100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
Samenvatting

Samenvatting Nederlandse literatuurlijst vwo 6

Beoordeling
-
Verkocht
-
Pagina's
92
Geüpload op
02-12-2022
Geschreven in
2021/2022

Ik heb 16 boeken samengevat voor mijn Nederlandse mondeling. De boeken zijn niet alleen samengevat, maar ik heb ook motieven opgeschreven, thematiek besproken etc.

Niveau
Vak











Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Geschreven voor

Instelling
Middelbare school
Niveau
Vak
School jaar
6

Documentinformatie

Geüpload op
2 december 2022
Aantal pagina's
92
Geschreven in
2021/2022
Type
Samenvatting

Onderwerpen

Voorbeeld van de inhoud

Inhoudsopgave
1. Soerabaja – Pauline Slot............................................................................................................................. 2

2. De zwarte met het witte hart – Arthur Japin............................................................................................... 9

3. Havo is geen optie – Martje van der Brug.................................................................................................15

4. Weerwater – Renate Dorrestein............................................................................................................... 20

5. IV – Arjen Lubach..................................................................................................................................... 25

6. 1953 – Rik Launspach............................................................................................................................... 30

7. Floris ende Blancefloer – Diederic van Assenede.......................................................................................35

8. De klucht van de koe – Gerbrand Adriaenszoon Bredero...........................................................................39

9. Hersenschimmen – J. Bernlef.................................................................................................................... 43

10. Lena – Monique Bronkhorst................................................................................................................... 48

11. ’t Hooge Nest – Roxane van Iperen......................................................................................................... 55

12. Jaromir Marco – Anthony Christiaan Winand Staring..............................................................................60

13. De donkere kamer van Damokles – Willem Frederik Hermans.................................................................65

14. De aanslag – Harry Mulisch..................................................................................................................... 75

15. Ik ga leven – Lale Gül.............................................................................................................................. 82

16. Bint – Ferdinand Bordewijk.................................................................................................................... 87




1

,1. Soerabaja – Pauline Slot
Zoek informatie op, op internet, over de schrijver/schrijfster 
autobiografie/autobiografische elementen
Soerabaja is het zesde roman van Pauline Slot (Den Haag, 1960). Ze debuteerde in 1999 met
de goed ontvangen roman Zuiderkruis, waarna Blauwbaard (2000), Tegenpool (2001), De
inwendige (2007) en En het vergeten zo lang (2010) volgden. Soerabaja stond op de longlist
voor de Opzij-literatuurprijs. Pauline Slot schrijft in het boek Soerabaja over Bep, wie de
oudtante van haar is. Het boek is dus niet autobiografisch, want het gaat niet over het leven
van Pauline Slot, maar het gaat wel over een deel van haar leven, want familie bepaalt voor
een groot deel je leven. Het boek begint in Den Haag en daar komt de schrijfster ook
vandaan.

Hoe begint het boek  ab ovo, medias res, post rem
Het boek begint met de zinnen: “Misschien waren we altijd al op weg naar Soerabaja.
Misschien hebben we sinds die ene dag niets anders gedaan dan er weer vandaan te
vluchten, mijn drie dochters en ik.” Het begint met het eind, aangezien het terugblikt op de
tijd die voorbij is gegaan, dus het boek begint post rem.

Vallen fabel en sujet samen?
Het begint post rem, dus het begint met het eind. Daarna wordt het verhaal chronologisch
vertelt. Fabel en sujet vallen dus op het eerste gezicht niet samen, maar daarna wel.

Waarom heeft de schrijver hiervoor gekozen?
Ik denk dat de schrijfster voor een chronologische volgorde heeft gekozen, omdat het
hierdoor beter te volgen is. Ook wordt het verhaal verteld aan de hand van brieven
waardoor het verhaal beter te volgen is als de brieven op chronologische volgorde staan.

Hoe is het boek opgebouwd?  titel, opdracht, motto, proloog, hoofdstukindeling (evt.
titels), epiloog  leg uit wat de schrijver hiermee bedoelt
De titel van het boek is Soerabaja, wat een stad in Nederlands-Indië was. De eerste zin van
het boek gaat meteen over deze stad: “Misschien waren we altijd al op weg naar Soerabaja.”
De titel verwijst naar de belangrijke rol die de stad speelt, zowel in het leven van Bep en
Henk als in de geschiedenis. In oktober 1945 ontbrandde daar de strijd tussen Britse
bezettingstroepen en Indonesische nationalisten, die weigerden hun wapens in te leveren.
Na felle gevechten moesten de nationalisten de stad uiteindelijk prijsgeven. De opdracht van
het boek is: ‘voor Bep, Henk, Beppie, Kiki en Truusje’, omdat zij het gezin De Fluiter vormen
over wie het verhaal gaat. De schrijfster droeg het verhaal op aan Bep, omdat haar graf in
Nederlands-Indië nooit is gevonden en dat ze door middel van dit boek toch een laatste
rustplaats krijgt: “En jullie moeders laatste rustplaats, waar die ook is, heeft uiteindelijk een
zerk gekregen.” De proloog beschrijft kort het lot van het gezin De Fluiter en daarna wordt
het verhaal vanaf het begin verteld. Elk hoofdstuk heeft als titel een citaat uit een brief van
een van de personages. Het eerste hoofdstuk is Maar we moeten gaan (brief van Henk aan
zijn familie), daarna komt Ik tel steeds zes uren van de tijd af (Bep heeft heimwee naar haar
familie en telt de jaren af, maar ook de uren als ze aan thuis denkt), Dan zitten we hier
voorlopig veilig (Henk en Bep willen terug naar Nederland voordat de oorlog uitbreekt, ze

2

,zijn uiteindelijk te laat maar denken dat ze voorlopig wel veilig zitten), In gedachten zijn we
altijd bij elkaar, Dan beginnen we maar weer van voren af aan (Henk hoopt dat hij weer
terug naar Malang kan en dat ze dan als gezin weer van tevoren af aan kunnen beginnen),
Dit is nog veel erger dan toen onder de Jap (Bep vindt dat de Indonesische strijders veel
erger zijn dan de Jappen), Waarom schrijf je toch niet (moeder van Bep vraagt zich af
waarom Bep niet terugschrijft) en de epiloog heet Het verleden volkomen overboord
gooiend. De epiloog gaat over wat er gebeurd is met het gezin de Fluiter en dat Pauline Slot
als familielid het boek heeft geschreven.

Wat is de verhaallaag?
Het boek gaat over Bep en Henk de Fluiter die kort na hun huwelijk naar Nederlands-Indië
vertrekken, omdat Henk daar een baan aangeboden krijgt. Ze hebben veel heimwee naar
Nederland, maar krijgen daar de dochters Beppie en Kiki. Ondertussen is er een oorlog
gaande en als Bep zwanger is van hun derde dochter Truusje, wordt Henk opgeroepen voor
het leger. Kort na zijn vertrek geeft Nederlands-Indië zich over aan de Japanners en soldaten
worden gevangengezet in kampen. Henk schrijft elke dag in zijn dagboek. Het is een erg
onzekere tijd. Uiteindelijk komt Henk in Thailand terecht. Bep en Henk proberen contact te
houden, maar het is erg moeilijk. Dan capituleren de Japanners en Henk en Bep verwachten
dat ze elkaar snel weer zullen zien, maar het verloopt anders. Soekarno roept de revolutie
uit en Nederlanders zijn niet langer welkom in Nederlands-Indië. Bep raakt bij een actie van
revolutionairen ernstig gewond en overlijdt. Haar dochters en Henk gaan naar Nederland en
worden herenigd. Henk trouwt binnen een jaar met een andere vrouw, waardoor het
contact met zijn kinderen minder wordt.

De ik-figuur, Bep (Betje) Jonker, kijkt in de ik-vorm terug op haar bewogen huwelijk met
Henk de Fluiter, waaruit drie dochters geboren werden: Beppie, Kiki en Truusje. Haar
echtgenoot Henk is hertrouwd, Beppie overleden en Kiki en Truusje zijn in de zeventig. ‘Ze
weten zo weinig van mij en er is zo veel te vertellen’ schrijft de vertelster, een zin die voor de
lezer direct de vraag oproept wat er maar gebeurd is.
Den Haag, 1926. Bep zit nog op de hbs als ze Henk leert kennen bij een gemeenschappelijke
kennis van hun moeders. Ze vinden elkaar direct aardig, gaan na enige tijd samen uit en
verloven zich drie jaar later. Henk studeert af op de landbouwhogeschool in Wageningen en
promoveert in 1930 tot doctor. Ondanks de crisistijd vindt hij er in 1933 een baan, kunnen ze
een woning inrichten en eindelijk trouwen. Daar blijven Bep en Henk maar acht maanden.
Op advies van Henks baas, professor Roepke, besluiten ze voor zes jaar naar Indië te gaan,
waar Henk een goede baan kan krijgen op een Proefstation in Djember. Na een lange reis via
Batavia en Soerabaja arriveren ze in Djember, waar ze voorlopig intrekken bij de Van de
Veens, familie van een collega van Henk. Daar ligt al een brief van Henks moeder te
wachten, waarin ze tot hun ontsteltenis schrijft dat Beps vader is overleden. Een week later
arriveert er een verdrietige brief van Beps moeder. Er ontwikkelt zich een uitgebreide
correspondentie, vooral tussen Bep en haar moeder, die lang zal aanhouden. Bep en Henk
betrekken een eigen huis, met bedienden. Henk heeft het prima naar zijn zin met zijn werk,
is veel van huis voor ondernemingsbezoeken en wint steeds meer aanzien door zijn
publicaties over nieuwe schimmelziektes. Als hij tyfus krijgt, moet hij wekenlang het bed
houden. Bep heeft aanvankelijk veel heimwee, maar weet zich aan te passen, doet mee aan
activiteiten en samen ontwikkelen ze een grote kennissenkring. Na een moeizame bevalling
wordt op 28 juli 1936 Beppie geboren. In brieven uit Nederland schrijven Henk en Beps

3

, ouders onder andere over familiezaken, de oorlogsdreiging en het huwelijk van Juliana en
Bernhard. In 1938 overlijdt Henks vader en krijgen Bep en Henk hun tweede dochter: Willy,
die ze al gauw Kiki noemen. Ze blijkt een veel gemakkelijker kindje dan Beppie, die geregeld
eet- en gedragsproblemen heeft. Bep leeft sterk mee met het thuisfront en ziet uit naar hun
verlof in Nederland over twee jaar. In Nederland wordt de mobilisatie afgekondigd en de
twee broers van Bep, Joop en Wim, moeten onder de wapenen. Duitsland valt Polen binnen
en op 10 mei 1940 Nederland. Bep en Henk gaan in Malang wonen. Henk krijgt door zijn
onderzoek en publicaties steeds meer naam als phytopatholoog (pythopathologie =
plantenziektekunde). Hij sluit zich aan bij het Vrijwillig Oefencorps en moet wekenlang
oefenen voor de landstorm. Begin 1942 wordt Truusje geboren, hun derde kind. De
Japanners landen op Java en bezetten weldra heel Indië. Op 9 maart trekken ze Malang
binnen en wordt Henk krijgsgevangene. Bep mag hem enkele keren met haar kinderen
opzoeken in het kamp waar hij is geïnterneerd. In mei begint Henk een dagboek, dat hij de
hele oorlog zal bijhouden. Hij houdt zich goed, maar is geregeld ziek (onder andere angina en
duizelingen). Bep moet met haar kinderen haar huis uit en wordt geïnterneerd in een
omheinde wijk, in een woning die ze met enkele families moet delen. Op 5 december ziet ze
Henk voor het laatst, als hij bezig is met dwangarbeid aan de weg. Op 15 januari 1943 wordt
Henk met een transport krijgsgevangenen van Malang naar Batavia gebracht en verliest hij
elk contact met zijn gezin. In het kamp is het een hel, de Japanse commandant gedraagt zich
als een beest. Daarna wordt hij naar een kamp nabij Singapore gebracht en vervolgens via
Kuala Lumpur naar Bampong (Thailand). Vandaar moeten ze 225 kilometer lopen naar het
moederkamp: vreselijke nachtmarsen in noodweer en door ruig terrein. Er vallen vele
slachtoffers en Henk komt meer dood dan levend in kamp Takanun II aan. Toch redt dit
waarschijnlijk zijn leven: hij wordt opgenomen in het hospitaal, later in een ziekenkamp, en
hoeft vanwege zijn slechte toestand (onder andere malaria) niet mee te werken aan de
spoorweg, diep in het binnenland. Hij weet te overleven en te bereiken dat hij mag werken
in het kamplaboratorium. Bep en Henk sturen elkaar vele brieven en kaarten, maar die
komen maar een paar keer aan, zodat ze vaak in onzekerheid over elkaars situatie zijn. Zo
komt Henk er pas laat achter dat Beppie en Kiki lange tijd met difterie in het ziekenhuis zijn
opgenomen. Op 14 februari 1944 worden Bep en haar kinderen met de trein naar Ambarawa
(Midden-Java) gebracht, waar ze hun intrek in een gevangenis moeten nemen en na vier
maanden in een nabij kamp in Banjoe Biroe. Bep en Henk klampen zich vast aan de gedachte
dat alles nog goed zal komen. Henk leeft voortdurend in vrees dat hij zal worden
weggevoerd, maar steeds wordt hij ‘gered’ door zijn slechte gezondheid (onder andere
ernstige beenwond, acute bloedvergiftiging) en hij mag met behulp van een bevriend arts
blijven werken in het lab. In januari 1945 komen in Beps kamp de eerste berichten binnen
over het naderend einde van de oorlog en zien ze een geallieerd vliegtuig overkomen. In
Birma en Thailand beginnen de Japanners aan een grote uittocht. Ook Henk wordt
weggevoerd naar een ander kamp. Pas op 15 augustus 1945, na de atoombommen op onder
andere Hiroshima, maken de Japanners officieel het einde van de oorlog bekend. Zowel
Henk als Bep kunnen nu vrij de kampen waar ze zijn ondergebracht verlaten om eten te
kopen. De Britse regering doet er alles aan om de eigen krijgsgevangenen te repatriëren,
maar de Nederlandse raadt iedereen aan om, voor de eigen veiligheid, voorlopig in de
kampen te blijven. Henk probeert via de officiële kanalen weg te komen, maar zijn pogingen
halen niets uit. Wanhopig blijft hij Bep schrijven, maar pas eind september ontvangt hij een
briefje van haar. Hij meldt zich aan als vrijwilliger van het Nederlandse bezettingsleger en
blijft werken in het lab. Soekarno roept de Indonesische republiek uit en verklaart Nederland

4

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
De reputatie van een verkoper is gebaseerd op het aantal documenten dat iemand tegen betaling verkocht heeft en de beoordelingen die voor die items ontvangen zijn. Er zijn drie niveau’s te onderscheiden: brons, zilver en goud. Hoe beter de reputatie, hoe meer de kwaliteit van zijn of haar werk te vertrouwen is.
LauraSociologie Rijksuniversiteit Groningen
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
97
Lid sinds
3 jaar
Aantal volgers
28
Documenten
21
Laatst verkocht
1 week geleden

4,0

8 beoordelingen

5
2
4
5
3
0
2
1
1
0

Recent door jou bekeken

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via Bancontact, iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo eenvoudig kan het zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen