MEDIATECHNOLOGIE
MODULE 3D
1. WAT IS 3D PRINTING?
= Een productiemiddel dat fysieke voorwerpen maakt vanuit een digitaal 3D model.
Er wordt gebruik gemaakt van additive manufacturing.
Additive manufacturing = er w telkens opnieuw een extra laagje materiaal toegevoegd id
hoogte.
1.1 DE GESCHIEDENIS
Begin jaren 80 is de eerste 3D printer uitgevonden door Charles Hull
Het potentieel blijft toenemen:
o Printers worden goedkoper
o Commerciële 3D print services worden toegankelijker
o Aantal materialen neemt toe
o Meer creatief gebruik
1.2 VERSCHILLENDE PRINTMETHODES
FIRST THINGS FIRST: CREËER EEN MODEL
1. Download .stl uit databases (bv Thingiverse), gebruik een eigen model uit
software, gebruik 3D scanning
2. Slicen (verdeelt model in printbare lagen)
3. Printen
Houdt rekening met deze bij het slicen/programma installeren:
Brim support raft
1
, Skirt
infill overhang + bridging
Fused Deposition Modeling (FDM)
verwarmt thermoplastisch filament (kan herhaaldelijk geplooid w en stolt bij
afkoeling)
laagje per laagje op printplaat
1) Printbed: plaats waar 3D-print gevormd w.
2) Maximale afmetingen: kan enkel hiertussen geprint worden.
3) Cold end: deel vd extruder waar filament vd spoel w getrokken en gebracht id
printkop.
4) Ventilator: laten het geprint materiaal afkoelen.
5) Extruder: bestaat uit cold - en hot end, trekt filament door koude gedeelte en smelt
het voor het uit de printkop komt.
6) Filamentspoel: houder van filament.
7) Hot end: filament w tot gewenste temp verwarmd en gesmolten.
8) Lineaire rails: helpen printkop bewegen tijdens printen.
9) Nozzle: klein metalen element waar verwarmd plastic doorgestuurd w naar
printplaat.
10) Local controller: computertje dat de mogelijkheid geeft je print bij te stellen.
Stereolithografie Apparatus (SLA)
met laser laag per laag getekend op het hars
zeer gladde, gedetailleerde print
- moeilijk met scherpe hoeken
Digital Light Processing (DLP)
snellere variant van SLA
beamer-projector + reflecteert licht met matrix
aan kleine spiegels
2
, Powder Bed Fusion (PBF)
smelt poeder samen tot kleine deeltjes
dun laagje materiaal uitgespreid waarop gewenste printlaag gesmolten wordt
resterende materiaal moet worden weggeblazen
- duurder
1.3 MATERIALEN
Kies materiaal geschikt naar de printer
Bv bij FDM thermoplastische materialen (zacht bij warm, hard bij koud)
ABS:
Bekend van o.a. Lego
+ licht en goedkoop
- weinig biologisch afbreekbaar
PLA:
+ milieuvriendelijk
+ minder energie nodig
+ aangename geur
- vocht opnemend (moeilijk print baar)
PETG:
+ flexibel materiaal
- hoge temperatuur nodig
TPU:
+ elastisch, duurzaam en stevig
- vergt enige ervaring
2. WELKE APPLICATIES WORDEN GEBRUIKT?
Er zijn voor elke stap van 3D-prints ontwerpen verschillende apps nodig/te verkrijgen.
1. Ontwerpen van 3D model
2. Slicing
3. Transferring
4. Monitoring
3
, 2.1 WELKE SOFTWARE KAN IK GEBRUIKEN?
Elk softwarepakket heeft zijn eigen interface, tools en exporteerinstellingen
CAD-programma’s = precies werk, exacte afmetingen
Sculpting programma’s = artistieke toepassingen
Beginner:
o Tinkercad (blokkendoos)
o Sculptris (boetseren)
o Leopoly (gebruikt in vr)
Gemiddeld:
o Meshmixer
o Sketchup
o OpenSCAD
Professioneel:
o Blender
o Maya
o Cinema 4D
Industrieel:
o SOLIDWORKS
o Inventor & fusion 360
2.2 SOFTWARE 3D SCANNER
3D scanning = proces waarbij echt object w gebruikt om data op te nemen
vorm, kleur en textuur
Autodesk
ItSeez3D
Einscan
4
MODULE 3D
1. WAT IS 3D PRINTING?
= Een productiemiddel dat fysieke voorwerpen maakt vanuit een digitaal 3D model.
Er wordt gebruik gemaakt van additive manufacturing.
Additive manufacturing = er w telkens opnieuw een extra laagje materiaal toegevoegd id
hoogte.
1.1 DE GESCHIEDENIS
Begin jaren 80 is de eerste 3D printer uitgevonden door Charles Hull
Het potentieel blijft toenemen:
o Printers worden goedkoper
o Commerciële 3D print services worden toegankelijker
o Aantal materialen neemt toe
o Meer creatief gebruik
1.2 VERSCHILLENDE PRINTMETHODES
FIRST THINGS FIRST: CREËER EEN MODEL
1. Download .stl uit databases (bv Thingiverse), gebruik een eigen model uit
software, gebruik 3D scanning
2. Slicen (verdeelt model in printbare lagen)
3. Printen
Houdt rekening met deze bij het slicen/programma installeren:
Brim support raft
1
, Skirt
infill overhang + bridging
Fused Deposition Modeling (FDM)
verwarmt thermoplastisch filament (kan herhaaldelijk geplooid w en stolt bij
afkoeling)
laagje per laagje op printplaat
1) Printbed: plaats waar 3D-print gevormd w.
2) Maximale afmetingen: kan enkel hiertussen geprint worden.
3) Cold end: deel vd extruder waar filament vd spoel w getrokken en gebracht id
printkop.
4) Ventilator: laten het geprint materiaal afkoelen.
5) Extruder: bestaat uit cold - en hot end, trekt filament door koude gedeelte en smelt
het voor het uit de printkop komt.
6) Filamentspoel: houder van filament.
7) Hot end: filament w tot gewenste temp verwarmd en gesmolten.
8) Lineaire rails: helpen printkop bewegen tijdens printen.
9) Nozzle: klein metalen element waar verwarmd plastic doorgestuurd w naar
printplaat.
10) Local controller: computertje dat de mogelijkheid geeft je print bij te stellen.
Stereolithografie Apparatus (SLA)
met laser laag per laag getekend op het hars
zeer gladde, gedetailleerde print
- moeilijk met scherpe hoeken
Digital Light Processing (DLP)
snellere variant van SLA
beamer-projector + reflecteert licht met matrix
aan kleine spiegels
2
, Powder Bed Fusion (PBF)
smelt poeder samen tot kleine deeltjes
dun laagje materiaal uitgespreid waarop gewenste printlaag gesmolten wordt
resterende materiaal moet worden weggeblazen
- duurder
1.3 MATERIALEN
Kies materiaal geschikt naar de printer
Bv bij FDM thermoplastische materialen (zacht bij warm, hard bij koud)
ABS:
Bekend van o.a. Lego
+ licht en goedkoop
- weinig biologisch afbreekbaar
PLA:
+ milieuvriendelijk
+ minder energie nodig
+ aangename geur
- vocht opnemend (moeilijk print baar)
PETG:
+ flexibel materiaal
- hoge temperatuur nodig
TPU:
+ elastisch, duurzaam en stevig
- vergt enige ervaring
2. WELKE APPLICATIES WORDEN GEBRUIKT?
Er zijn voor elke stap van 3D-prints ontwerpen verschillende apps nodig/te verkrijgen.
1. Ontwerpen van 3D model
2. Slicing
3. Transferring
4. Monitoring
3
, 2.1 WELKE SOFTWARE KAN IK GEBRUIKEN?
Elk softwarepakket heeft zijn eigen interface, tools en exporteerinstellingen
CAD-programma’s = precies werk, exacte afmetingen
Sculpting programma’s = artistieke toepassingen
Beginner:
o Tinkercad (blokkendoos)
o Sculptris (boetseren)
o Leopoly (gebruikt in vr)
Gemiddeld:
o Meshmixer
o Sketchup
o OpenSCAD
Professioneel:
o Blender
o Maya
o Cinema 4D
Industrieel:
o SOLIDWORKS
o Inventor & fusion 360
2.2 SOFTWARE 3D SCANNER
3D scanning = proces waarbij echt object w gebruikt om data op te nemen
vorm, kleur en textuur
Autodesk
ItSeez3D
Einscan
4