E
Periode 1
SDLC
System development life cycle
4 stappen:
1) Systems planning and selection
2) System analysis
3) System design
4) System implementation and operation
Kenmerken van een informatiesysteem
o Domein = begrenzing + omgeving
Waarom software visueel modelleren?
o Visualisatie van systeem verzameling diagrammen
o Structuur specificeren of gedrag van het systeem in kaart brengen
o Geeft ons een template
o Documenteren de beslissingen die er genomen zijn
MAAR!! Voor een volledig model
o Zorg dat er niets ontbreekt
o Er geen duplicaten zijn
o Alle elementen een naam hebben en gedefinieerd zijn op dezelfde manier in elk diagram
o Alle relationships tussen de elementen gedefinieerd zijn op dezelfde manier in elk diagram
UML
Unified modeling language
[NAAM VAN AUTEUR] 1
, Modelleertaal
Notatie = symbolen
Regels
o Syntax voorstellingswijze van symbolen
o Semantiek betekenis van symbolen
o Programiek intensies van de symbolen
3 manieren om UML te gebruiken
1) Sketch
o Informele en onvolledige diagrammen
2) Blueprint
o Gedetailleerde ontwerpdiagrammen
o Reserve en forward engineering
3) Programmeertaal
o Volledig uitvoerbare specificatie van een softwaresysteem
o Modellen in UML i.p.v. coderen in afzonderlijke taal
3 perspectieven
o Conceptioneel
o Logisch
o Fysisch
SOFTWARE DEVELOPMENT PROCESSES
Waterfall Interatief Agile (toenemende wendbaarheid)
WATERFALL
Requentiële opvolging
Taak 2 kan niet starten als taak 1 nog niet is afgewerkt
Klassiek
Succesvol, maar niet altijd succesvol voor
softwareprojecten
Elk project is anders
Behoeften kunnen wijzigen tijdens een de bouw
ITERATIEF
Gedetailleerde beschrijving van het ontwikkelproces
Voordelen
o Risk-driven
o Gedetailleerde werkproducten
Nadelen
o Nogal rigide
[NAAM VAN AUTEUR] 2
, AGILE
Modeleer als communicatiemiddel en om zaken te begrijpen
Beperkt tot het nuttige
In team
UP activiteit en werkproducten beperken tot het minimum
ANALYSE – DATA VS FUNCTIONEEL
Klassendiagram
o Alles in een rechthoek met 3 opdelingen
Bovenste deel = naam Klassennaam
Beginnend met een hoofdletter
Enkelvoud attribuut 1
Gecentreerd attribuut 2
Middelste deel = toestand of structuur
De attributen of eigenschappen
Onderste deel = gedrag
De methoden die het uitvoert
Objectendiagram
[NAAM VAN AUTEUR] 3