Leidinggeven en beïnvloeden
Hoofdstuk 3: teammanagement
Recap hoofdstuk 1: Wat is leidinggeven?
Leiderschap = het nemen van initiatief en verantwoordelijkheid om een bepaald doel te
bereiken of een verandering te realiseren
De leider zal een groep individuen proberen te beïnvloeden door:
1) Richting te geven
2) Doelstellingen te formuleren
3) Beslissingen te nemen
4) Te plannen en te organiseren
5) Bij te sturen en te motiveren
Teammanagement is een evenwicht tussen de belangen van het individu, de groep
en de organisatie.
1. Teammanagement Kernbegrippen
1.1. Groep
Kenmerken van een groep
De groepsleden hebben onderling een relatie met elkaar
De groepsleden hebben een gezamenlijk doel
De groepsleden zijn afhankelijk van elkaar om hun doel te bereiken
Er is een structuur ontstaan, waarin elk individu een eigen plaats heeft
De groepsleden delen normen en waarden en er kan spraken zijn van vaste
gebruiken en rituelen
De groepsleden overleggen rond werkplanning en werkverdeling
Een groep kan niet te groot zijn want dan is face – to – face contact niet meer mogelijk
splitsen
1) Formele groep
Werkgroep die geïnstalleerd en samengesteld wordt door de organisatie
Is gestoeld op taakverdeling
Is officieel aanwezig om een bepaald organisatiedoel te realiseren
2) Informele groep
Niet doelbewust door de organisatie geïnstalleerd maar ontstaan spontaan
Medewerkers die vaak contacten onderhouden op basis van vriendschap of gezamenlijke
belangstelling
Groepsleden helpen elkaar
Creëert samenhorigheid en vervult de behoefte aan sociaal contact op het werk
3) Virtuele groep
Groepsleden komen elektronisch samen en werken via computers en netwerk
Zoals “echte” groepen wisselen ze informatie uit, nemen beslissingen en voeren taken uit
1
, Leidinggeven en beïnvloeden
1.2. Groepsprocessen
Een proces = de fase tussen het begin en het einde van een ontwikkeling, zoals bij een
veranderings-, genezings-, leer- of groeiproces
Een proces = voortschrijdend waardoor het soms moeilijk is om echt eindpunt aan te
duiden
Een groepsproces = de manier waarop een groep verandert, ontwikkelt, leert …
Elementen die dat proces gunstig of ongunstig kunnen beïnvloeden zijn oa:
De kwaliteit van de onderlinge relaties
De mate van samenwerking
Het al dan niet ontstaan van subgroepen
Type leiderschap
1.3. Groepsstructuur
Een groep heeft een eigen identiteit is meer dan de optelsom van de individuele
bijdragen
Identiteit wordt pas zichtbaar als een groep langer bestaat en als de manier
waarop de groepsleden met elkaar omgaan een vast en herkenbaar patroon laat
zien
Dit vaste patroon = groepsstructuur
5 kenmerken typeren de structuur van een groep
1) Communicatiepatronen
2) Status en invloed
3) Rollen
4) Normen
5) Affectieve relaties
1.4. Groep of team
Team = bijzondere soort groep
Een effectieve groep
Het vervullen en/of beantwoorden aan bepaalde criteria
Elk team is een groep maar niet elke groep is een team
o De grens tussen beide is vaag
o Kan verschillen in de fases van de ontwikkeling van de groep
“Bijdragen aan een gezamenlijk resultaat (doelstelling) door een optimale afstemming
tussen de eigen kwaliteit en belangen en die van de groep – de ander
Een groep is een team wanneer:
1) Het teambelang boven het eigenbelang staat
2) Het groepsresultaat primeert boven het individuele resultaat
3) Elke groepslid gemotiveerd en doelgericht is
4) Er groepscohesie is, een sterk wij-gevoel en duidelijke weerstand als ervan buitenaf
geprobeerd wordt de cohesie te verbreken
5) Taken en rollen bekend zijn
6) Er een goede samenwerking en sfeer is
7) Er door elk lid verantwoordelijkheid wordt genomen
8) Er niet naar de leider gewezen/afgeschoven wordt als het moeilijk gaat
2
Hoofdstuk 3: teammanagement
Recap hoofdstuk 1: Wat is leidinggeven?
Leiderschap = het nemen van initiatief en verantwoordelijkheid om een bepaald doel te
bereiken of een verandering te realiseren
De leider zal een groep individuen proberen te beïnvloeden door:
1) Richting te geven
2) Doelstellingen te formuleren
3) Beslissingen te nemen
4) Te plannen en te organiseren
5) Bij te sturen en te motiveren
Teammanagement is een evenwicht tussen de belangen van het individu, de groep
en de organisatie.
1. Teammanagement Kernbegrippen
1.1. Groep
Kenmerken van een groep
De groepsleden hebben onderling een relatie met elkaar
De groepsleden hebben een gezamenlijk doel
De groepsleden zijn afhankelijk van elkaar om hun doel te bereiken
Er is een structuur ontstaan, waarin elk individu een eigen plaats heeft
De groepsleden delen normen en waarden en er kan spraken zijn van vaste
gebruiken en rituelen
De groepsleden overleggen rond werkplanning en werkverdeling
Een groep kan niet te groot zijn want dan is face – to – face contact niet meer mogelijk
splitsen
1) Formele groep
Werkgroep die geïnstalleerd en samengesteld wordt door de organisatie
Is gestoeld op taakverdeling
Is officieel aanwezig om een bepaald organisatiedoel te realiseren
2) Informele groep
Niet doelbewust door de organisatie geïnstalleerd maar ontstaan spontaan
Medewerkers die vaak contacten onderhouden op basis van vriendschap of gezamenlijke
belangstelling
Groepsleden helpen elkaar
Creëert samenhorigheid en vervult de behoefte aan sociaal contact op het werk
3) Virtuele groep
Groepsleden komen elektronisch samen en werken via computers en netwerk
Zoals “echte” groepen wisselen ze informatie uit, nemen beslissingen en voeren taken uit
1
, Leidinggeven en beïnvloeden
1.2. Groepsprocessen
Een proces = de fase tussen het begin en het einde van een ontwikkeling, zoals bij een
veranderings-, genezings-, leer- of groeiproces
Een proces = voortschrijdend waardoor het soms moeilijk is om echt eindpunt aan te
duiden
Een groepsproces = de manier waarop een groep verandert, ontwikkelt, leert …
Elementen die dat proces gunstig of ongunstig kunnen beïnvloeden zijn oa:
De kwaliteit van de onderlinge relaties
De mate van samenwerking
Het al dan niet ontstaan van subgroepen
Type leiderschap
1.3. Groepsstructuur
Een groep heeft een eigen identiteit is meer dan de optelsom van de individuele
bijdragen
Identiteit wordt pas zichtbaar als een groep langer bestaat en als de manier
waarop de groepsleden met elkaar omgaan een vast en herkenbaar patroon laat
zien
Dit vaste patroon = groepsstructuur
5 kenmerken typeren de structuur van een groep
1) Communicatiepatronen
2) Status en invloed
3) Rollen
4) Normen
5) Affectieve relaties
1.4. Groep of team
Team = bijzondere soort groep
Een effectieve groep
Het vervullen en/of beantwoorden aan bepaalde criteria
Elk team is een groep maar niet elke groep is een team
o De grens tussen beide is vaag
o Kan verschillen in de fases van de ontwikkeling van de groep
“Bijdragen aan een gezamenlijk resultaat (doelstelling) door een optimale afstemming
tussen de eigen kwaliteit en belangen en die van de groep – de ander
Een groep is een team wanneer:
1) Het teambelang boven het eigenbelang staat
2) Het groepsresultaat primeert boven het individuele resultaat
3) Elke groepslid gemotiveerd en doelgericht is
4) Er groepscohesie is, een sterk wij-gevoel en duidelijke weerstand als ervan buitenaf
geprobeerd wordt de cohesie te verbreken
5) Taken en rollen bekend zijn
6) Er een goede samenwerking en sfeer is
7) Er door elk lid verantwoordelijkheid wordt genomen
8) Er niet naar de leider gewezen/afgeschoven wordt als het moeilijk gaat
2
