PATROONTEKENEN THEORIE
1 Standaardpatroon aanpassen naar nieuw
basispatroon
1.1 Centrage en overwijdte
Voordat je met een opstelling van een patroon start, bepaalt men de overwijdte
en de centrage.
Overwijdte = waarde waarvan het kledingstuk breder is dan de
lichaamsmaat
Centrage = waarde die wordt weggenomen aan de taille
Berekening:
1. Bepaal eerst de gewenste breedte van de BO, TO en HO
=> de gewenste = lichaamsmaat + overwijdte
2. Maak de patroonopstelling
3. Bepaal de gewenste centrage aan de taille = patroonbreedte TO –
gewenste breedte TO
1.2 Controles
Toegifte mouw
De toegifte van de mouw is afhankelijk van het model en de stofsoort
Standaardtoegiftes = bloes en kleed: 1,5 tot 2 cm
Tailleurjas en mantel: 4 tot 5 cm
DUS: uitmeten van armsgat en de mouw in het RP en het VP
Controleer de toegifte van de mouw VP tov armsgat en de toegifte van de
mouw RP tov armsgat RP
Controleer de plaatsen van de inzetpunten
Bij een te grote of te kleine toegifte: pas de kopbreedte en hoogte aan
(doe dit evenredig: als je de kopbreedte bv 5 mm aanpast, doe dit dan ook
bij de kophoogte)
1
, 1.3 Aanpassen armsuitsnijding
1.3.1 Armsuitsnijding verbreden en verdiepen
Onderarmspunt van VP, RP en mouw verbreden en verdiepen
De mouw zal meer verbreden dan verdiepen tov het VP en het RP (is om
meer bewegingsruimte te creëren.
Methode:
1. Bepaal de overwijdte van het model en bepaal de verbreding en verdieping
van de armsuitsnijding => de verdieping van VP en RP is het dubbele van
de verbreding
2. De mouw wordt met de helft van de verdieping VP en RP verdiept en
verbreed door de lengte toe te passen.
a. Verdiep de OA lijn (1/2 van verdieping VP/RP), pas daarop de lengte
van INV/INR naar zijnaad toe.
1.3.2 Schouder verhogen voor een model met schoudervulling
Meet de hoogte van de schoudervulling op & pas de helft van de waarde toe bij
het verhogen van de schouder VP en RP en ook de mouwkophoogte.
1.3.3 Oversized model
Bij een oversized modelkomt er // breedte bij aan de voor-en rugbreedte en aan
de armsgatdiameter.
Men dient evenveel breedte toe te voegen aan de armsgatdiameter als
aan de voor-en rugbreedte, op die manier wijzigt de armuitsnijding niet en
hoeft de mouw niet aangepast te worden.
Meestal zal men echter zowel de voor-en rugbreedte als de
armsgatdiameter verbreden, in dat geval wijzigt de mouw wel aangezien
de armsgatdiameter gewijzigd wordt.
2 Neep en centrageverwerking
Er zijn diverse neepwerkingen
Principe: vertrek steeds vanuit het origineel toppunt van de neep &
verplaats de neepdiepte bv naar MV, hals, AU, zoom…
Zie cursus voor verschillende neepverwerkingen
2.1 Evenwijdige nepen
Werkwijze:
1. Vertrek steeds van het onder zodat je 1 grote neep
origineel toppunt van de neep, bekomt (borst + centrage)
teken de
centrageneep en 2. Teken evenwijdige lijnnen
verplaats de op de gewenste aftsand,
borstneep naar teken een haakse lijn op
2
1 Standaardpatroon aanpassen naar nieuw
basispatroon
1.1 Centrage en overwijdte
Voordat je met een opstelling van een patroon start, bepaalt men de overwijdte
en de centrage.
Overwijdte = waarde waarvan het kledingstuk breder is dan de
lichaamsmaat
Centrage = waarde die wordt weggenomen aan de taille
Berekening:
1. Bepaal eerst de gewenste breedte van de BO, TO en HO
=> de gewenste = lichaamsmaat + overwijdte
2. Maak de patroonopstelling
3. Bepaal de gewenste centrage aan de taille = patroonbreedte TO –
gewenste breedte TO
1.2 Controles
Toegifte mouw
De toegifte van de mouw is afhankelijk van het model en de stofsoort
Standaardtoegiftes = bloes en kleed: 1,5 tot 2 cm
Tailleurjas en mantel: 4 tot 5 cm
DUS: uitmeten van armsgat en de mouw in het RP en het VP
Controleer de toegifte van de mouw VP tov armsgat en de toegifte van de
mouw RP tov armsgat RP
Controleer de plaatsen van de inzetpunten
Bij een te grote of te kleine toegifte: pas de kopbreedte en hoogte aan
(doe dit evenredig: als je de kopbreedte bv 5 mm aanpast, doe dit dan ook
bij de kophoogte)
1
, 1.3 Aanpassen armsuitsnijding
1.3.1 Armsuitsnijding verbreden en verdiepen
Onderarmspunt van VP, RP en mouw verbreden en verdiepen
De mouw zal meer verbreden dan verdiepen tov het VP en het RP (is om
meer bewegingsruimte te creëren.
Methode:
1. Bepaal de overwijdte van het model en bepaal de verbreding en verdieping
van de armsuitsnijding => de verdieping van VP en RP is het dubbele van
de verbreding
2. De mouw wordt met de helft van de verdieping VP en RP verdiept en
verbreed door de lengte toe te passen.
a. Verdiep de OA lijn (1/2 van verdieping VP/RP), pas daarop de lengte
van INV/INR naar zijnaad toe.
1.3.2 Schouder verhogen voor een model met schoudervulling
Meet de hoogte van de schoudervulling op & pas de helft van de waarde toe bij
het verhogen van de schouder VP en RP en ook de mouwkophoogte.
1.3.3 Oversized model
Bij een oversized modelkomt er // breedte bij aan de voor-en rugbreedte en aan
de armsgatdiameter.
Men dient evenveel breedte toe te voegen aan de armsgatdiameter als
aan de voor-en rugbreedte, op die manier wijzigt de armuitsnijding niet en
hoeft de mouw niet aangepast te worden.
Meestal zal men echter zowel de voor-en rugbreedte als de
armsgatdiameter verbreden, in dat geval wijzigt de mouw wel aangezien
de armsgatdiameter gewijzigd wordt.
2 Neep en centrageverwerking
Er zijn diverse neepwerkingen
Principe: vertrek steeds vanuit het origineel toppunt van de neep &
verplaats de neepdiepte bv naar MV, hals, AU, zoom…
Zie cursus voor verschillende neepverwerkingen
2.1 Evenwijdige nepen
Werkwijze:
1. Vertrek steeds van het onder zodat je 1 grote neep
origineel toppunt van de neep, bekomt (borst + centrage)
teken de
centrageneep en 2. Teken evenwijdige lijnnen
verplaats de op de gewenste aftsand,
borstneep naar teken een haakse lijn op
2
