Samenvatting Audiotechnologie

M E D I A T E C H N O L O G I E: A U D I O T E C H N O L O G I E


1. G E L U I D

 Oren  reageren op verandering van luchtdruk om ons heen

 Luchtdruk  veroorzaakt door beweging van luchtdeeltjes

 Grotere trilling  luider geluid

 Amplitude  grootte van trilling

 Trilling  vertoont gedrag van golf

 Frequentie  aantal keer dat snaar per tijdseenheid trilt

 Hoge klanken  grote frequentie

 Lage klanken  lage frequentie

 Staande golf  golf die ontstaat

 Alle punten van snaar  bewegen gelijktijdig op dezelfde manier, bewegen in gelijke fase, regelmatig
patroon van buiken en knopen

 Lopende golven  zeegolven

 Geluid beweegt van bron naar luisteraar doordat energie van ene naar andere luchtmolecule wordt
overgedragen

 Geluidsenergie  doorgegeven door medium

 In gassen en vloeistoffen  beweging van deeltjes  evenwijdig aan voortplantingsrichting van geluid
 Longitudinaal

 In vaste stof  geluid verspreid evenwijdig & loodrecht ten opzichte van deeltje
 Transversaal en longitudinaal

 Horen van geluid  komt niet overeen met moment waarop geluid werd geproduceerd

 Snelheid waarmee geluid voortbeweegt  afhankelijk van aard van medium & bijkomende factoren

 Lucht  temperatuur, vochtigheid & wind bepalen snelheid van voortplanting van geluidsgolf en
uiteindelijke geluidsniveau dat ons bereikt

 Snelheid geluid  bepaalt hoe we muziek ervaren

 Vaste stof  geluid plant sneller voort
 Oorzaak: materie in vaste stof  dichter op elkaar  minder bewegingsvrijheid  bewegingsenergie
wordt sneller doorgegeven


1

,  Nadeel geluidstransmissie in vaste stof  bewegingsenergie wordt sneller klein  amplitude daalt 
snellere demping van geluid

 Geluid  waargenomen via trilling  steeds medium nodig om geluid te horen




1.1 H E T O O R

 Orgaan waarmee we geluid waarnemen

 Trommelvlies  vangt trilling van lucht op

 Oorschelp  probeert zoveel mogelijk lucht naar trommelvlies te leiden  zorgt ervoor dat we stille
geluiden horen

 Trommelvlies trilt  gevolg van bewegingsenergie in lucht rondom

 Via structuur botjes in middenoor  fysieke geluidstrilling omgezet in zenuwprikkel  doorgegeven aan
hersenen  daar wordt prikkel als geluid geïnterpreteerd




2