Samenvatting foto - mediatechnieken

Samenvatting: Fotografie
INLEIDING

Fotografie -> afgeleid 2 Griekse woorden

- Photos en Grafein = schrijven met licht
- Licht is essentieel om foto’s te maken
- Onze ogen zijn lichtgevoeliger dan een camera -> ’s avonds is een foto korrelig
- De aanwezigheid van geschikt licht is een vereiste voor een geslaagde foto

Rekening houden met

- Passende compositie
- Bepalen van scherpteveld
- Juiste keuze en gebruik van materiaal
- Creativiteit en duidelijke visie

LICHT

Kleurtemperatuur

- Elke lichtbron heeft een kleur die alles binnen de reikwijdte beïnvloedt
- Kleurtemperatuur: de kleur van het licht mathematisch onderverdelen
o Eenheid kleur: Kelvin
o Hoe lager op de kleurschaal -> hoe warmer het licht (rood/oranje/geel)
o Hoe hoger -> hoe kouder (blauw)




- Natuurlijk licht (zonlicht)
o Grootste deel van de dag
o Lichtblauw (6500 Kelvin)
o Tijdens zonsopgang en -ondergang -> temperatuur zakt naar 2000 Kelvin
o Kleurtemperatuur wordt beïnvloedt door weersomstandigheden
- Kunstlicht
o Kleurtemperatuur varieert naargelang de lichtbron
 Gloeilampen (2500 K) geven warm roodoranje licht
 Fluorescentielampen varieert tussen geel, wit en groen
 Ledlampen (5000 K) neutrale witte kleur

Lichtbronnen

- Natuurlijk licht: rijk en veelzijdig
o Golden hour (magic hour): net na zonsopgang of vlak voor zonsondergang
 Duurt tien minuten (afhankelijk van plaats en jaargetijde)
 Unieke eigenschappen: warmer, diffuus en schaduwen zijn langer
o Nadeel: geen controle over karakter en lichtintensiteit
o Voordeel: ziet er nooit onnatuurlijk uit en je kan met korte sluitertijden en kleine
lensopeningen werken

, - Kunstlicht: lichtbronnen die een elektrische voeding nodig hebben
o Tungsten: wolfraamdraad met glazen kwarts
 Kwarts: weerstaan van de hoge temperatuur van brandende wolfraamdraad
 Nooit aanraken
 Heel warm
 Kwarts kan ontploffen bij kleinste hoeveelheid vet
 Verbranding: warm licht
 Film- en foto-opnames
o Led: diodes die licht uitstralen als er elektrische spanning doorgaat -> koud proces
 Geen sprake van verbranding of hitte
 Energie-efficiënt
 Kleurtemperatuur Led > Tungsten
 Mogelijkheid om deze aan te passen bij led
 Veelzijdig en gebruiksvriendelijk
o Fluorescentielamp: gasontlading die fluoriderende laag oplicht
 Energiezuiniger (spaarlamp)
 Diffuus, zacht licht
 Geen warmte -> dicht bij onderwerp plaatsen
 Verschillende kleurtemperaturen
 Nadeel: flikkeren -> bij video niet mooi
- Flitslicht en continulicht
o Flitslicht: op set en locatie
 Tungsten
 Geen led -> lichtopbrengst kleiner
 Geen fluorescentie -> ontsteken te traag
o Continulicht: verbruikt meer energie
 Elk moment zien wat het licht doet met onderwerp
 Ingebouwde lichtmeting
- Soorten licht: hard en zacht licht
o Hard: sterk afgelijnde schaduwen
 Direct zonlicht (zonder wolken) of kunstlicht (spots -> tungsten of led)
o Zacht: zonlicht op bewolkte dag (gebroken door filter)
 Floods/floodlampen: zacht kunstlicht
 Soft box: diffusiescherm die licht verzacht
 Kino flo: fluorescentielampen
- Filters en reflectieschermen
o Gelfilters: kleurtemperatuur van kunstlicht veranderen
 Tungsten: op afstand van de bron plaatsen
 Barndoors: klepjes voor aflijnen vd lichtstraal en om gelfilters te plaatsen
 Kleurloze, diffusie gelfilters: hard -> zacht, spot -> flood
o Reflectiescherm (paraplu-reflectoren)
 Wit: neutraal, zacht licht
 Zilverkleurig spiegelend: behoud lichtsterkte
 Goud
 Groot wit stuk karton heeft zelfde effect
 Reflectieschermen: creëren van opvullicht




- Richting
o Meelicht: vertrekt vanuit standpunt fotograaf (zon achter je of flits)