ONTWIKKELING STIMULEREN
De kleutertijd
Kind is zeer spontaan, open, vrijmoedig en vindingrijk
Kleuter is altijd in beweging
Eigen individualiteit vertonen
Vanaf 2,5 à 3 jaar gaan ze naar school
Voor de 3e verjaardag = hoogtepunt trotsfase voorbij negativisme boven positivisme
Rituelen nemen af
Lichamelijke ontwikkeling
Groei van het kind voltrekt zich geleidelijk
Groei ‘bovendelen’ verloopt trager
Begin kleuterperiode: gebit melktanden volledig (20 tanden)
Motorische ontwikkeling
De grove motoriek
Kan rechtop lopen zoals grote mensen
Kenmerkend: springen, lopen en zwemmen worden steeds beter uitgevoerd
Kleuter zal meerdere bewegingen uitoefenen
Activiteitenniveau op 3 jarige leeftijd het hoogst
Activiteitenniveau van jongens is hoger dan bij meisjes
De fijne motoriek
Kleine en subtielere lichaamsbewegingen bv. gebruik van vork
Bij het tekenen steeds meer blijk van oog-handcoördinatie
Driejarige Vierjarige Vijfjarige
Knipt papier Vouwt papier in driehoeken Vouwt papier in helften en kwarten
Plakt met behulp van een vinger Schrijft naam Tekent driehoek, rechthoek en cirkel
Bouwt een brug met 3 blokken Rijgt kralen Gebruikt een potlood op de juiste manier
Tekent rondjes en plusjes Kopieert kruisjes Maakt objecten van klei
Links- of rechtshandigheid
Tegen het einde van de kleutertijd vertonen de meeste kinderen een voorkeurshand
5e levensjaar tonen ze een duidelijke neiging om een bepaald hand te gebruiken
Meer jongens dan meisjes zijn linkshandig
90% rechtshandig en 10% linkshandig
, Sensoriële ontwikkeling
Verwijzen naar de perceptuele ontwikkeling van de peuter
Kleuter krijgt steeds meer oog voor detail duidelijk op te merken in tekenontwikkeling
Seksuele ontwikkeling
Verkennen van eigen lichaam en andermans lichaam en daarbij horende gevoelens =
aanwezig maar minder in het openbaar
Kinderen vertolken hun behoefte in een spel bv. doktertje spelen
Behoefte aan lichamelijk contact blijft zeer groot
Volgens FREUD: kleuter bevindt zich in de fallische fase of oedipale fase (eerste genitale fase)
Aandacht van kind gaat naar geslachtsdelen
Ontstaan van ‘oedipale crisis’ die opgelost moet worden:
Jongens verlangen naar het verdwijnen van papa zodat ze mama voor zich hebben
Bij meisjes is dit het omgekeerde
Castratieangst:
De kinderen zijn bang dat de vader hun wensdromen ten opzichte van de moeder zal
ontdekken en hen zal straffen jongens denken dat hij hun penis er zal afsnijden
Ontwikkelen penisnijd = meisjes denken dat ze een penis moeten hebben
Identificatie = het proces dat op gang komt om dit probleem op te lossen
Cognitieve ontwikkeling
Kleuter bevindt zich zoals de peuter in de pre-operationele fase van het denken volgens
Piaget
Taalontwikkeling
Kleuter bevindt zich in de differentiatiefase:
Het kind zet alle ontwikkelingen uit de eerste talige voort. De fonologische ontwikkeling
wordt bijna helemaal voltooid. Kind breidt de woordenschat verder uit.
Waarneming en denken zijn nauw met elkaar verbonden
Veel van ons denken verloopt via taal
Oorzaak van de denkfouten in de pre-operationele fase:
Percept: het geheel aan indrukken, die bij een kind overblijven, nadat het een ding heeft
waargenomen waarvoor het kind nog geen naam heeft.
Van begrip naar concept: het begrip heeft nog niet de juiste opvulling en het voldoende
niveau van abstractie die het begrip bij volwassenen heeft waardoor het een concept wordt
De kleutertijd
Kind is zeer spontaan, open, vrijmoedig en vindingrijk
Kleuter is altijd in beweging
Eigen individualiteit vertonen
Vanaf 2,5 à 3 jaar gaan ze naar school
Voor de 3e verjaardag = hoogtepunt trotsfase voorbij negativisme boven positivisme
Rituelen nemen af
Lichamelijke ontwikkeling
Groei van het kind voltrekt zich geleidelijk
Groei ‘bovendelen’ verloopt trager
Begin kleuterperiode: gebit melktanden volledig (20 tanden)
Motorische ontwikkeling
De grove motoriek
Kan rechtop lopen zoals grote mensen
Kenmerkend: springen, lopen en zwemmen worden steeds beter uitgevoerd
Kleuter zal meerdere bewegingen uitoefenen
Activiteitenniveau op 3 jarige leeftijd het hoogst
Activiteitenniveau van jongens is hoger dan bij meisjes
De fijne motoriek
Kleine en subtielere lichaamsbewegingen bv. gebruik van vork
Bij het tekenen steeds meer blijk van oog-handcoördinatie
Driejarige Vierjarige Vijfjarige
Knipt papier Vouwt papier in driehoeken Vouwt papier in helften en kwarten
Plakt met behulp van een vinger Schrijft naam Tekent driehoek, rechthoek en cirkel
Bouwt een brug met 3 blokken Rijgt kralen Gebruikt een potlood op de juiste manier
Tekent rondjes en plusjes Kopieert kruisjes Maakt objecten van klei
Links- of rechtshandigheid
Tegen het einde van de kleutertijd vertonen de meeste kinderen een voorkeurshand
5e levensjaar tonen ze een duidelijke neiging om een bepaald hand te gebruiken
Meer jongens dan meisjes zijn linkshandig
90% rechtshandig en 10% linkshandig
, Sensoriële ontwikkeling
Verwijzen naar de perceptuele ontwikkeling van de peuter
Kleuter krijgt steeds meer oog voor detail duidelijk op te merken in tekenontwikkeling
Seksuele ontwikkeling
Verkennen van eigen lichaam en andermans lichaam en daarbij horende gevoelens =
aanwezig maar minder in het openbaar
Kinderen vertolken hun behoefte in een spel bv. doktertje spelen
Behoefte aan lichamelijk contact blijft zeer groot
Volgens FREUD: kleuter bevindt zich in de fallische fase of oedipale fase (eerste genitale fase)
Aandacht van kind gaat naar geslachtsdelen
Ontstaan van ‘oedipale crisis’ die opgelost moet worden:
Jongens verlangen naar het verdwijnen van papa zodat ze mama voor zich hebben
Bij meisjes is dit het omgekeerde
Castratieangst:
De kinderen zijn bang dat de vader hun wensdromen ten opzichte van de moeder zal
ontdekken en hen zal straffen jongens denken dat hij hun penis er zal afsnijden
Ontwikkelen penisnijd = meisjes denken dat ze een penis moeten hebben
Identificatie = het proces dat op gang komt om dit probleem op te lossen
Cognitieve ontwikkeling
Kleuter bevindt zich zoals de peuter in de pre-operationele fase van het denken volgens
Piaget
Taalontwikkeling
Kleuter bevindt zich in de differentiatiefase:
Het kind zet alle ontwikkelingen uit de eerste talige voort. De fonologische ontwikkeling
wordt bijna helemaal voltooid. Kind breidt de woordenschat verder uit.
Waarneming en denken zijn nauw met elkaar verbonden
Veel van ons denken verloopt via taal
Oorzaak van de denkfouten in de pre-operationele fase:
Percept: het geheel aan indrukken, die bij een kind overblijven, nadat het een ding heeft
waargenomen waarvoor het kind nog geen naam heeft.
Van begrip naar concept: het begrip heeft nog niet de juiste opvulling en het voldoende
niveau van abstractie die het begrip bij volwassenen heeft waardoor het een concept wordt
