Week 4 inleiding tot het recht
Minicollege 10; de rechtspositivitische repliek van Hart 1
Rechtspositivisme; uitdiepen rechter Keen
Rechtspositivisme; scheiding tussen recht & moraal. Wat moreel juist is , is niet altijd
rechtvaardig. Als je het er niet mee eens bent, moet je naar de wetgever zoals het hoort volgen
het primaat.
Politiek moet wetten maken niet de rechters. Politiek moet zorgen voor bemiddeling tussen
recht & moraal.
‘ rechter beantwoord een juridische niet een morele vraag’ die stelling nuanceert hart, maar de
scheiding tussen recht & moraal houdt hij overeind.
Hart’s repliek;
- Transparant over kiezen tussen twee kwaden( veroordeling maar schending nulla
poena of vrijspraak voor moreel verwerpelijke daden)
- Nazirecht nog steeds recht, ook onrechtvaardig recht is recht
- Er is geen moreel inhoudelijk criterium om te bepalen wat recht is en wat geen recht is
, Het moment dat je doet alsof recht & moraal samenvallen, dan negeer je dat er ook andere
morele opties denkbaar zijn die niet in het recht zijn neergelegd.
Het belang van de scheiding tussen recht en moraal is precies de moraal zelf. Je moet altijd de
mogelijkheid houden het recht vanaf buitenaf te bekritiseren. Het recht is principieel
aanvechtbaar en staat principieel open voor kritiek.
Bij de islam valt recht & moreel samen en kan je dus geen kritiek opleveren. Ditzelfde gaat in
nazi-Duitsland. Omwille van het bestaan van het moreel pluralisme is de scheiding tussen
recht & moreel nodig. Zodat de kritische houding van buitenaf mogelijk is.
Minicollege 11; de rechtspositivitische repliek van Hart 2
Hart zegt; beveltheorie van recht is geen goede manier om het recht te beschrijven en te
begrijpen. Alleen misschien voor strafrecht.
Beveltheorie; recht verkrijgt geldigheid niet door de moraal, maar de bevelen van een
soevereine macht die worden afgedwongen door de dreiging met sancties.
Hart ‘ bevel, dreiging en straf is niet de goede manier om recht mee te beschrijven’ want recht
regelt ook relaties mogelijk tussen mensen.
Minicollege 10; de rechtspositivitische repliek van Hart 1
Rechtspositivisme; uitdiepen rechter Keen
Rechtspositivisme; scheiding tussen recht & moraal. Wat moreel juist is , is niet altijd
rechtvaardig. Als je het er niet mee eens bent, moet je naar de wetgever zoals het hoort volgen
het primaat.
Politiek moet wetten maken niet de rechters. Politiek moet zorgen voor bemiddeling tussen
recht & moraal.
‘ rechter beantwoord een juridische niet een morele vraag’ die stelling nuanceert hart, maar de
scheiding tussen recht & moraal houdt hij overeind.
Hart’s repliek;
- Transparant over kiezen tussen twee kwaden( veroordeling maar schending nulla
poena of vrijspraak voor moreel verwerpelijke daden)
- Nazirecht nog steeds recht, ook onrechtvaardig recht is recht
- Er is geen moreel inhoudelijk criterium om te bepalen wat recht is en wat geen recht is
, Het moment dat je doet alsof recht & moraal samenvallen, dan negeer je dat er ook andere
morele opties denkbaar zijn die niet in het recht zijn neergelegd.
Het belang van de scheiding tussen recht en moraal is precies de moraal zelf. Je moet altijd de
mogelijkheid houden het recht vanaf buitenaf te bekritiseren. Het recht is principieel
aanvechtbaar en staat principieel open voor kritiek.
Bij de islam valt recht & moreel samen en kan je dus geen kritiek opleveren. Ditzelfde gaat in
nazi-Duitsland. Omwille van het bestaan van het moreel pluralisme is de scheiding tussen
recht & moreel nodig. Zodat de kritische houding van buitenaf mogelijk is.
Minicollege 11; de rechtspositivitische repliek van Hart 2
Hart zegt; beveltheorie van recht is geen goede manier om het recht te beschrijven en te
begrijpen. Alleen misschien voor strafrecht.
Beveltheorie; recht verkrijgt geldigheid niet door de moraal, maar de bevelen van een
soevereine macht die worden afgedwongen door de dreiging met sancties.
Hart ‘ bevel, dreiging en straf is niet de goede manier om recht mee te beschrijven’ want recht
regelt ook relaties mogelijk tussen mensen.