DEPRESSIEVE STOORNISSEN
DEPRESSIEVE STOORNISSEN
Soorten depressieve stoornis: 1. Ontregelde stemmingsstoornis
- betrekking op kinderen
2. Majeure depressieve stoornis = enkele episode + terugkerende,
recurrente (= periodieke) episoden
- periodes zijn niet gelijkaardig, met pieken en dalen.
- kans op herval kleiner als je de grote donkere periode volledig
doorwerkt hebt.
3. Aanhoudende depressieve stoornis = dysthymie/chronische depressie
(>2 jaar) (al dan niet met psychotische kenmerken)
4. Premenstrueel slecht humeur stoornis (PMS)
- vooral bij vrouwen in periode voor de maandstonden.
5. Door externe stof of onthouding ervan opgewekte stoornis
6. Depressieve stoornis als gevolg van een andere medische aandoening
Tijdens je leven ongeveer 20% kans om een van deze stoornissen te krijgen.
“Zij heeft momenteel een depressieve periode omdat ze binnen een week haar maandstonden krijgt.”
Hormonaal systeem ≠ oorzaak van depressie
Oorzaak-gevolg: gescheiden in tijd en ruimte, hebben niks met elkaar te maken.
Depressie komt op zelfde moment als hormonen, zijn wel gelinkt: dus geen oorzaak-gevolg relatie.
In de periode komt er heel veel naar boven, er komen dingen los die standaard ook in die persoon leven in
die week is het prominenter dus begint erop te focussen.
Er leeft iets in die vrouw dat op dat moment naar boven komt.
Het is niet door de hormonen dat men zich depressief voelt, de hormonen zorgen ervoor dat de
vrouw haar gevoelens sneller loskomen.
KERNSYMPTOMEN DEPRESSIE
- Sombere stemming
- Verlies van interesse of plezier in (bijna) alle activiteiten (niet bij chronische depressie)
Deze symptomen manifesteren zich bijna dagelijks, gedurende het grootste deel van de dag.
“Zij heeft momenteel een sombere stemming en verlies in interesse, … omdat ze depressief is.”
Deze manier van denken geeft aanleiding tot de meest gore dingen die kunnen voorkomen in de praktijken.
Depressie is er niet eerst, het komt voort uit verschillende dingen.
Depressie = een naam voor een verzameling van symptomen.
, CORRELATIES MET AFGLIJDEN IN CHRONISCHE DEPRESSIE
Redenen dat iemand een chronische depressie ontwikkeld:
- Jongere leeftijd bij aanvang depressieve episode
- Familiegeschiedenis van stemmingsstoornissen
- Comorbiditeit1
o Angststoornissen
o Persoonlijkheidsstoornissen
o Middelenmisbruik
- Laag niveau van sociale integratie
o De manier waarop men zich geconnecteerd voelt met anderen
- Negatieve sociale interactie
- Langere duur van de depressieve episode
- Langere ernst van de depressieve symptomen
FAMILIEGESCHIEDENIS? ERFELIJKHEID?
Als iemand een ouder heeft met een zware depressie, heeft dat kind waarschijnlijk een 2 tot 3 keer groter risico
om een depressie te ontwikkelen dan een gemiddelde persoon (of ongeveer 20-30% i.p.v. 10%).
Erfelijkheid: - is specifiek voor de manier waarop een eigenschap werd gemeten.
- heeft enkel betrekking op de variatie van het kenmerk in de populatie waarin het gemeten is
- is een kenmerk van de populatie, niet het individu
hoge mate van erfelijkheid betekend niet dat: - het verschil in variatie tussen groepen genetisch is.
- het kenmerk onveranderlijk is.
DE TERM DEPRESSIE
De term depressie komt van het Latijnse woord ‘deprimere’, wat ‘omlaagdrukken’ betekent.
In 1655 werd de term depressie voor het eerst gebruikt om geestelijk lijden te verwoorden, dit werd
benoemd als: ‘depressie van de geest’.
LEEGTE
Aliënatie vs. separatie: Het verschil tussen leven vanuit de structurele leegte en je eigen ding doen of zich
laten leiden door wat de ander opdraagt vanuit de drang uit dat leegtegevoel te
willen ontsnappen.
Beide werelden kunnen instorten maar bij het ene zal je merken hoe je je vanuit een inwaartse beweging
opnieuw de buitenwereld kan opbouwen. Wanneer de wereld instort die je opgebouwd hebt als
ontsnappingspoging, dan zal je overspoeld worden en een tijdlang het gevoel hebben onmogelijk de oever te
kunnen bereiken. Dan is begeleiding zeker aangewezen.
De essentie ligt dus bij de contactneming met je innerlijke leefwereld. Daarin schuilt de sleutel, niet tot
ontsnapping aan, maar het kunnen instaan in, de leegte.
1
Comorbiditeit = één of meer (chronische) aandoeningen naast de hoofddiagnose waar de meeste aandacht naar uit gaat.
DEPRESSIEVE STOORNISSEN
Soorten depressieve stoornis: 1. Ontregelde stemmingsstoornis
- betrekking op kinderen
2. Majeure depressieve stoornis = enkele episode + terugkerende,
recurrente (= periodieke) episoden
- periodes zijn niet gelijkaardig, met pieken en dalen.
- kans op herval kleiner als je de grote donkere periode volledig
doorwerkt hebt.
3. Aanhoudende depressieve stoornis = dysthymie/chronische depressie
(>2 jaar) (al dan niet met psychotische kenmerken)
4. Premenstrueel slecht humeur stoornis (PMS)
- vooral bij vrouwen in periode voor de maandstonden.
5. Door externe stof of onthouding ervan opgewekte stoornis
6. Depressieve stoornis als gevolg van een andere medische aandoening
Tijdens je leven ongeveer 20% kans om een van deze stoornissen te krijgen.
“Zij heeft momenteel een depressieve periode omdat ze binnen een week haar maandstonden krijgt.”
Hormonaal systeem ≠ oorzaak van depressie
Oorzaak-gevolg: gescheiden in tijd en ruimte, hebben niks met elkaar te maken.
Depressie komt op zelfde moment als hormonen, zijn wel gelinkt: dus geen oorzaak-gevolg relatie.
In de periode komt er heel veel naar boven, er komen dingen los die standaard ook in die persoon leven in
die week is het prominenter dus begint erop te focussen.
Er leeft iets in die vrouw dat op dat moment naar boven komt.
Het is niet door de hormonen dat men zich depressief voelt, de hormonen zorgen ervoor dat de
vrouw haar gevoelens sneller loskomen.
KERNSYMPTOMEN DEPRESSIE
- Sombere stemming
- Verlies van interesse of plezier in (bijna) alle activiteiten (niet bij chronische depressie)
Deze symptomen manifesteren zich bijna dagelijks, gedurende het grootste deel van de dag.
“Zij heeft momenteel een sombere stemming en verlies in interesse, … omdat ze depressief is.”
Deze manier van denken geeft aanleiding tot de meest gore dingen die kunnen voorkomen in de praktijken.
Depressie is er niet eerst, het komt voort uit verschillende dingen.
Depressie = een naam voor een verzameling van symptomen.
, CORRELATIES MET AFGLIJDEN IN CHRONISCHE DEPRESSIE
Redenen dat iemand een chronische depressie ontwikkeld:
- Jongere leeftijd bij aanvang depressieve episode
- Familiegeschiedenis van stemmingsstoornissen
- Comorbiditeit1
o Angststoornissen
o Persoonlijkheidsstoornissen
o Middelenmisbruik
- Laag niveau van sociale integratie
o De manier waarop men zich geconnecteerd voelt met anderen
- Negatieve sociale interactie
- Langere duur van de depressieve episode
- Langere ernst van de depressieve symptomen
FAMILIEGESCHIEDENIS? ERFELIJKHEID?
Als iemand een ouder heeft met een zware depressie, heeft dat kind waarschijnlijk een 2 tot 3 keer groter risico
om een depressie te ontwikkelen dan een gemiddelde persoon (of ongeveer 20-30% i.p.v. 10%).
Erfelijkheid: - is specifiek voor de manier waarop een eigenschap werd gemeten.
- heeft enkel betrekking op de variatie van het kenmerk in de populatie waarin het gemeten is
- is een kenmerk van de populatie, niet het individu
hoge mate van erfelijkheid betekend niet dat: - het verschil in variatie tussen groepen genetisch is.
- het kenmerk onveranderlijk is.
DE TERM DEPRESSIE
De term depressie komt van het Latijnse woord ‘deprimere’, wat ‘omlaagdrukken’ betekent.
In 1655 werd de term depressie voor het eerst gebruikt om geestelijk lijden te verwoorden, dit werd
benoemd als: ‘depressie van de geest’.
LEEGTE
Aliënatie vs. separatie: Het verschil tussen leven vanuit de structurele leegte en je eigen ding doen of zich
laten leiden door wat de ander opdraagt vanuit de drang uit dat leegtegevoel te
willen ontsnappen.
Beide werelden kunnen instorten maar bij het ene zal je merken hoe je je vanuit een inwaartse beweging
opnieuw de buitenwereld kan opbouwen. Wanneer de wereld instort die je opgebouwd hebt als
ontsnappingspoging, dan zal je overspoeld worden en een tijdlang het gevoel hebben onmogelijk de oever te
kunnen bereiken. Dan is begeleiding zeker aangewezen.
De essentie ligt dus bij de contactneming met je innerlijke leefwereld. Daarin schuilt de sleutel, niet tot
ontsnapping aan, maar het kunnen instaan in, de leegte.
1
Comorbiditeit = één of meer (chronische) aandoeningen naast de hoofddiagnose waar de meeste aandacht naar uit gaat.
