Pneumatica
1. Inleiding in de pneumatica
VOORDELEN NADELEN
Brand- en explosieveilig Luchtvochtigheid
Weinig installatiekosten Samendrukbaarheid van de lucht
Grote bedrijfszekerheid Hoge energiekosten
Eenvoudige constructie Lawaaihinder
Druk :
Druk = een kracht (gewicht) uitgeoefend op een oppervlakte.
De eenheid van de druk is Pa (Pascal)
Als afgeleide gebruiken wij bar
1Bar = 1000mBar = 100 000Pa
Kracht
F = p . A | Kracht = druk (MPa) . oppervlakte (mm²)
Effectieve zuigeroppervlakte = 3,14 . D² / 4
2. Cilinders
, Zuigersnelheid
De gemiddelde zuigersnelheid bij standaardcilinders ligt tussen 0,1 m/s en 1,5m/s. Een pneumatische
cilinder heeft zijn maximale snelheid in onbelaste toestand. Naarmate de belasting stijgt daalt de
zuigersnelheid. Bij maximale belasting staat de zuiger stil.
Fdynamisch = Fstatisch / 0,7
Luchtverbruik
Om te kunnen bepalen welk debiet een cilinder nodig heeft om te voeden is het belangrijk om het
luchtverbruik van de cilinder te bepalen.
Q = A . l . (n . 2) . (p + 1)
In de formule is: Q = debiet (cm³/min), A = zuigeroppervlak (cm2), l = slaglengte (cm),
p = werkoverdruk (kg/cm2 = bar), n = het aantal cycli per minuut Uiteraard kan nadien het debiet
omgerekend worden naar l/min. (1 l/min = 1.000 cm³/min)
Regelbare eindafremming
Een cilinder die grote massa’s verplaatst, moet voordat de zuiger in zijn eindstand komt, afgeremd
worden. Botst zo een cilinder tegen een flens, dan kunnen zowel de cilinder als de flens beschadigd
worden door de kinetische energie van de zuiger. E kinetisch = m . V²/ 2
3. Wegventielen
Het aantal schakelstanden van een ventiel wordt weergegeven aan de hand van hoeveel vakjes we
zien.
Monostabielventiel: Dit ventiel keert altijd terug naar zijn initiele start door een veer of luchtdruk
Bistabielventiel: Dit ventiel kan langs twee kanten gestuurd worden.
Normaal gesloten N.C. = geen lucht doorlaat
Normaal open N.O. = lucht doorlaat
4. Elektro-ventielen
We onderscheiden:
Indirect gestuurde elektromagnetische ventielen
Bij elektro-ventielen met directe besturing wordt het ventiel rechtstreeks door een
elektromagneet bestuurd.
Direct gestuurde elektromagnetische ventielen
Een indirect gestuurde ventielen zijn samengesteld uit twee tot drie ventielen: een
pneumatisch bediend ventiel (hoofdventiel) en één of twee direct gestuurde 3/2-
elektroventielen met kleine doorlaat.
5. Schakellogica
Ja-functie: uitgangssignaal Z heeft als men een stuursignaal X heeft.
Z=X
Neen-functie: uitgangssignaal Z heeft als men GEEN stuursignaal Y heeft.
Z=Ȳ
1. Inleiding in de pneumatica
VOORDELEN NADELEN
Brand- en explosieveilig Luchtvochtigheid
Weinig installatiekosten Samendrukbaarheid van de lucht
Grote bedrijfszekerheid Hoge energiekosten
Eenvoudige constructie Lawaaihinder
Druk :
Druk = een kracht (gewicht) uitgeoefend op een oppervlakte.
De eenheid van de druk is Pa (Pascal)
Als afgeleide gebruiken wij bar
1Bar = 1000mBar = 100 000Pa
Kracht
F = p . A | Kracht = druk (MPa) . oppervlakte (mm²)
Effectieve zuigeroppervlakte = 3,14 . D² / 4
2. Cilinders
, Zuigersnelheid
De gemiddelde zuigersnelheid bij standaardcilinders ligt tussen 0,1 m/s en 1,5m/s. Een pneumatische
cilinder heeft zijn maximale snelheid in onbelaste toestand. Naarmate de belasting stijgt daalt de
zuigersnelheid. Bij maximale belasting staat de zuiger stil.
Fdynamisch = Fstatisch / 0,7
Luchtverbruik
Om te kunnen bepalen welk debiet een cilinder nodig heeft om te voeden is het belangrijk om het
luchtverbruik van de cilinder te bepalen.
Q = A . l . (n . 2) . (p + 1)
In de formule is: Q = debiet (cm³/min), A = zuigeroppervlak (cm2), l = slaglengte (cm),
p = werkoverdruk (kg/cm2 = bar), n = het aantal cycli per minuut Uiteraard kan nadien het debiet
omgerekend worden naar l/min. (1 l/min = 1.000 cm³/min)
Regelbare eindafremming
Een cilinder die grote massa’s verplaatst, moet voordat de zuiger in zijn eindstand komt, afgeremd
worden. Botst zo een cilinder tegen een flens, dan kunnen zowel de cilinder als de flens beschadigd
worden door de kinetische energie van de zuiger. E kinetisch = m . V²/ 2
3. Wegventielen
Het aantal schakelstanden van een ventiel wordt weergegeven aan de hand van hoeveel vakjes we
zien.
Monostabielventiel: Dit ventiel keert altijd terug naar zijn initiele start door een veer of luchtdruk
Bistabielventiel: Dit ventiel kan langs twee kanten gestuurd worden.
Normaal gesloten N.C. = geen lucht doorlaat
Normaal open N.O. = lucht doorlaat
4. Elektro-ventielen
We onderscheiden:
Indirect gestuurde elektromagnetische ventielen
Bij elektro-ventielen met directe besturing wordt het ventiel rechtstreeks door een
elektromagneet bestuurd.
Direct gestuurde elektromagnetische ventielen
Een indirect gestuurde ventielen zijn samengesteld uit twee tot drie ventielen: een
pneumatisch bediend ventiel (hoofdventiel) en één of twee direct gestuurde 3/2-
elektroventielen met kleine doorlaat.
5. Schakellogica
Ja-functie: uitgangssignaal Z heeft als men een stuursignaal X heeft.
Z=X
Neen-functie: uitgangssignaal Z heeft als men GEEN stuursignaal Y heeft.
Z=Ȳ