1 Definitie
= Zetten van doelen (per afdeling/subunit) & ontwikkelen van acties / strategieën om deze
doelstellingen te realiseren
- Plannen heeft 4 stapjes=
Situatieanalyse= bedreigd door land
Doelen: zelf internationaliseren
Acties: welke acties ondernemen we
plan = hoe landen binnentreden
- plaats binnen managementsfunctie hangt af van gehanteerde managementsperspectief +
omstandigheden
- heeft intentioneel en toekomstgericht karakter
oor e e s, i te ties, streefdoele , …
tijdsinterval planning en realisering (kan sterk variëren: KT- MLT -LT)
= planningsfunctie zet richtinggevende bakens uit voor toekomstig gedrag van de org
2 planningsactiviteiten en instrumenten
DRIEDELING
1) analyseren van huidige en toekomstige situatie /context van het plan
2) vastleggen doelen (WAT ?)
3) bepalen, vastleggen wijzen waarop ze de doelen zal trachten te realiseren (HOE???)
Zo bekomen we een plan
- Verschillen in planningsactiviteiten binnen de literatuur
2.1 Situatieanalyse
- Impliceert analyse van de toestand van haar omgeving info verzamelen + interpreteren
(=toewijzen betekenis aan verzamelde info)
Goed/slecht, probleem/kans , ernstig en reactie nodig of niet?
Interpretatie is essentieel anders geeft info wellicht geen aanzet tot
besluitvormingsproces/plan
Betekenissen suggereren actie wat gaan we doen?
, A) informatie verwerven:
welke soort info vergaren orgs?
o Tijdsdimensie
o I fo o oor erp orga isatie, o ge i g, …
Hoe, met welke technieken?
hoe verwerft org informatie als ze wordt geconfronteerd met situatie (mensen
printen minder)
verschillende technieken verwerven info met andere karakteristieken
1. schriftelijke vragenlijsten
o gesloten(= vooraf antwoordcategorieën 1 of meer kiezen)/
controle over antwoorden + makkelijker te verwerken alleen als men
zeker is over alle antwoorden die mogelijks gegeven kunnen worden anders
vertekend
o open vragen (= geen voorstellen gedaan, vrij formuleren) de respondent
antwoordt zelf waar ze aan denkt)
spontaner, respondent moet niet vertrouwd zijn met de
antwoordcategorieën
als men geen idee heeft van antwoorden soms voorafgaand aan een
odnerzoek om gesloten vragen te formuleren
Objectieve vragen: over objectief waarneembare & vaststaande feiten
perso e , oor erpe , orgs , …
Subjectieve vragen: gepeild naar meningen, attitudes & normatieve waarden
Niet perse los van objectieve welke mening hebben we over bepaalde
feiten
Kwaliteit: aard vragstelling + profiel respondenten + (statistische) verwerking van
resultaten bepalen
Beoordeeld ahv verschillende criteria, waaronder: