VONNIS
Rechtbank Haarlem
Sector strafrecht
Zittingsplaats Amsterdam
Vonnis van de enkelvoudige kamer, in de strafzaak tegen
Carola Mink,
geboren te Amsterdam op 9 juni 1986,
ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens op het adres
Stadhouderskade 413, 1089 NG Amsterdam
1.Tenlastelegging
De officier van justitie verdenkt verdachte ervan dat zij betrokken is geweest bij twee
strafbare feiten. Deze verdenkingen staan beschreven in de tenlastelegging.
De officier van justitie verdenkt de verdachte ervan dat zij:
Feit 1
zij op of omstreeks 5 juni 2015 te Overveen, gemeente
Bloemendaal opzettelijk en wederrechtelijk een bord en/of drie
wijnglazen, in elk geval telkens een goed, geheel of
gedeeltelijk toebehorende aan Copacabana V.O.F., althans aan
Charles van Dijk, in ieder geval aan een ander of anderen dan
aan verdachte, heeft vernield en/of beschadigd en/of
onbruikbaar gemaakt door opzettelijk een persoon, genaamd G.
van Bruggen, die voornoemd bord en/of glazen op een dienblad
droeg, te laten struikelen, waardoor hij viel en waardoor
dientengevolge die glazen en/of dat bord op de grond vielen en
kapot gingen; (artikel 350 Wetboek van Strafrecht)
Feit 2
zij op of omstreeks 5 juni 2015, te Overveen, gemeente
Bloemendaal, in elk geval in Nederland, opzettelijk G. van
Bruggen heeft mishandeld, bestaande die mishandeling uit het
met het (uitgestrekte)been, althans met de voet, laten
struikelen van die van Bruggen, waardoor die van Bruggen viel
en (hard) op zijn pols terecht kwam, waardoor voornoemde van
Bruggen letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden;
(Artikel 300 Wetboek van Strafrecht)
Zij op of omstreeks 5 juni 2015 in de gemeente Bloemendaal opzettelijk en wederrechtelijk
drie wijnglazen en een bord, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan
, Copacabana Beach club, in elke geval aan een ander of andere dan aan verdachte, heeft
vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar maakt.
2. De voorvragen
De dagvaarding is geldig, de politierechter is bevoegd tot kennisneming van de ten laste
gelegde feiten en de officier van justitie is ontvankelijk. Er zijn geen redenen voor schorsing
van de vervolging, deze kan dus worden voortgezet.
3. Waardering van het bewijs
3.1 Bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de hierboven genoemde feiten en omstandigheden, dat wettig
en overtuigend bewezen is dat verdachte
op 5 Juni 2015 te Amsterdam opzettelijk de goederen van het restaurant heeft vernield. Hierna
ook heeft gezorgd voor schaafwonden door het slachtoffer naar de grond te brengen door een
uitgestrekte been. Ten gevolge waarvan het slachtoffer lichamelijk beperkt letsel heeft
bekomen.
3.2 Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot bewezenverklaring van opzettelijke en
wedderechtelijke vernieling en mishandeling. Dit standpunt is als volgt onderbouwd.
Uit het dossier blijk dat de verdachte onenigheid had met de medewerker I. Abrahams. Er zijn
aanwijzingen dat de onenigheid over vernieling en mishandeling ging.
Op 5 juni 2015 was de verdachte samen met haar twee collega’s C.L. Bartens en M. El
Mansouri bij een strandtent zitten in Bloemendaal genaamd Copacabana. Rond 11:00 uur
zaten zij bij de strandtent “Copacabana”. De drie dames hadden het erg naar hun zin en
hadden ondertussen al wat glaasjes wijn op. Na een tijdje wou verdachte een portie
bitterballen bestellen en is zelf maar de bar gelopen om dit te bestellen. Verdachte had een
van de medewerkers op het oog en wou graag dat hij de bitterballen zou bezorgen aan hun
tafel. Het verliep niet zoals verdachte het had gewild, de andere medewerker namelijk I.
Abraham, hier werd hij op aangesproken door de verdachte. Op dit moment begon verdachte
C. Mink uit te schelden en te beledigen voor ‘lelijke aap’. Slachtoffer greep in toen hij zag dat
zijn collega I. Abraham beledigd werd door de verdachte.
Toen slachtoffer voor zijn collega I. Abraham wou opkomen, werd hij ook uitgescholden.
Slachtoffer had door dat de drie collega’s waaronder verdachte dronken waren. Slachtoffer
verzocht de drie dames de tent te verlaten dit accepteerde de verdacht niet en werd agressief.
Slachtoffer begon de tafel waar de dames aan zaten af te ruimen met als teken dat de drie
collega’s weg moeten gaan en niet niks meer krijgen als ze toch wat bestellen. Terwijl
slachtoffer weg wou lopen stak de verdacht haar been uit, struikelde slachtoffer en hierdoor
een nare klap op de grond heeft gemaakt. Door de nare klap heeft slachtoffer de drie
wijnglazen, fles wijn en het bord met de portie bitterballen laten vallen en zijn de goederen zo
vernielt. De wijnfles was nog heel, verdachte heeft de fles opgepakt en bedreigde slachtoffer
met de wijnfles.
Rechtbank Haarlem
Sector strafrecht
Zittingsplaats Amsterdam
Vonnis van de enkelvoudige kamer, in de strafzaak tegen
Carola Mink,
geboren te Amsterdam op 9 juni 1986,
ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens op het adres
Stadhouderskade 413, 1089 NG Amsterdam
1.Tenlastelegging
De officier van justitie verdenkt verdachte ervan dat zij betrokken is geweest bij twee
strafbare feiten. Deze verdenkingen staan beschreven in de tenlastelegging.
De officier van justitie verdenkt de verdachte ervan dat zij:
Feit 1
zij op of omstreeks 5 juni 2015 te Overveen, gemeente
Bloemendaal opzettelijk en wederrechtelijk een bord en/of drie
wijnglazen, in elk geval telkens een goed, geheel of
gedeeltelijk toebehorende aan Copacabana V.O.F., althans aan
Charles van Dijk, in ieder geval aan een ander of anderen dan
aan verdachte, heeft vernield en/of beschadigd en/of
onbruikbaar gemaakt door opzettelijk een persoon, genaamd G.
van Bruggen, die voornoemd bord en/of glazen op een dienblad
droeg, te laten struikelen, waardoor hij viel en waardoor
dientengevolge die glazen en/of dat bord op de grond vielen en
kapot gingen; (artikel 350 Wetboek van Strafrecht)
Feit 2
zij op of omstreeks 5 juni 2015, te Overveen, gemeente
Bloemendaal, in elk geval in Nederland, opzettelijk G. van
Bruggen heeft mishandeld, bestaande die mishandeling uit het
met het (uitgestrekte)been, althans met de voet, laten
struikelen van die van Bruggen, waardoor die van Bruggen viel
en (hard) op zijn pols terecht kwam, waardoor voornoemde van
Bruggen letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden;
(Artikel 300 Wetboek van Strafrecht)
Zij op of omstreeks 5 juni 2015 in de gemeente Bloemendaal opzettelijk en wederrechtelijk
drie wijnglazen en een bord, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan
, Copacabana Beach club, in elke geval aan een ander of andere dan aan verdachte, heeft
vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar maakt.
2. De voorvragen
De dagvaarding is geldig, de politierechter is bevoegd tot kennisneming van de ten laste
gelegde feiten en de officier van justitie is ontvankelijk. Er zijn geen redenen voor schorsing
van de vervolging, deze kan dus worden voortgezet.
3. Waardering van het bewijs
3.1 Bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de hierboven genoemde feiten en omstandigheden, dat wettig
en overtuigend bewezen is dat verdachte
op 5 Juni 2015 te Amsterdam opzettelijk de goederen van het restaurant heeft vernield. Hierna
ook heeft gezorgd voor schaafwonden door het slachtoffer naar de grond te brengen door een
uitgestrekte been. Ten gevolge waarvan het slachtoffer lichamelijk beperkt letsel heeft
bekomen.
3.2 Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot bewezenverklaring van opzettelijke en
wedderechtelijke vernieling en mishandeling. Dit standpunt is als volgt onderbouwd.
Uit het dossier blijk dat de verdachte onenigheid had met de medewerker I. Abrahams. Er zijn
aanwijzingen dat de onenigheid over vernieling en mishandeling ging.
Op 5 juni 2015 was de verdachte samen met haar twee collega’s C.L. Bartens en M. El
Mansouri bij een strandtent zitten in Bloemendaal genaamd Copacabana. Rond 11:00 uur
zaten zij bij de strandtent “Copacabana”. De drie dames hadden het erg naar hun zin en
hadden ondertussen al wat glaasjes wijn op. Na een tijdje wou verdachte een portie
bitterballen bestellen en is zelf maar de bar gelopen om dit te bestellen. Verdachte had een
van de medewerkers op het oog en wou graag dat hij de bitterballen zou bezorgen aan hun
tafel. Het verliep niet zoals verdachte het had gewild, de andere medewerker namelijk I.
Abraham, hier werd hij op aangesproken door de verdachte. Op dit moment begon verdachte
C. Mink uit te schelden en te beledigen voor ‘lelijke aap’. Slachtoffer greep in toen hij zag dat
zijn collega I. Abraham beledigd werd door de verdachte.
Toen slachtoffer voor zijn collega I. Abraham wou opkomen, werd hij ook uitgescholden.
Slachtoffer had door dat de drie collega’s waaronder verdachte dronken waren. Slachtoffer
verzocht de drie dames de tent te verlaten dit accepteerde de verdacht niet en werd agressief.
Slachtoffer begon de tafel waar de dames aan zaten af te ruimen met als teken dat de drie
collega’s weg moeten gaan en niet niks meer krijgen als ze toch wat bestellen. Terwijl
slachtoffer weg wou lopen stak de verdacht haar been uit, struikelde slachtoffer en hierdoor
een nare klap op de grond heeft gemaakt. Door de nare klap heeft slachtoffer de drie
wijnglazen, fles wijn en het bord met de portie bitterballen laten vallen en zijn de goederen zo
vernielt. De wijnfles was nog heel, verdachte heeft de fles opgepakt en bedreigde slachtoffer
met de wijnfles.
