Ad hominem argumenten Ad baculum argumenten/de (impliciete) Verschuiving van de bewijslast, ontwijken
bedreiging van het debat
Vb. “you idiot” Vb. ‘Als je carrière wil maken aan de universiteit, Hoe controversieler de stelling is hoe groter dat de
moet je dit voorstel accepteren.’ bewijslast is
De persoonlijke aanval = Je vertrouwt de
tegenstander niet JURIDISCH ONDERSTEUNDE BEDREIGINGEN
ZIJN LEGITIEM
Vertrouwen v zender:
- Puur omdat we ze vertrouwen =
epistemistisch criterium
- Zender straalt autoriteit uit
- Zender maakt deel uit v meerderheid die
hetzelfde zeg (consensus
Kan leiden tot polarisatie: standpunten gaan zo strerk
uit elkaar groeien dat er over elkaar alleen nog maar
ad hominum argumenten (verwijten) worden gegeven
Ad hominem argument terecht wanneer er situaties
zijn waarbij elementen uit het verleden van een
persoon twijfel doen rijzen over haar
betrouwbaarheid -> reputatie
discussienorm overtreed: discussienorm overtreed:
1&3 1
Logische component: Logische component: Logische component:
Premisse 1: X beweert dat p Als je vasthoudt aan p, dan (BEDREIGING) ‘Ik verdedig dat p. (p is controversieel)
Premisse 2: Maar X is (NEGATIEVE Je houdt vast aan p Dus: jij moet beginnen met verdedigen dat niet p.’
KWALIFICATIE VAN X) Dus: (Bedreiging)
Conclusie: ik hoef p niet te accepteren ➔ Ongeldige redenering !
➔ geldig (modus ponens!)
➔ deductief ONGELDIG ➔ (deductief) maar psychologich gezien is het
➔ abductief OK wel een drogreden
, Psychologische component: Psychologische component:
- Het halo-effect: VOORZORGSPRINCIPE: De afwezigheid van
Vb. mevrouw X spreekt helder. Ze moet dus aanwijzingen voor p is geen aanwijzing voor niet-p.
wel verstandig zijn
‘Ik heb geen koorts. Dus heb ik geen Covid-19
- Het inverse halo effect:
Vb. “Haar voorstellen zijn zeer We hebben geen reden om aan te nemen dat niet-p.
ongeloofwaardig. Ze raakte amper uit haar Dus p.”
woorden.” Vb. ‘We hebben geen reden om aan te nemen dat hij
- Tu quoque: geen dief is. Dus is hij een dief’
Vb. ‘Hoe kan ze nu pleiten voor gezond
leven? Ze lijdt zelf aan overgewicht.’ Ongeldige redenering.-> burden of proof wordt
(incoherentie) vertaald naar het principe afwezigheid van bewijs
Epistemisch wantrouwen = een situatie waarbij je
iemand niet meer gaat verrouwen op basis van zijn
politieke opvattingen
Varianten: Varianten
- poisoning the well 1. Shifting the ground: je ontwijkt het debat door
Vb. omdat u een man bent mag u geen mening je mening bij te stellen wanneer blijkt dat ze
hebben over vrouwenrechten onhoudbaar wordt
- ‘U uitspraken zijn beledigend, dus moet u 2. Red herring: je haalt argumenten aan die
zwijgen’ irrelevant zijn
- Het ad hominem argument als 3. Gelegenheidsrelativisme: als je het debat
applausargument dreigt te verliezen en je hebt geen argumenten
- autoriteitsargument, maar in feite is het de meer, dan verklaar je maar dat alle meningen
spiegel van het traditionele ad hominem gelijk of gelijkwaardig zijn.
argument 4. Whataboutism: onderwerp verleggen naar
ander probleem.
Kruisverbanden met andere drogredenen:
Het ad hominem argument en het ondermijnende
argument: je kunt in de verklaring waarom iemand
iets gelooft een persoonlijke eigenschap van die
persoon gebruiken, en met die persoonlijke
eigenschap de waarheid van die overtuiging
ondermijnen.
bedreiging van het debat
Vb. “you idiot” Vb. ‘Als je carrière wil maken aan de universiteit, Hoe controversieler de stelling is hoe groter dat de
moet je dit voorstel accepteren.’ bewijslast is
De persoonlijke aanval = Je vertrouwt de
tegenstander niet JURIDISCH ONDERSTEUNDE BEDREIGINGEN
ZIJN LEGITIEM
Vertrouwen v zender:
- Puur omdat we ze vertrouwen =
epistemistisch criterium
- Zender straalt autoriteit uit
- Zender maakt deel uit v meerderheid die
hetzelfde zeg (consensus
Kan leiden tot polarisatie: standpunten gaan zo strerk
uit elkaar groeien dat er over elkaar alleen nog maar
ad hominum argumenten (verwijten) worden gegeven
Ad hominem argument terecht wanneer er situaties
zijn waarbij elementen uit het verleden van een
persoon twijfel doen rijzen over haar
betrouwbaarheid -> reputatie
discussienorm overtreed: discussienorm overtreed:
1&3 1
Logische component: Logische component: Logische component:
Premisse 1: X beweert dat p Als je vasthoudt aan p, dan (BEDREIGING) ‘Ik verdedig dat p. (p is controversieel)
Premisse 2: Maar X is (NEGATIEVE Je houdt vast aan p Dus: jij moet beginnen met verdedigen dat niet p.’
KWALIFICATIE VAN X) Dus: (Bedreiging)
Conclusie: ik hoef p niet te accepteren ➔ Ongeldige redenering !
➔ geldig (modus ponens!)
➔ deductief ONGELDIG ➔ (deductief) maar psychologich gezien is het
➔ abductief OK wel een drogreden
, Psychologische component: Psychologische component:
- Het halo-effect: VOORZORGSPRINCIPE: De afwezigheid van
Vb. mevrouw X spreekt helder. Ze moet dus aanwijzingen voor p is geen aanwijzing voor niet-p.
wel verstandig zijn
‘Ik heb geen koorts. Dus heb ik geen Covid-19
- Het inverse halo effect:
Vb. “Haar voorstellen zijn zeer We hebben geen reden om aan te nemen dat niet-p.
ongeloofwaardig. Ze raakte amper uit haar Dus p.”
woorden.” Vb. ‘We hebben geen reden om aan te nemen dat hij
- Tu quoque: geen dief is. Dus is hij een dief’
Vb. ‘Hoe kan ze nu pleiten voor gezond
leven? Ze lijdt zelf aan overgewicht.’ Ongeldige redenering.-> burden of proof wordt
(incoherentie) vertaald naar het principe afwezigheid van bewijs
Epistemisch wantrouwen = een situatie waarbij je
iemand niet meer gaat verrouwen op basis van zijn
politieke opvattingen
Varianten: Varianten
- poisoning the well 1. Shifting the ground: je ontwijkt het debat door
Vb. omdat u een man bent mag u geen mening je mening bij te stellen wanneer blijkt dat ze
hebben over vrouwenrechten onhoudbaar wordt
- ‘U uitspraken zijn beledigend, dus moet u 2. Red herring: je haalt argumenten aan die
zwijgen’ irrelevant zijn
- Het ad hominem argument als 3. Gelegenheidsrelativisme: als je het debat
applausargument dreigt te verliezen en je hebt geen argumenten
- autoriteitsargument, maar in feite is het de meer, dan verklaar je maar dat alle meningen
spiegel van het traditionele ad hominem gelijk of gelijkwaardig zijn.
argument 4. Whataboutism: onderwerp verleggen naar
ander probleem.
Kruisverbanden met andere drogredenen:
Het ad hominem argument en het ondermijnende
argument: je kunt in de verklaring waarom iemand
iets gelooft een persoonlijke eigenschap van die
persoon gebruiken, en met die persoonlijke
eigenschap de waarheid van die overtuiging
ondermijnen.
