1 Wat impliceert controleren?
- Managementcontrole:
Daadwerkelijke Prestaties vaststellen
Controleren: door te vgl met vooropgestelde prestatienormen/richtlijnen uit de
plannen
Corrigeren: ondernemen ondersteunende stappen en/of corrigerende maatregelen
Enge definities: beperken managementcontrole tot prestatiemeting (vaststellingen &
evaluaties
Brede definities: ook aandacht aan voorafgaande implementatieproces (= extra activiteiten
die doel- en planrealisatie ondersteunen
- Diverse activiteiten om managementcontrole te kunnen realiseren:
Indicatoren: geven aan waarover info verzameld moet worden
Informatiesystemen (noodz. Info bijeenbrengen)
- Bij implementatie: stilstaan bij structuren en systemen die implementatie kunnen
ondersteunen
Over Verloop & obstructies waken
2 Controleren via prestatiemetingen: vaststellen en evalueren
Prestatiemeting = aststelli ge e e aluaties ro d de raag zi ooropgestelde doele e pla e
van de org gerealiseerd?
Focus op resultaten / concrete prestaties
- Managers hebben diverse capaciteiten nodig vooral technische expertise
kennis en kunde nodig :
prestatie-indicatoren ontwikkelen
evalueren
ahv technische criteria een Informatiesysteem opzetten
2.1 indicatoren en normen ontwikkelen + beoordelen
, - indicator: geeft aanwzijzing over de staat en toestand van het desbetreffende doel en/of
plan
gerealiseerd or nah?
- Om toestand van complexere doelen/plannen te meten noodzaak aan meerdere
indicatoren!
- Ontwikkeling indicatoren:
Geschikte
kwaliteits- Formuleren
concepten indicatore beoordeling normen
n
o Omschrijving van concepten en kernconcepten
Omschrijven en definiëren kernconcepten: Wat verstaan we hieronder? Hoe
concreet meten?
o Identificatie en keuze van soorten indicatoren
Verschillende soorten 2 veelgebruikte groeperingen
1) Input-, throughput- & output-indicatoren
Input/Middelenindicatoren: middelen die werden aangewend
om de activiteit of prestatie te realiseren
Throughput/procesindicatoren: inspanningen die tijdens de
prestatie worden geleverd
Output/resultaatsindicatoren: resultaat van prestatie ( wat
hebben middelen + inspanningen opgebracht) algemeen
verkozen (minst ambigu & meest direct)
Output = directe resultaten
Outcome: indirecte resultaten, LT-effecten = verder
onderscheid