100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
Samenvatting

Samenvatting inleiding in de psychologie

Beoordeling
-
Verkocht
1
Pagina's
18
Geüpload op
07-03-2023
Geschreven in
2021/2022

Samenvatting van alle hoorcolleges van het vak inleiding in de psychologie. Erg duidelijke en uitgebreide samenvatting. Alles vanuit de hoorcolleges staat erin voor het tentamen een 8 gehaald met deze samenvatting

Instelling
Vak










Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Geschreven voor

Instelling
Studie
Vak

Documentinformatie

Geüpload op
7 maart 2023
Aantal pagina's
18
Geschreven in
2021/2022
Type
Samenvatting

Onderwerpen

Voorbeeld van de inhoud

Psychologie.

Hoorcollege 1

Wat is psychologie: wetenschap die zich bezighoudt met het onderzoek van de
bewustzijnsverschijnselen. Er zijn meerdere definities mogelijk omdat het heel breed is.

Twee specialisaties:

1. Experimentele psychologie
2. Toegepaste psychologie

Daar komt uit voort:

- Onderzoek
- Toepassen: bepaalde stoffen tegen depressie (dat pas je toe)

Experimenteel wetenschappelijk onderzoek.

1. Hypothese ontwikkelen. Moet goed onderbouwt zijn (Waarom denk je dat iets werkt of moet
gebeuren. Hoe kom je aan de hypothese). Het tegendeel moet bewezen kunnen worden.
2. Experiment uitvoeren (had je gelijk of niet?)
- Grote groep gezonde mensen gebruik je zodat je het goed kunt meten.
- Je hebt 2 groepen: mensen die het echte krijgen en mensen die het placebo krijgen. Jijzelf als
onderzoeker mag dit niet weten, maar de mensen die het krijgen ook niet. Dit omdat je het
anders niet goed kunt onderzoeken.
- Nulhypothese: je moet er van uit gaan dat je geen gelijk hebt.
- Alternatieve hypothese: je moet een groot percentage hebben dat je weet dat je gelijk hebt
in hetgeen wat je hebt onderzocht.
3. Data verzamelen (wat heb je precies gedaan enz.)
4. Resultaten analyseren en hypothese verwerpen of accepteren
- Er moet een betrouwbaarheid van 95% of hoger zijn dat de alternatieve hypothese aan de
orde is, dus dat er gelijk is en dat er effect is op je experiment.
- De uitslag kan niet berusten op toeval. Je hebt alles goed onderzocht en de betrouwbaarheid
is groot.
5. Resultaten publiceren, bekritiseren en repliceren.
- Je kan je onderzoek in een blad zetten als artikel. En dan wordt het gepubliceerd. Zodat
andere wetenschappers het ook kunnen lezen. Eerst moet het artikel helemaal goed zijn, je
kunt dan nog dingen veranderen.

Onderzoeksmethoden:

1. Experimentonderzoek: je onderzoekt vergelijkbare groepen en alle omstandigheden
controleert en rechtstreeks manipuleert.
2. Correlatieonderzoek: er is een verband tussen bepaalde zaken, maar we weten niet precies
de aard van het verband en of er een oorzaak of gevolg aan zit. Of dat er iets die 2 verbindt.
We weten alleen dat er een verbinding tussen beide zit.
3. Survey: enquete of vragenlijst
4. Natuurlijke observaties: je houdt iets in de gaten en meet iets zonder het te manipuleren.
Het komt natuurlijk voor en je kijkt alleen.
5. Gevalstudie: bijvoorbeeld 1 geval waarbij je heel erg de diepte in gaat om het te
onderzoeken.

,7 invalshoeken van psychologie:

1. Biologische invalshoek/neurowetenschap
- Multidisciplinair onderzoeksveld.
- Zij onderzoeken naar met name erfelijkheid, evolutionaire basis en biologie. Dus bijvoorbeeld
hoe zien je hersenen er uit en je centrale zenuwstelsel.

Erfelijkheid:

Genotype: pakket genen die je hebt meegekregen van je ouders 50% dna van vader en 50% van de
moeder. Genetisch materiaal.

Fenotype: is wat er van terecht komt. Dit heeft te maken met het milieu waar in je opgroeit, hoe je
jeugd verloopt en wat voor eten je krijgt. De uitkomst is het fenotype

Mutaties: bijvoorbeeld door straling ontstaan er kleine veranderingen in genen dan wat eigenlijk was
doorgegeven bij het genotype.

Genen zijn vastgelegd in DNA. Die genen zijn vervolgens aaneen geregen in lange ketens en die
worden chromosomen noemen. 23 paren. Vrouw xx man xy zijn de geslachtschromosomen. Als
iemand van chromosoom paar 21 3 heeft dan heeft die persoon het syndroom van down (trisomie)

Gedragsgenetica:

- Onderzoek naar de genetische basis van gedrag, eigenschappen en stoornissen. Hoeveel kans
is er op een stoornis bijvoorbeeld schizofrenie dat kunnen ze onderzoeken of dat te maken
heeft met de genen.
- Directe verbanden tussen gedrag en genetica: moeilijk aantoonbaar  complex gedrag
samenspel tussen vele genen en interactie met omgeving. Hoe werkt de genetica samen met
beïnvloedbare omgeving. Bijvoorbeeld crimineel gedrag. Dat is moeilijk vast te stellen, want
wat is crimineel gedrag. Zeer complex en cultuurgebonden definitie.
- Vaststellen van genetische basis van bepaalde stoornissen zoals syndroom van down, fragiele
X-syndroom (geestelijke handicaps), maar vermoedelijk ook schizofrenie. Ze kunnen
vaststellen door genen of je meer of minder kans hebt.

Tweelingstudies:

- Een-eiige (monozygotische) tweelingen hebben ongeveer 100% hetzelfde genotype vs. Twee-
eiige (dizygotische) tweelingen ongeveer 50%.
- Aanname: zelfde omgevingsinvloeden  verschil zou dus alleen op de erfelijkheid moeten
berusten.
- Kritiekpunten:
aanname klopt niet. 1 eiige tweelingen worden vaker op de zelfde manier behandeld
genen en gedrag (genetic pathways) zijn te ingewikkeld om als 1 op 1 relatie weer te geven.
- 2 eiige tweelingen die in verschillende gezinnen terecht zijn gekomen, dus uit elkaar gehaald
bij de geboorte.

, 2. Evolutionaire

Genen en gedrag:

- Onderdelen gedrag zijn onmiskenbaar aangeboren.
 Aanwezig bij geboorte en deel van biologische erfenis
 Gedeeld met soortgenoten, bijvoorbeeld aanleg om op twee voeten te lopen en praten.
- Is geen toeval. Als soort delen wij dat. Wij delen die genen.
- Evolutie: gedrag dat consequent bij een soort wordt aangetroffen, heeft waarschijnlijk een
genetische basis die geleidelijk is ontstaan omdat het een succesvolle aanpassing bleek aan
de eisen van de omgeving.

Evolutieleer:

- Charles Darwin beschreef evolutietheorie over ontwikkeling van leven en mechanisme
erachter  natuurlijke selectie.
- Natuurlijke selectie werkt als volgt:
1. Omgeving legt druk op soort
2.  ontstaat concurrentie om schaarse bronnen
3.  organismen die meest geschikt blijken, overleven (zowel binnen als tussen soorten)
4.  de succesvolle organismen geven hun genen door
5.  in volgende generatie meer dragers van het succesvolle genotype

Evolutiepsychologie:

- Overblijfselen van gedrag van ‘vroeger’.
- Voorbeelden:
Fobieën: slangen- en spinnenfobie komen vele malen vaker voor dan liftenfobie.
Voorkeur voor zoet en vet voedsel. Zoet en vet voedsel is nuttig omdat het energie geeft.
- Four F’s:
1. Fighting (vroeger handig om te overleven)
2. Fleeing (vluchten)
3. Feeding (voeden)
4. Mating (voorkeur voor sekspartners)
- Voortplanting: verspreiden genen zowel van de soort als het individu.

Evolutiepsychologie:

- Seksuele aantrekkingskracht belangrijk voor voortplanting.
(mensen)vrouwen hebben lange draagtijd, dus weinig kans om zich te reproduceren:
kwaliteit boven kwantiteit  baat bij stabiele relatie  vallen op succesvolle en rijpe
mannen.
Mannen kunnen zich veel meer reproduceren  hebben baat bij promiseu gedrag  vallen
op jonge, aantrekkelijke vrouwen.
- Verklaringen met alleen evolutie zijn oppervlakkig en houden geen rekening met cultuur.
€5,99
Krijg toegang tot het volledige document:

100% tevredenheidsgarantie
Direct beschikbaar na je betaling
Lees online óf als PDF
Geen vaste maandelijkse kosten

Maak kennis met de verkoper
Seller avatar
aperdon123

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
aperdon123 Saxion Hogeschool
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
1
Lid sinds
2 jaar
Aantal volgers
1
Documenten
11
Laatst verkocht
2 jaar geleden

0,0

0 beoordelingen

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via Bancontact, iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo eenvoudig kan het zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen