Samenvatting Over taal hoofdstuk 1 t/m 6 (Nederlands op Niveau 3 vwo)

 Accent circonflexe = een accentteken dat voorkomt in sommige Franse leenwoorden
 In sommige leenwoorden gebruik je een cedille, umlaut of tilde. Deze hebben in het Nederlands
geen bepaalde andere uitspraak

H6
Geen nieuwe info

Over taal
H1
Woordenschat
 Capsule = cabine voor bemanning van een raket
 Conferentie = bijeenkomst, vergadering
 Formatie = gevormde groep
 Gegadigde = belangstellende
 Geologie = wetenschap van de geschiedenis van de aarde
 Leverancier = iemand die iets levert
 Pionier = iemand die iets als eerste doet
 Slinken = kleiner worden
 Voorbestemd zijn voor = alleen bestemd zijn voor
 Voortraject = handelingen voorafgaand aan een gebeurtenis
 Radicaliseren = extreme opvattingen krijgen
 Consulteren = advies inwinnen
 Provoceren = uitdagen
 Liberaliseren = vrijmaken
 Consumeren = gebruiken
 Monopoliseren = een alleenrecht instellen
 Terroriseren = stelselmatig lastigvallen
 Promoveren = naar een hogere klasse gaan

Dieren en taal
 Dieren communiceren door geluiden, geuren, kleuren en houdingen
 Mensen kunnen met klanken een oneindig aantal nieuwe woorden maken, maar dieren breiden
hun communicatiesysteem niet makkelijk uit
 Mensen kunnen met woorden een oneindig aantal zinnen maken en dieren niet
 Dieren kunnen ‘een taal leren’ zonder dat er anderen om zich heen zijn, mensen kunnen dat niet
 Dieren kunnen alleen communiceren over het hier en nu, mensen over veel meer
 Sommige dieren kunnen wel een van de bovenstaande eigenschappen maar ze kunnen ze nooit
allemaal
 Dieren kunnen voor een deel de menselijke taal leren maar grammatica kunnen ze niet




17