Hoofdstuk 2
1. What does it mean to say that gender is performative? what are its implications?
Give examples.
Genderperformativiteit is het idee dat gender geen natuurlijk gegeven is, maar wordt geconstrueerd
door performance (opvoering) en rollenspel. Bij verschillende genderrollen horen specifieke
gedragingen en handelingen. Welke dat zijn, wordt bepaald door verscheidene culturele discoursen en
met name via taal. Door het herhaaldelijk opvoeren (performen) van bepaalde handelingen en
gedragingen verkrijgen individuen een schijnbaar coherente genderidentiteit.
Het idee dat gender performatief is, verwijst naar het concept dat gender geen inherente of vaste
eigenschap is, maar eerder iets dat wordt geconstrueerd en uitgevoerd door sociale interacties en
culturele praktijken. Dit idee is van invloed geweest op de feministische en queer-theorie, omdat het
de manieren benadrukt waarop gender een cultureel en sociaal geconstrueerde categorie is, in plaats
van een natuurlijk of essentieel aspect van identiteit.
Een van de belangrijkste implicaties van het idee dat gender performatief is, is dat het suggereert dat
gender geen binaire of vaste categorie is, maar eerder een vloeiende en constant evoluerende
constructie die op verschillende manieren kan worden gevormd en uitgevoerd. Dit heeft belangrijke
implicaties voor hoe we gender begrijpen en ervaren, aangezien het suggereert dat er niet slechts één
"juiste" manier is om man of vrouw te zijn, maar dat er een breed scala aan genderidentiteiten en
-expressies mogelijk is.
Voorbeelden van genderprestaties kunnen de manier zijn waarop we onszelf presenteren door middel
van onze kleding, kapsels en andere vormen van uiterlijk, evenals de manier waarop we spreken,
bewegen en omgaan met anderen. Deze prestaties kunnen worden beïnvloed door verschillende
factoren, waaronder culturele normen en verwachtingen, persoonlijke voorkeuren en individuele
identiteit.
, 2. Discuss the notion of precarity in relation to gender.
Precariteit houdt natuurlijk rechtstreeks verband met gendernormen, aangezien we weten dat degenen
die hun geslacht niet op een begrijpelijke manier beleven, een verhoogd risico lopen op pesterijen en
geweld. Gendernormen hebben alles te maken met hoe en op welke manier we in de openbare ruimte
kunnen verschijnen; hoe en op welke manier een onderscheid wordt gemaakt tussen het openbare en
het privé-leven, en hoe dat onderscheid wordt geïnstrumentaliseerd ten dienste van de seksuele
politiek; wie zal worden gecriminaliseerd op basis van zijn openbare verschijning; wie niet zal worden
beschermd door de wet of, meer bepaald, door de politie, op straat, op het werk, of thuis.
Link tussen gendernormen + precariteit: wie niet conformeert aan gendernormen (op diens klassiek
begrepen wijze), heeft meer risico op blootstelling aan geweld zonder bescherming. Gendernormen:
Definiëren hoe men mag verschijnen in het publieke (en in privé).
Hoofdstuk 4: Kinship and beyond
3. "Kinship" is a model for the organization of society. It follows that kinship also is an
ideology. Explain and illustrate with regard to Western society.
Kinship verwijst naar de relaties gebaseerd op huwelijk en samenlevingen. Deze verschillen in de
manier waarop kinship de basis vormt voor de sociale, economische en politieke organisatie. Het is
ook een ideologie van menselijke relaties; het is een model die de wereld beschrijft (waar het allemaal
om draait); het omvat culturele ideeën over wat het betekent om een mens te zijn; wat natuurlijk is en
wat moraliteit is. Dit heeft uiteraard gevolgen naar reproductie en seksualiteit toe. Het is
heteronormatief en gaat over het produceren van kinderen.
4. Why is the concept of relatedness better suited to study intimate relationships than
the notion of kinship?
, Kinship en relatedness betekenen beide verwantschap. ‘Kinship’ als zodanig heeft geen betrekking op
alle relaties die vrouwen en mannen hebben met elkaar (denk aan vrienden, casual relaties, verzorgers,
chatvrienden, Facebook vrienden…). Dit zijn ook allemaal relaties, ondanks dat ze niet onder de
noemer van ‘bloedverwantschap’ of ‘wet’ (huwelijk) vallen. Daarom hebben hedendaagse auteurs de
term ‘relatedness’ voorgesteld. Kinship wordt in onze Westerse cultuur beschreven als onmiddellijk
verbonden met de biologische voortplanting. Het is gemakkelijk om via de biologische banden na te
gaan hoe deze in elkaar zitten en de mensen met elkaar omgaan (deze banden zijn duidelijk en staan
op papier (geboorteakte) en zijn genetisch (DNA)). Als de wetenschap nieuwe feiten ontdekt over de
biogenetische wetenschap, dan is dat wat kinship is en altijd was, ook al was het niet bekend op dat
moment.
Maurice Godelier beschrijft dat de Westerse maatschappij steeds meer aan het groeien is naar een
model die focust op het sociale karakter van kinship. Het beweegt naar een meer ‘exotische’
samenleving die antropologen zouden moeten bestuderen. homohuwelijk; adoptie (werd tot de 19 de
Vb. IVF (de zaken zijn niet meer zo strikt); eeuw verboden door de katholieke kerk); zwangerschap
en geboorte. Kinship alleen is dus niet genoeg om intieme relaties te onderzoeken in de Westerse
samenleving, aangezien deze enkel focust op relaties door ‘bloed’ of ‘wet’. Men kan best alle soorten
relaties die mannen en vrouwen met elkaar hebben in overweging nemen, en dus ook kijken naar
‘relatedness’.
5. Older studies of kinship projected western values and ideology onto "other"
societies. Explain and illustrate.
Historisch gezien zijn veel onderzoeken naar verwantschap in antropologie en sociologie bekritiseerd
omdat ze westerse waarden en ideologieën op andere samenlevingen projecteren, in plaats van te
proberen deze samenlevingen op hun eigen voorwaarden te begrijpen. Dit kan op een aantal
verschillende manieren gebeuren.
Een manier waarop westerse waarden en ideologieën op andere samenlevingen kunnen worden
geprojecteerd, is door het gebruik van terminologie en categorieën die specifiek zijn voor westerse
culturen. In veel traditionele westerse samenlevingen wordt het kerngezin bijvoorbeeld gezien als de
primaire eenheid van sociale organisatie, en dit komt tot uiting in de manier waarop antropologen en
sociologen verwantschap in andere culturen hebben bestudeerd. Dit kan echter leiden tot een
vertekend begrip van verwantschap in samenlevingen met verschillende vormen van sociale
organisatie, aangezien deze vormen mogelijk niet netjes in westerse categorieën passen.
1. What does it mean to say that gender is performative? what are its implications?
Give examples.
Genderperformativiteit is het idee dat gender geen natuurlijk gegeven is, maar wordt geconstrueerd
door performance (opvoering) en rollenspel. Bij verschillende genderrollen horen specifieke
gedragingen en handelingen. Welke dat zijn, wordt bepaald door verscheidene culturele discoursen en
met name via taal. Door het herhaaldelijk opvoeren (performen) van bepaalde handelingen en
gedragingen verkrijgen individuen een schijnbaar coherente genderidentiteit.
Het idee dat gender performatief is, verwijst naar het concept dat gender geen inherente of vaste
eigenschap is, maar eerder iets dat wordt geconstrueerd en uitgevoerd door sociale interacties en
culturele praktijken. Dit idee is van invloed geweest op de feministische en queer-theorie, omdat het
de manieren benadrukt waarop gender een cultureel en sociaal geconstrueerde categorie is, in plaats
van een natuurlijk of essentieel aspect van identiteit.
Een van de belangrijkste implicaties van het idee dat gender performatief is, is dat het suggereert dat
gender geen binaire of vaste categorie is, maar eerder een vloeiende en constant evoluerende
constructie die op verschillende manieren kan worden gevormd en uitgevoerd. Dit heeft belangrijke
implicaties voor hoe we gender begrijpen en ervaren, aangezien het suggereert dat er niet slechts één
"juiste" manier is om man of vrouw te zijn, maar dat er een breed scala aan genderidentiteiten en
-expressies mogelijk is.
Voorbeelden van genderprestaties kunnen de manier zijn waarop we onszelf presenteren door middel
van onze kleding, kapsels en andere vormen van uiterlijk, evenals de manier waarop we spreken,
bewegen en omgaan met anderen. Deze prestaties kunnen worden beïnvloed door verschillende
factoren, waaronder culturele normen en verwachtingen, persoonlijke voorkeuren en individuele
identiteit.
, 2. Discuss the notion of precarity in relation to gender.
Precariteit houdt natuurlijk rechtstreeks verband met gendernormen, aangezien we weten dat degenen
die hun geslacht niet op een begrijpelijke manier beleven, een verhoogd risico lopen op pesterijen en
geweld. Gendernormen hebben alles te maken met hoe en op welke manier we in de openbare ruimte
kunnen verschijnen; hoe en op welke manier een onderscheid wordt gemaakt tussen het openbare en
het privé-leven, en hoe dat onderscheid wordt geïnstrumentaliseerd ten dienste van de seksuele
politiek; wie zal worden gecriminaliseerd op basis van zijn openbare verschijning; wie niet zal worden
beschermd door de wet of, meer bepaald, door de politie, op straat, op het werk, of thuis.
Link tussen gendernormen + precariteit: wie niet conformeert aan gendernormen (op diens klassiek
begrepen wijze), heeft meer risico op blootstelling aan geweld zonder bescherming. Gendernormen:
Definiëren hoe men mag verschijnen in het publieke (en in privé).
Hoofdstuk 4: Kinship and beyond
3. "Kinship" is a model for the organization of society. It follows that kinship also is an
ideology. Explain and illustrate with regard to Western society.
Kinship verwijst naar de relaties gebaseerd op huwelijk en samenlevingen. Deze verschillen in de
manier waarop kinship de basis vormt voor de sociale, economische en politieke organisatie. Het is
ook een ideologie van menselijke relaties; het is een model die de wereld beschrijft (waar het allemaal
om draait); het omvat culturele ideeën over wat het betekent om een mens te zijn; wat natuurlijk is en
wat moraliteit is. Dit heeft uiteraard gevolgen naar reproductie en seksualiteit toe. Het is
heteronormatief en gaat over het produceren van kinderen.
4. Why is the concept of relatedness better suited to study intimate relationships than
the notion of kinship?
, Kinship en relatedness betekenen beide verwantschap. ‘Kinship’ als zodanig heeft geen betrekking op
alle relaties die vrouwen en mannen hebben met elkaar (denk aan vrienden, casual relaties, verzorgers,
chatvrienden, Facebook vrienden…). Dit zijn ook allemaal relaties, ondanks dat ze niet onder de
noemer van ‘bloedverwantschap’ of ‘wet’ (huwelijk) vallen. Daarom hebben hedendaagse auteurs de
term ‘relatedness’ voorgesteld. Kinship wordt in onze Westerse cultuur beschreven als onmiddellijk
verbonden met de biologische voortplanting. Het is gemakkelijk om via de biologische banden na te
gaan hoe deze in elkaar zitten en de mensen met elkaar omgaan (deze banden zijn duidelijk en staan
op papier (geboorteakte) en zijn genetisch (DNA)). Als de wetenschap nieuwe feiten ontdekt over de
biogenetische wetenschap, dan is dat wat kinship is en altijd was, ook al was het niet bekend op dat
moment.
Maurice Godelier beschrijft dat de Westerse maatschappij steeds meer aan het groeien is naar een
model die focust op het sociale karakter van kinship. Het beweegt naar een meer ‘exotische’
samenleving die antropologen zouden moeten bestuderen. homohuwelijk; adoptie (werd tot de 19 de
Vb. IVF (de zaken zijn niet meer zo strikt); eeuw verboden door de katholieke kerk); zwangerschap
en geboorte. Kinship alleen is dus niet genoeg om intieme relaties te onderzoeken in de Westerse
samenleving, aangezien deze enkel focust op relaties door ‘bloed’ of ‘wet’. Men kan best alle soorten
relaties die mannen en vrouwen met elkaar hebben in overweging nemen, en dus ook kijken naar
‘relatedness’.
5. Older studies of kinship projected western values and ideology onto "other"
societies. Explain and illustrate.
Historisch gezien zijn veel onderzoeken naar verwantschap in antropologie en sociologie bekritiseerd
omdat ze westerse waarden en ideologieën op andere samenlevingen projecteren, in plaats van te
proberen deze samenlevingen op hun eigen voorwaarden te begrijpen. Dit kan op een aantal
verschillende manieren gebeuren.
Een manier waarop westerse waarden en ideologieën op andere samenlevingen kunnen worden
geprojecteerd, is door het gebruik van terminologie en categorieën die specifiek zijn voor westerse
culturen. In veel traditionele westerse samenlevingen wordt het kerngezin bijvoorbeeld gezien als de
primaire eenheid van sociale organisatie, en dit komt tot uiting in de manier waarop antropologen en
sociologen verwantschap in andere culturen hebben bestudeerd. Dit kan echter leiden tot een
vertekend begrip van verwantschap in samenlevingen met verschillende vormen van sociale
organisatie, aangezien deze vormen mogelijk niet netjes in westerse categorieën passen.
