Angulaire mobilisatie / Manuele grepen
MOBILITEIT
o Beweeglijkheid van gewrichten
o De bewegingsomvang of de bewegingsuitslag of het bewegingsamplitudo of de
bewegingsexcursie in diverse bewegingsrichtingen
BEPALENDE FACTOREN VOOR DE MOBILITEIT
o Gewrichts(opper)vlakken
Gelijknamig gekromd
asymmetrisch
anisotroop
discongruent
o Intra-articulair gelegen delen disci en menisci
o Synoviaal vocht
o Kapsels en ligamenten
o Spieren
o Fasciae
o Huid, onderhuids bindweefsel
o Weefselzwelling
MOBILISEREN
Onderhouden of vergroten van het bewegingsamplitudo
o Optimaliseren van de artrogene component
o Optimaliseren van de musculaire component
PASSIEF BEWEGEN
PASSIEF MOBILISEREN
o Mobiliseren met passieve bewegingen met manuele handgrepen waarbij de
therapeut op een passieve manier het gewricht mobiliseert over het fysiologische
bewegingsamplitudo met als doel het onderhouden of bevorderen van de
gewrichtsbeweeglijkheid.
, ANGULAIR MOBILISEREN
o Angulair verwijst naar de hoek die doorlopen wordt.
MOBILISEREN
o Uitvoeringsmodaliteiten
Algemene uitvoeringsmodaliteiten
- Uitgangshouding patiënt
- Uitgangshouding therapeut
- Uitvoering
Uitvoeringsmodaliteiten voor het gewricht
- Uitgangshouding
A-specifieke of specifieke gewrichtsstand
- Bewegingstraject
- Bewegingsritme
- Richting van de mobilisatie
Direct of indirect
Uitgangshouding patiënt
o Comfortabel
o Ontspannen
o Om afweerspanning te voorkomen
Uitgangshouding therapeut
o Stabiele positie
o Zo dicht mogelijk bij het te behandelen gewricht
o Een hand fixeert
o Andere hand mobiliseert
o Nastreven van een volle handgreep
Om afweerspanning te vermijden
Vnl. bij intensieve mobilisaties
Uitvoering
o Beide handen zo veel mogelijk op de aanpalende segmenten van het gewricht
A-specifieke gewrichtsstand
o Ruststand of maximally loose-packed position (MLPP)
o Gewrichtsstand waarbij
Capsulo-ligamentaire structuren het meest ontspannen zijn
Een minimale coaptatie van de gewrichtspartners aanwezig is
o Typisch voor elk gewricht
o Glij- en tractiebeweging zijn maximaal
, Ruststand
Specifieke gewrichtsstanden
o De gewrichtsstanden anders dan de ruststand
o Loose-packed position
Alle standen tussen rust- en eindstand
Kunnen gebruikt worden als uitgangspositie voor specifieke
behandelingstechnieken
o (Maximally) close-packed position (MCPP)
Eindstand
Maximale spanning van de capsulo-ligamentaire structuren
Maximale coaptatie van de gewrichtspartners
Onmogelijk om te mobiliseren
, Bewegingstraject
o Elk deel van de bewegingsbaan kan gebruikt worden
o 4 graden (Maitland)
Graad I
- Kleine beweging
- Geen weerstand
- Begin bewegingsbaan
Graad II
- Grote beweging
- Geen weerstand
- In weerstandsvrije deel van bewegingsbaan
Graad III
- Grote beweging
- In en uit de weerstand of tot limiet
Graad IV
- Kleine beweging
- In de weerstand
- Einde bewegingsbaan
Bewegingstraject
Bewegingsritme
o Snel ritmisch
Vibrerend karakter
o Matig ritmisch
Vloeiend, regelmatig ritme
Bv. Ademhalingsritme
o Traag ritmisch
MOBILITEIT
o Beweeglijkheid van gewrichten
o De bewegingsomvang of de bewegingsuitslag of het bewegingsamplitudo of de
bewegingsexcursie in diverse bewegingsrichtingen
BEPALENDE FACTOREN VOOR DE MOBILITEIT
o Gewrichts(opper)vlakken
Gelijknamig gekromd
asymmetrisch
anisotroop
discongruent
o Intra-articulair gelegen delen disci en menisci
o Synoviaal vocht
o Kapsels en ligamenten
o Spieren
o Fasciae
o Huid, onderhuids bindweefsel
o Weefselzwelling
MOBILISEREN
Onderhouden of vergroten van het bewegingsamplitudo
o Optimaliseren van de artrogene component
o Optimaliseren van de musculaire component
PASSIEF BEWEGEN
PASSIEF MOBILISEREN
o Mobiliseren met passieve bewegingen met manuele handgrepen waarbij de
therapeut op een passieve manier het gewricht mobiliseert over het fysiologische
bewegingsamplitudo met als doel het onderhouden of bevorderen van de
gewrichtsbeweeglijkheid.
, ANGULAIR MOBILISEREN
o Angulair verwijst naar de hoek die doorlopen wordt.
MOBILISEREN
o Uitvoeringsmodaliteiten
Algemene uitvoeringsmodaliteiten
- Uitgangshouding patiënt
- Uitgangshouding therapeut
- Uitvoering
Uitvoeringsmodaliteiten voor het gewricht
- Uitgangshouding
A-specifieke of specifieke gewrichtsstand
- Bewegingstraject
- Bewegingsritme
- Richting van de mobilisatie
Direct of indirect
Uitgangshouding patiënt
o Comfortabel
o Ontspannen
o Om afweerspanning te voorkomen
Uitgangshouding therapeut
o Stabiele positie
o Zo dicht mogelijk bij het te behandelen gewricht
o Een hand fixeert
o Andere hand mobiliseert
o Nastreven van een volle handgreep
Om afweerspanning te vermijden
Vnl. bij intensieve mobilisaties
Uitvoering
o Beide handen zo veel mogelijk op de aanpalende segmenten van het gewricht
A-specifieke gewrichtsstand
o Ruststand of maximally loose-packed position (MLPP)
o Gewrichtsstand waarbij
Capsulo-ligamentaire structuren het meest ontspannen zijn
Een minimale coaptatie van de gewrichtspartners aanwezig is
o Typisch voor elk gewricht
o Glij- en tractiebeweging zijn maximaal
, Ruststand
Specifieke gewrichtsstanden
o De gewrichtsstanden anders dan de ruststand
o Loose-packed position
Alle standen tussen rust- en eindstand
Kunnen gebruikt worden als uitgangspositie voor specifieke
behandelingstechnieken
o (Maximally) close-packed position (MCPP)
Eindstand
Maximale spanning van de capsulo-ligamentaire structuren
Maximale coaptatie van de gewrichtspartners
Onmogelijk om te mobiliseren
, Bewegingstraject
o Elk deel van de bewegingsbaan kan gebruikt worden
o 4 graden (Maitland)
Graad I
- Kleine beweging
- Geen weerstand
- Begin bewegingsbaan
Graad II
- Grote beweging
- Geen weerstand
- In weerstandsvrije deel van bewegingsbaan
Graad III
- Grote beweging
- In en uit de weerstand of tot limiet
Graad IV
- Kleine beweging
- In de weerstand
- Einde bewegingsbaan
Bewegingstraject
Bewegingsritme
o Snel ritmisch
Vibrerend karakter
o Matig ritmisch
Vloeiend, regelmatig ritme
Bv. Ademhalingsritme
o Traag ritmisch