BESCHRIJVING
Het open boek digitaal examen bestaat uit 3 open vragen. De vragen zijn gerandomiseerd uit een pool
van vragen en je antwoordt vanuit de diersoort die jou bij de start van het examen werd toegewezen
(ook random). Per vraag zijn er maximum 3 punten te behalen.
Je krijgt 60 minuten de tijd. Daarin zit reeds een derde extra tijd ingerekend dan de voorziene normale
tijd (45+15). Je hebt dus meer dan een kwartier de tijd per vraag.
Toegestane materialen zijn jouw cursus, ppts, jouw notities en samenvattingen. Het examen is een
solitaire activiteit (geen sociale), baken dus je territorium af en zorg dat niemand dit betreedt: overleg
met anderen of medestudenten op welke manier ook, is niet toegestaan.
INSTRUCTIES
Bij de start van het examen krijg je dus random een diersoort toegewezen. Je beantwoordt de vragen
telkens vanuit deze diersoort, je past dus in je antwoord de theorie toe op je diersoort.
Je krijgt van mijn een link naar het Animal Diversity Web, waar je de basisinfo kan vinden. Uiteraard
staat ook de rest van het internet ter jouw beschikking (soms kan ook Wikipedia snel handige
informatie geven), maar verspil daar geen tijd aan. Gebruik vooral de leerstof van je cursus: via het
toepassen van de cursusinhoud op de specifieke diersoort kan je aantonen dat je de leerstof begrijpt.
Je hoeft dus geen expert te zijn in de jou toegewezen diersoort om de vragen goed te kunnen oplossen,
maar uiteraard moet je wel de cursus kennen en kunnen toepassen.
Voorbeeld: Voor algemene antwoorden (vb. ‘omdat het de fitness’ verhoogt’) krijg je geen punten.
Enkel wanneer je vanuit je soort vertrekt en de theorie dus op je soort toepast, kan je punten scoren
(vb. ‘het verhoogt de fitness want door een giftige andere soort na te bootsen, zal de kans dat een
roofdier hem wil opeten, sterk verkleinen. Door kenmerk x stijgen de overlevingskansen en dus ook de
kansen op reproductie’).
TIPS VOOR GOEDE ANTWOORDEN
Hou je antwoorden kort en bondig. Denk na voor je schrijft! Bijna elke vraag bestaat uit een aantal
onderdelen om je te helpen je antwoord te structureren. Per vraag-onderdeel staat vermeld uit
hoeveel zinnen je antwoord maximum mag bestaan. Je zal zien dat je niet veel hoeft te schrijven.
Gebruik je tijd tijdens het examen vooral om na te denken over hoe je je antwoord gaat formuleren.
Controleer of je antwoord (1) logisch is opgebouwd en (2) de relevante vaktermen omvat. In een ideaal
antwoord geef je alle informatie die nodig is op een gestructureerde manier zonder overbodige
informatie toe te voegen.