Op het moment dat iemand een portemonnee steelt van een oude vrouw is het
duidelijk dat dit valt onder art. 310 Sr. In dit artikel staat diefstal omschreven als
het wegnemen van enig goed dat aan een ander toebehoort. 1 Bij objecten die
niet tastbaar zijn zoals digitale objecten of elektriciteit is het ingewikkeld
wanneer er sprake is van het begrip “goed”. 2 In het RuneScape-arrest heeft de
Hoge Raad besloten dat het stelen van digitale objecten ook valt onder art. 310
Sr.3 Er is hier sprake van een open norm waar de rechters hun eigen invulling
hebben gegeven aan het woord “goed”. Het is lastig om te bepalen hoe ver de
bevoegdheid strekt van rechters. In dit betoog beantwoord ik de vraag: “In
hoeverre kan de rechter zijn eigen invulling geven bij arresten zoals RuneScape?”
Ik focus niet alleen op de feiten (normatief), maar ook de morele kant komt aan
bod. Tevens zal de nadruk worden gelegd op het literatuuronderzoek waarbij
weinig ruimte is voor een empirische benadering.
Allereerst wordt de verhouding tussen de wetgevende macht en de rechterlijke
macht besproken. Aansluitend zullen de ontwikkelingen tussen deze machten
worden toegelicht aan de hand van de ideeën van Wiarda. Daarnaast zal de rol
van de rechtswetenschapper worden vergeleken met de rol van de rechter. Tot
slot worden al mijn bevindingen uiteengezet in mijn conclusie.
Scheiding der machten
In Nederland is er een unieke manier om de wet te interpreteren. Een goed
voorbeeld is art. 120 Gw wat constitutionele toetsing verbiedt. 4 De reden voor
deze bepaling is dat de bevoegdheid van de rechter wordt beperkt en de
wetgevende macht wordt beschermd. Dit is makkelijk uit te leggen aan de hand
van de ideeën van Montesquieu. Hij bedacht de scheiding der machten, ook
bekend als de trias politica.5 Waarbij de wetgevende macht, uitvoerende macht
en de rechterlijke macht elk hun eigen gezag hebben, maar er is wel de
mogelijkheid om elkaar te controleren. Volgens hem is de rechterlijke macht de
spreekbuis van de wet en er is geen ruimte voor een constitutionele benadering.
Dit is terug te zien in ons huidige rechtssysteem door middel van art. 120 Gw.
Daarentegen zijn er in onze Grondwet ook de artikelen 93 en 94 Gw opgenomen. 6
Deze bepalingen zorgen dat de rechter wel mag toetsen aan een ieder
verbindende verdragen. Dit resulteert in het tegenovergestelde, want de rechter
krijgt meer ruimte om internationale verdragen te toetsen aan de wet. De
bescherming van de wetgevende macht gebeurt dus alleen doordat de rechter
niet mag toetsen aan de Grondwet. Dit zorgt nog steeds voor genoeg ruimte om
eigen inzichten te gebruiken bij uitspraken door middel van artikel 93 en 94 Gw. 7
De scheiding der machten is in Nederland dus niet zo strikt als Montesquieu die
in eerste instantie beoogde en dat resulteert in meer zeggenschap voor de
rechterlijke macht.
Wiarda
1
Art. 310 Wetboek van Strafrecht.
2
Spierings & Pesselse, NTBR 2012, p. 27.
3
HR 31 januari 2012, ECLI:HR:2012:BQ9251.
4
Cliteur & Ellian 2022, p. 166-167.
5
Cliteur & Ellian 2022, p. 170.
6
Cliteur & Ellian 2022, p. 166-167.
7
Cliteur & Ellian 2022, p. 197-198.