PERSOONLIJKHEIDSSTOORNISSEN
ALGEMEEN
Wat is een persoonlijkheid? = iets dat behoort tot een individu (= verankering)
iets unieks, definitie van zichzelf, …
BIG 5 MODEL
Voorbeeld van hoe er naar een persoonlijkheid gekeken
kan worden
De 5 invalshoeken op persoonlijkheidsniveau:
1. Extraversie
2. Vriendelijkheid
3. Zorgvuldigheid
4. Emotionele stabiliteit
5. Intellectuele autonomie
PERSOONLIJKHEIDSSTOORNIS
Persoonlijkheid is een dynamisch begrip: - verzameling van eigenschappen en karakteristieken
- bepaalt hoe iemand denkt/ziet/voelt
- bepaalt de motivatie (van hoe je in de wereld staat)
- “verankering” (= persoonlijkheid kan niet op 123 aangepast
worden, is een lang proces dat soms zelf nooit lukt)
Persoonlijkheidsstoornis = Excessief rigide gedragspatronen of een manier van omgaan met anderen
die uiteindelijke negatieve consequenties heeft.
Ontstaan door: - aangeboren kwetsbaarheid (erfelijk/aanleg)
- negatieve levenservaringen (?)
niet wetenschappelijk bewezen
- ongunstige sociale context (?)
heel moeilijk te objectiveren
in dualiteit met aangeboren kwetsbaarheid
DSM-5
= heel westerse wit mannelijk heteroseksueel element (overkoepelt dus maar klein deel van de bevolking)
legt criteria op, probeert van een grijze zone iets zwart-wit te maken
werkt in schalen (niet je hebt het of je hebt het niet, maar kijken onder welke schaal je valt)
, ALGEMENE CRITERIA
1. Duurzaam patroon van innerlijke ervaringen en gedragingen die binnen betrokken cultuur afwijken van de
verwachtingen (cognities, affectiviteit, interpersoonlijk functioneren, impulsbeheersing = min 2/4
aanwezig)
2. Patroon is rigide (komt tot uiting in persoonlijke en sociale situaties)
- Rigide = iets aanwezig dat niet veranderbaar is
3. Significant lijden/beperking
- Vb. borderline: het aantrekken en afstoten onvermogen om relatie op te bouwen
4. Niet te verklaren door andere psychische diagnose
- Mensen met een verslavingsstoornis krijgen vaak diagnose van persoonlijkheidsstoornis tijdens verslaving,
maar wanneer ze nuchter zijn blijkt dit niet meer te kloppen
5. Niet te verklaren door drugs/medicatie of somatische aandoening
3 CLUSTERS
CLUSTER A: “EXCENTRIEK”
Kenmerkend: achterdochtig, bizar en vreemd gedrag en vaak beperking in sociale interactie.
- Paranoïde persoonlijkheidsstoornis
o Wantrouwen/achterdocht
- Schizoïde persoonlijkheidsstoornis
o Afstandelijkheid/beperkt scala van emoties
o Nood niet ervaren om in sociale interactie te gaan
o Emoties lijken niet aanwezig te zijn
o Waanideeën
- Schizotypische persoonlijkheidsstoornis
o Vervorming in het denken/waarnemen (excentrieke mensen)
o Moeilijkheden binnen sociale interacties, maar hunkeren er wel naar
CLUSTER B: “DRAMATISCH”
Dramatische cluster waarin klachten/symptomen zich heel duidelijk manifesteren
- Antisociale persoonlijkheidsstoornis
o Gebrek aan respect/schending van de rechten
o Lastig om mee aan de slag te gaan: pittig in interactie
o Stabiliseert zich niet, wordt alleen maar erger
- Borderline persoonlijkheidsstoornis
o Zie verder
- Histrionische persoonlijkheidsstoornis (= theatrale persoonlijkheidsstoornis)
o Worden niet meer serieus genomen, omdat alles heel hard uitvergroot is
- Narcistische persoonlijkheidsstoornis
o Grandiositeit/eigen bewondering
ALGEMEEN
Wat is een persoonlijkheid? = iets dat behoort tot een individu (= verankering)
iets unieks, definitie van zichzelf, …
BIG 5 MODEL
Voorbeeld van hoe er naar een persoonlijkheid gekeken
kan worden
De 5 invalshoeken op persoonlijkheidsniveau:
1. Extraversie
2. Vriendelijkheid
3. Zorgvuldigheid
4. Emotionele stabiliteit
5. Intellectuele autonomie
PERSOONLIJKHEIDSSTOORNIS
Persoonlijkheid is een dynamisch begrip: - verzameling van eigenschappen en karakteristieken
- bepaalt hoe iemand denkt/ziet/voelt
- bepaalt de motivatie (van hoe je in de wereld staat)
- “verankering” (= persoonlijkheid kan niet op 123 aangepast
worden, is een lang proces dat soms zelf nooit lukt)
Persoonlijkheidsstoornis = Excessief rigide gedragspatronen of een manier van omgaan met anderen
die uiteindelijke negatieve consequenties heeft.
Ontstaan door: - aangeboren kwetsbaarheid (erfelijk/aanleg)
- negatieve levenservaringen (?)
niet wetenschappelijk bewezen
- ongunstige sociale context (?)
heel moeilijk te objectiveren
in dualiteit met aangeboren kwetsbaarheid
DSM-5
= heel westerse wit mannelijk heteroseksueel element (overkoepelt dus maar klein deel van de bevolking)
legt criteria op, probeert van een grijze zone iets zwart-wit te maken
werkt in schalen (niet je hebt het of je hebt het niet, maar kijken onder welke schaal je valt)
, ALGEMENE CRITERIA
1. Duurzaam patroon van innerlijke ervaringen en gedragingen die binnen betrokken cultuur afwijken van de
verwachtingen (cognities, affectiviteit, interpersoonlijk functioneren, impulsbeheersing = min 2/4
aanwezig)
2. Patroon is rigide (komt tot uiting in persoonlijke en sociale situaties)
- Rigide = iets aanwezig dat niet veranderbaar is
3. Significant lijden/beperking
- Vb. borderline: het aantrekken en afstoten onvermogen om relatie op te bouwen
4. Niet te verklaren door andere psychische diagnose
- Mensen met een verslavingsstoornis krijgen vaak diagnose van persoonlijkheidsstoornis tijdens verslaving,
maar wanneer ze nuchter zijn blijkt dit niet meer te kloppen
5. Niet te verklaren door drugs/medicatie of somatische aandoening
3 CLUSTERS
CLUSTER A: “EXCENTRIEK”
Kenmerkend: achterdochtig, bizar en vreemd gedrag en vaak beperking in sociale interactie.
- Paranoïde persoonlijkheidsstoornis
o Wantrouwen/achterdocht
- Schizoïde persoonlijkheidsstoornis
o Afstandelijkheid/beperkt scala van emoties
o Nood niet ervaren om in sociale interactie te gaan
o Emoties lijken niet aanwezig te zijn
o Waanideeën
- Schizotypische persoonlijkheidsstoornis
o Vervorming in het denken/waarnemen (excentrieke mensen)
o Moeilijkheden binnen sociale interacties, maar hunkeren er wel naar
CLUSTER B: “DRAMATISCH”
Dramatische cluster waarin klachten/symptomen zich heel duidelijk manifesteren
- Antisociale persoonlijkheidsstoornis
o Gebrek aan respect/schending van de rechten
o Lastig om mee aan de slag te gaan: pittig in interactie
o Stabiliseert zich niet, wordt alleen maar erger
- Borderline persoonlijkheidsstoornis
o Zie verder
- Histrionische persoonlijkheidsstoornis (= theatrale persoonlijkheidsstoornis)
o Worden niet meer serieus genomen, omdat alles heel hard uitvergroot is
- Narcistische persoonlijkheidsstoornis
o Grandiositeit/eigen bewondering