BANK EN FINANCIEWEZEN: DEEL I
HOOFDSTUK 1: DE BANKBALANS
1.1 Vergelijking bankbalans van fin en niet fin instelling
verschil actiefpost: bestedingen bank = kredieten aan bedrijven, part…
Bestedingen bedrijf = werkkapitaal
verschil passiefpost: werkmiddelen bank = deposito’s
Werkmiddelen bedrijf = eigen vermogen, schulden
1.2 Buitenbalansactiviteiten
= advies verlenen, effectisering, beheer van beleggingsfondsen…
HOOFDSTUK 2: METHODEN VAN INTERESTBEREKENING EN DIV FIN PRODUCTEN
Geld in de toekomst is minder waard!
1. Praktijkvb van enkelvoudige interestberekening
- Zichtdeposito
- Termijnrekening
- Spaardeposito gereglementeerde spaardep = geen RV op eerste schijf interesten
vergoeding bestaat uit basisrente en getrouwheidspremie
voor getrouwheidspremie: geld minstens 12 maand op bankrek
hoogrentende spaardep = geen vrijstelling van RV
wel bruto interestvergoeding op hogere bedragen
2. Praktijkvb van samengestelde interestberekening
- Kasbon : RV ingehouden bij elke rentebetaling
- Kapitalisatiebon : RV op einde van beleggingsduur ingehouden
- Spaarboekje : fiscale vrijstelling op eerste schijf van 980 euro
3. Meerdere kapitalisaties per jaar
- SW continue interestberekening: Cn = C * e(i)m*n
- AW continue interestberekening: C= Cn * e-(i)m*n
bij toenemend aantal kapitalisaties neemt de slotwaarde toe!
4. Obligaties
- Zero-coupon-obligatie
- Coupon-obligatie
marktconformiteit = geen enkele betrokken partij lijdt interestverlies
5. Berekening van de NAW
- Beslissingsregel: is NAW neg, niet uitvoeren/ is NAW pos, wel uitvoeren
(hoogste NAW krijgt voorkeur)
1
, HOOFDSTUK 3: ANNUÏTEITEN
1. Inleiding AW/SW
- Postnumerando = eerste betaling van annuïteit valt op t=1
- Prenumerando = eerste betaling van annuïteit valt op t=0
!! In de AW formule met annuïteiten mag je GEEN kommagetallen gebruiken voor n !!
- Stel: annuïteit bestaat uit meerdere betalingen per jaar: formule p83 en p97
2. Effect van in- en uitstapkosten
- Formule : (C + instapkosten) * (1+i)n = (Cn - uitstapkosten)
3. Obligaties met vaste coupons
- 3 scenario’s die bepalen of obl à/boven/onder pari wordt uitgegeven
bij terugbetaling aan nominale waarde
1) couponrente > marktrente boven pari
2) couponrente = marktrente à pari
3) couponrente < marktrente onder pari
- 2 scenario’s waarbij obl niet aan nominale waarde wordt terugbetaald
1) terugbetaald bedrag > nominale waarde agio (=terugbetalingspremie)
2) terugbetaald bedrag < nominale waarde disagio
!! een coupon wordt altijd vastgelegd als percentage op de nominale waarde !!
HOOFDSTUK 4: ALGEMENE THEORIE VAN LENINGEN
1. Bepalende factoren binnen leningen
- Nominaal bedrag
- Nominale rentevoet
- Aantal interestbetalingen per jaar
- Wijze van aflossing
2. Soorten leningen
1) Bullet loan
= ineens aflosbaar op einde vd looptijd
kan met of zonder tussentijdse rentebetalingen
MET: elk jaar rente op openstaande schuld (=nominale waarde)
ZONDER: op vervaldag: geleend bedrag * (1+i)n
2
HOOFDSTUK 1: DE BANKBALANS
1.1 Vergelijking bankbalans van fin en niet fin instelling
verschil actiefpost: bestedingen bank = kredieten aan bedrijven, part…
Bestedingen bedrijf = werkkapitaal
verschil passiefpost: werkmiddelen bank = deposito’s
Werkmiddelen bedrijf = eigen vermogen, schulden
1.2 Buitenbalansactiviteiten
= advies verlenen, effectisering, beheer van beleggingsfondsen…
HOOFDSTUK 2: METHODEN VAN INTERESTBEREKENING EN DIV FIN PRODUCTEN
Geld in de toekomst is minder waard!
1. Praktijkvb van enkelvoudige interestberekening
- Zichtdeposito
- Termijnrekening
- Spaardeposito gereglementeerde spaardep = geen RV op eerste schijf interesten
vergoeding bestaat uit basisrente en getrouwheidspremie
voor getrouwheidspremie: geld minstens 12 maand op bankrek
hoogrentende spaardep = geen vrijstelling van RV
wel bruto interestvergoeding op hogere bedragen
2. Praktijkvb van samengestelde interestberekening
- Kasbon : RV ingehouden bij elke rentebetaling
- Kapitalisatiebon : RV op einde van beleggingsduur ingehouden
- Spaarboekje : fiscale vrijstelling op eerste schijf van 980 euro
3. Meerdere kapitalisaties per jaar
- SW continue interestberekening: Cn = C * e(i)m*n
- AW continue interestberekening: C= Cn * e-(i)m*n
bij toenemend aantal kapitalisaties neemt de slotwaarde toe!
4. Obligaties
- Zero-coupon-obligatie
- Coupon-obligatie
marktconformiteit = geen enkele betrokken partij lijdt interestverlies
5. Berekening van de NAW
- Beslissingsregel: is NAW neg, niet uitvoeren/ is NAW pos, wel uitvoeren
(hoogste NAW krijgt voorkeur)
1
, HOOFDSTUK 3: ANNUÏTEITEN
1. Inleiding AW/SW
- Postnumerando = eerste betaling van annuïteit valt op t=1
- Prenumerando = eerste betaling van annuïteit valt op t=0
!! In de AW formule met annuïteiten mag je GEEN kommagetallen gebruiken voor n !!
- Stel: annuïteit bestaat uit meerdere betalingen per jaar: formule p83 en p97
2. Effect van in- en uitstapkosten
- Formule : (C + instapkosten) * (1+i)n = (Cn - uitstapkosten)
3. Obligaties met vaste coupons
- 3 scenario’s die bepalen of obl à/boven/onder pari wordt uitgegeven
bij terugbetaling aan nominale waarde
1) couponrente > marktrente boven pari
2) couponrente = marktrente à pari
3) couponrente < marktrente onder pari
- 2 scenario’s waarbij obl niet aan nominale waarde wordt terugbetaald
1) terugbetaald bedrag > nominale waarde agio (=terugbetalingspremie)
2) terugbetaald bedrag < nominale waarde disagio
!! een coupon wordt altijd vastgelegd als percentage op de nominale waarde !!
HOOFDSTUK 4: ALGEMENE THEORIE VAN LENINGEN
1. Bepalende factoren binnen leningen
- Nominaal bedrag
- Nominale rentevoet
- Aantal interestbetalingen per jaar
- Wijze van aflossing
2. Soorten leningen
1) Bullet loan
= ineens aflosbaar op einde vd looptijd
kan met of zonder tussentijdse rentebetalingen
MET: elk jaar rente op openstaande schuld (=nominale waarde)
ZONDER: op vervaldag: geleend bedrag * (1+i)n
2