OFTALMOLOGIE
ALGEMEEN
1. onderzoek oog
Zichtvermogen
Moeilijk om dit objectief te boordelen → meeste dieren zijn gewennig aan omgeving en weten
ook als ze blind zijn, waar ze zijn
Hulp door:
- Onschadelijke hindernissen (voorzichtig lopen bij blindheid)
- Verschillende lichtsterktes (nachtblindheid bestaat ook bij dieren)
- Geluiden (blind dier is vaak schichtig voor geluiden omdat het niet ziet)
- Afdekken 1 oog
- Neurologische reflexen
o Corneareflex n. trigeminus en n. facialis
o Pupilreflex n. opticus & n. occulomotorius
▪ Direct
▪ Indirect
o Dreigreflex n. opticus en n. facialis
Duidelijke verschillen tov de mens:
- Dieren hebben beter nachtzicht
- Andere kleuring (andere kegeltjes) dieren zijn dichrotisch
o Paarden: blauw, groenbruinig
o Kat: groen, blauw
o Hond: blauw, geel
o Vogels: 4 soorten kegeltjes → zien UV
- Andere adaptatie
o Paard moet een breed beeld hebben (vlucht dier) maar het beeld is eerder
onscherp
o Hond en kat: zien zeer goed bewegende objecten (jachtdieren)
,Onderzoek structuren
- Goede anamnese!
- Oog onderzoeken → Details zijn belangrijk
- Weten wat normaal is vooraleer je weet wat abnormaal is
- Ogen zijn pijnlijk!! Analgesie!
Onderzoek structuren uitvoering:
➔ In halfduistere ruimte
➔ Eventueel sedatie + lokale anesthesie
o Oogdruppels (tetracaïne) (lokale anesthesie)
o Lokale anesthesie van de n. auriculopalpebralis
➔ Focale lichtbron + vergroting dmv een otoscoop of een OP bril
➔ Houdt altijd contact met het dier, ook met kleine huisdieren (je moet zeer dichtbij gaan →
opassen dat ze niet bijten/omhoog vliegen)
➔ Directe oftalmoscoop (lichtbron + vergroting + dieptebepaling)
o Dioptrie: bepaald hoe diep je in het oog gaat kijken (- = diepere structuren, + =
oppervlakkige structuren)
➔ Indirecte oftalmoscoop (je kijkt door twee openingen en je kijkt door een lens)
o Omgekeerd beeld
o Dioptrie weer
o Camara → beelden naar computer
o Hoef je NIET te hebben als dierenarts is echt voor specialisten
➔ Kleurstoffen
o Fluoresceïne
▪ opsporen van defecten van het epitheel
▪ de permeabiliteit vd het traankanaal (obstructie vh traankanaal? → hoort
door de neusopening te lopen)
o Bengaalse rose
▪ opsporen niet vitaal epitheel
➔ Shirmer tear test: aantonen van gestoorde traanproductie
o Keratis sicca (droge ogen)
o Hond en kat: +- 10-20 mm
o Paard: 20-30 mm
o Indien <10 mm → verdacht voor keratis sicca
➔ Echografie van het oog:
o Abnormaal: combinatie van cataract en loslating van de retina (geen behandeling
mogelijk)
,Specialisten:
➔ Oogdruk meten (intra-oculaire druk meten)
o Palpatie (subjectief)
o Shiotz tonometer (verouderde methode)
o Applanatie tonometrie
o Verhoogde oogdruk: levenslange therapie
➔ Spleetlamp biomicroscoop
➔ Funduscamera
➔ Elektroretinografie (erfelijke ziekten bepalen)
➔ Endoscopie vh oog
2. Staalname:
- Micro-organismen (bacteriologie, mycologie, eventueel virussen)
o Swap (bacterien)
o Afkrabsel (schimmels)
- Tumoren
o Afdruk
- Histologie
o Biopsie
- Paracentesis → punctie vd oogbol (wordt zelden gedaan)
3. Uitvoering oogonderzoek
➔ Zorgen voor pupildilatatie (mydriasis)
o Atropine → langwerkend (niet gewenst)
o Homotropine
o Phenyephrine
o Tropicamide
➔ Ogen zijn pijnlijk! Analgesie!
4. Desinfectie vh oog
➔ Oog = niet steriel
➔ Spoelen met fysiologische zoutoplossing (of met ringerlactaat → eigenlijk beter)
➔ NIET MET ALCOHOL OF POVIDINEJOOD OPLOSSING)
➔ Meestal enkel desinfectie van de oogleden en de huid errond (wel goed opletten dat er
niets in het oog vloeit → kans op ulceraties)
5. Genetische aspecten oog
Bij kleine huisdieren zijn 40% zijn vd oogaandoeningen genetisch ingefokt → Weren van de fok!
6. Systeem ziekten
Kunnen ook leiden tot oogafwijkingen:
- Diabetes → kataract door suikermetabolisme wat ophol slaat
- Leptospirose → bilaterale uveitis
, 7. Lokale behandeling
Kan op meerdere manieren
- Toedienen van oogdruppels of oogzalven
- wanneer dit meerdere keren op een dag gedaan moet worden kan men gebruik maken
van een lavagesysteem:
- subpalpebrale injectie → conjunctivaal spuiten en niet in de oogleden want dat gaat
wegn met de bloedvaten
OOGLEDEN
1. Wonden
Etiologie:
- KHD: trauma, vechten
- GHD: trauma, decubitis wonde bovenste ooglid
Soorten:
- Bovenste: meestal horizontaal
- Onderste: meestak haakvorming en afhangend
Behandeling:
- Opppervlakkig: desinfectie
- Diep/groot:
o Lokale anesthesie of algemene anesthesie
o Verschillende lagen hechten (knopen NIET aan de binnenkant van het ooglid)
o Speciaal hechtmateriaal gebruiken die niet irriterend is (liefst resorbeerbaar
materiaal)
o Reconstructie is zeer belangrijk
- Opletten op de traanpunten (mediaal) (goed beschermen, niet dichthechten → sonde er
in tot dat wonde is genezen)
- Grote delen: plastische technieken zoals plastische H-techniek (zie heelkunde 1)