aangewezen, moet een milieueffectrapport (MER) worden opgesteld. Voor m.e.r.-plichtige
(milieueffectrapport) structuurvisies gelden de procedurele eisen voor het plan-m.e.r.
(paragraaf 7.4 en 7.5 Wet Milieubeheer).
Structuurvisie Rijk
De kennisgeving van het voornemen tot het vaststellen van een rijksstructuurvisie dient in
ieder geval in de Staatscourant te worden gepubliceerd. Bij de kennisgeving wordt vermeld
of en op welke wijze publieke participatie zal plaats vinden.
In de structuurvisie moet worden aangegeven op welke wijze burgers en maatschappelijke
organisaties zijn betrokken bij de voorbereiding van de structuurvisie o.g.v. art. 2.1.1 Bro.
Een rijksstructuurvisie mag niet worden vastgesteld voordat de Tweede Kamer daarover
heeft kunnen beraadslagen (art. 2.3 lid 3 en 4 Wro).
o Voorbereiding: Met burgers en maatschappelijk organisaties (art. 2.1.1 Bro)
o Vaststelling: Onze minister (= Infrastructuur & Milieu) (art. 2.3 lid 1 Wro)
o Uitvoering: Overleg Tweede Kamer en/of Eerste Kamer > mogen bijvoorbeeld
meedenken over de opzet/structuur + uitvoering structuurvisie (art. 2.3 lid 3 en 4
Wro)
• Relevante delen van een structuurvisie vinden op internet;
3
Week 1
Literatuur: H1 par. 3.2 en 5.3, H5 par. 4 (Boeve)
• Een omschrijving geven van het begrip ‘ruimtelijk bestuursrecht’ geven;
Ruimtelijk bestuursrecht: het rechtsgebied dat gaat over de inrichting van Nederland.
> Het maken van plannen en inrichten van de ruimte > het is de bedoeling dat door aan
ruimtelijke ordening te doen en daarvoor wetten op te stellen het voor het bevoegde gezag
duidelijk is welke instrumenten zij hebben, wat wij mogen doen etc.
Wat staat waar?
• De uitgangspunten van het ruimtelijk ordeningsrecht beschrijven;
Ruimtelijke ordening: het ingrijpen in maatschappelijke ontwikkelingen met een ruimtelijke
dimensie.
> Goede ruimtelijke ordening: kan beoordeeld worden aan ruimtelijk relevante aspecten
Uitgangspunten ruimtelijk ordeningsrecht:
o Instrumentele functie (inrichting van de ruimte) > het ‘recht’ is gericht op een ‘doel’
− Relevante wetten:
▪ Wet ruimtelijke ordening (Wro)/Besluit ruimtelijke ordening (Bro)
▪ Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo)/Besluit omgevingsrecht
(Bro)
▪ Woningwet, Milieuwetgeving, Algemene wet bestuursrecht (Awb)
▪ (Onteigeningswet, Tracéwet, Crisis- en herstelwet, Monumentenwet)
o Waarborgfunctie (tegenwicht voor de burger tegen de ingrijpende overheid)
− Vooraf:
▪ Inspraak – Vaak afdeling 3.4 Awb (= UOV-procedure) > Vb.
bestemmingsplan wordt voorbereidt met uov
▪ Bieden van rechtszekerheid – procedure bij de totstandkoming van plannen
en besluiten: Wro/Wabo
− Achteraf:
▪ Toezicht/sancties
▪ Rechtsbescherming (vb. bezwaar of beroep)
1
,• De relatie tussen Wro/Bro en Wabo/Bor uitleggen;
De Wro heeft het bijbehorende Besluit ruimtelijke ordening (Bro). Hierin staan de
structuurvisies en bestemmingsplannen.
De Wabo gaat over vergunningen. De hoofdlijnen staan in de Wabo en de details staan in de
Bor.
• Doel en inhoud van de structuurvisie weergeven;
Structuurvisie = een lange termijn visie waarin de overheden aangeven welke behoefte er is
binnen hun gemeente/provincie/rijk, welke ontwikkelingen zij voorzien en hoe zij daar mee
om willen gaan.
> Inhoud: de structuurvisie bevat de hoofdlijnen van de voorgenomen ontwikkelingen van
dat gebied en de hoofdzaken van het te voeren ruimtelijk beleid.
> Doel: structuurvisies worden vastgesteld ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening.
De structuurvisie is géén besluit in de zin van art. 1:3 Awb (niet-appellabel). Daarom is er
geen bezwaar en beroep mogelijk o.g.v. art. 8:1 jo. 7:1 Awb!
Het indienen van zienswijzen is mogelijk o.g.v. art. 2.4 lid 2 Wro jo. art. 1.3.1 lid 2 sub b Bro.
Als de structuurvisie is vastgesteld, dan je geen zienswijze meer indienen.
De structuurvisie bevat de hoofdlijnen van de voorgenomen ontwikkelingen van dat gebied
en de hoofdzaken van het te voeren ruimtelijk beleid.
Op grond van lid 1 van alle 3 de bovenstaande wetsartikelen zijn ze verplicht (‘stelt vast’)
om een algemene structuurvisie vast te stellen, waarin ze de hoofdzaken van het ruimtelijke
beleid toelichten.
> Verplicht = hele grondgebied
2
, Op grond van lid 2 van alle 3 de bovenstaande wetsartikelen zijn ze bevoegd (‘kan’-
bepaling) om een structuurvisie vast te stellen voor aspecten van het ruimtelijke beleid (vb.
een structuurvisie van buisleidingen onder de grond, structuurvisie over woningbouw,
structuurvisie over windmolens).
> Niet verplicht = facultatief (aspecten van ruimtelijk beleid)
• De totstandkomingsprocedure van een structuurvisie beschrijven;
De Wro en Bro kennen géén verplichte voorbereidingsprocedure voor structuurvisies. Wel
zal van het voornemen om een structuurvisie vast te stellen overeenkomstig art. 3:12 Awb
kennis moeten worden gegeven in de dag-, nieuws- of huis- aan huisbladen of op een
andere geschikte wijze (art. 1.3.1 Bro).
Voor zover structuurvisies kaderstellend zijn voor mer-plichtige en mer-
beoordelingsplichtige besluiten en overeenkomstig art. 7.2 lid 2 Wm in het Besluit Mer zijn
aangewezen, moet een milieueffectrapport (MER) worden opgesteld. Voor m.e.r.-plichtige
(milieueffectrapport) structuurvisies gelden de procedurele eisen voor het plan-m.e.r.
(paragraaf 7.4 en 7.5 Wet Milieubeheer).
Structuurvisie Rijk
De kennisgeving van het voornemen tot het vaststellen van een rijksstructuurvisie dient in
ieder geval in de Staatscourant te worden gepubliceerd. Bij de kennisgeving wordt vermeld
of en op welke wijze publieke participatie zal plaats vinden.
In de structuurvisie moet worden aangegeven op welke wijze burgers en maatschappelijke
organisaties zijn betrokken bij de voorbereiding van de structuurvisie o.g.v. art. 2.1.1 Bro.
Een rijksstructuurvisie mag niet worden vastgesteld voordat de Tweede Kamer daarover
heeft kunnen beraadslagen (art. 2.3 lid 3 en 4 Wro).
o Voorbereiding: Met burgers en maatschappelijk organisaties (art. 2.1.1 Bro)
o Vaststelling: Onze minister (= Infrastructuur & Milieu) (art. 2.3 lid 1 Wro)
o Uitvoering: Overleg Tweede Kamer en/of Eerste Kamer > mogen bijvoorbeeld
meedenken over de opzet/structuur + uitvoering structuurvisie (art. 2.3 lid 3 en 4
Wro)
• Relevante delen van een structuurvisie vinden op internet;
3
