PREOPERATIEF RISICO OP VERHOOGDE POSTOPERATIEVE MORTALITEIT ( STER FT E)
= belangrijkste parameters bepalen van kwaliteit van heelkundige zorgen
- Patiënt coronair lijden bypassoperatie (CABG) ondergaan laag risico hebben al ventrikel
onbeschadigd is
o Pompfunctie hart slecht door vroegere infarcten risico overlijden tijdens/ na operatie
- Klepvervanging risico overlijden stijgt compensatiemechanismen van hart uitgeput zijn
- Digestieve pathologie Dreigende peritonitis (buikvliesontsteking) nooit wachten met ingreep
BEGELEIDENDE FACTOREN
- Leeftijd
- Geslacht
- Overgewicht - ondergewicht
- Malnutritie
- Tabak, alcohol gebruik
- Bijkomende aandoeningen; diabetes, hartziekten
- Samenhangend; medicatiegebruik
- Allergie; jodium, penicilline
- Psychosociale factoren; angst, sociale opvang
- Depressie, vroegere psychosen
Goede anamnese afnemen voor deze factoren te weten
Goede anamnese gevolgd door
- Bloedafname
o Telling RBC, WBC en bloedplaatjes
o Hemoglobine en hematocriet
o Stolling
o Chemie
- ECG met 12 afleidingen en ijking
- Radiografie van thorax
Goede anamnese
- Behandelende geneesheer verantwoordelijk, VPK heeft een rol
- Avond ervoor patiënt bezoek anesthesist
1
,TECHNIEKEN OM HET OPERATIEFRISICO TE VERMINDEREN
Bestaan in goede voorbereiding van patiënt (vochtbalans, zuurgraad van bloed, elektrolyt balans op punt)
MINIMAAL INVASIE TECHNIEKEN
- Operatie door ‘sleutelgat’ via scoop wordt uitgevoerd
- Voordeel
o Minder postoperatieve pijn
o Minder bloeding
o Minder littekenvorming …
- Operatiegebied beter geïnspecteerd worden door scoop
ENDOSCOPISCHE BENADERING (MET DA VIN CI ROB OT )
- Chirurg zit aan console – korte afstand van patiënt
- Videosysteem 3D weergave
- Beweging chirurg overgebracht naar instrumenten poorten in lichaam van patiënt zijn gebracht
Endoscopische technieken
Voor de hand liggend als scoop via holte passeert om de te behandelen structuur te benaderen
- Neus, keel en oor-gebied sinussen
- Poliepen
- Neurochirurg – hypofyse
- Via urethra blaas bereiken, prostaat – indien niet te groot
In veel heelkundige disciplines toegepast
- Long chirurgie (VATS)
- Coronair chirurgie (MIDCAB) en hartklepchirurgie
- Digestieve chirurgie (bypass, colectomie)
- Endocriene chirurgie (bijnieren, nieren)
in thorax voldoende plaats om in te werken
Endoscopisch verwijderen
- Van appendix en galblaas (cholecystectomie) – herstel van liesbreuk (heriorafie) einde 20ste eeuw
ARTHROSCOOP
Gewrichtsholten gevuld met fysiologische oplossing
- Arthroscopisch verwijderen van ziek stuk meniscus oude techniek
- Nu kruisbanden vervangen
- Schouder scheuren/ pezen hechten
2
, POSTOPERATIEVE COMPLICATIES
Klassieke postoperatieve complicaties
- Jonge patiënten
o Risico laag maar niet afwezig
- Oudere patiënten
o Risico hoger, zeker bij bijkomende aandoeningen
SHOCK EN HYPOTENSIE
- Kan gevolg zijn van bloedverlies zeker bloedvaten niet meer elastisch
- Mensen met coronair lijden verminderde hartfunctie shock veroorzaken
DIEP VENEUZE TROMBOSE OF DVT
- Ontstaan patiënt verhoogde stollingsneiging – kan erfelijk zijn
- Tumoren, uitdroging, trauma en ondergaan van een ingreep
o Bv: oudere persoon valt – heupfractuur opgelopen hulpdiensten niet bereiken uitdraging
- Complicatie DVT longembolie met risico overlijden
ATELECTASE
= Samenvallen van longsegment, kwam, hele long als bronchus(tak) afgesloten is door mucusprop
- Gebeurt postoperatief door irritatie van de luchtwegen
o Meer mucus geproduceerd ophoesten pijnlijk
ASPIRATIEPNEUMONIE
- Ontstaat door aspiratie van maaginhoud in de trachea hoger risico maag leeg
- Vandaar patiënten voor ingreep nuchter
- Bij urgenties/ obstructies van maag-darmkanaal niet nuchter voorzorgen nemen bij narcose
- Patiënten met slikstoornissen als gevolg van CVA ook geval
VERWARDHEID EN DELIRIUM
Elke leeftijd optreden, meer bij ouderen
- Vooraf bestaande toestand (psychosen, depressies) delirium
- Hartoperaties risico hoger, samenhangend met slechte hersenciruclatie door atheromatose/
gebruik van hart longmachine niet duidelijk
- Overleving termijn van patiënten met doorgemaakt delirium slechter
DECUBITUS
= langdurige bedlegerigheid
- Mobilisatie en wisselhouding essentieel
- Complicatie niet gekoppeld aan ingreep – wel aan postoperatief verblijf
3