Samenvatting politieke economie
2019-2020
1
,Deel 1: Bankencrisis, soevereine crisis, Eurozonecrisis -
Oorzaken, gevolgen, beleidsingrepen
1. Bankencrisis van 2007-2009
1.1 Algemeen verloop crisis
Ontstaan crisis: na periode van deregulering of versnelde financiële innovatie
→ Gaat gepaard met expansie van kredietverlening (Meer leningen geven)
⇒ Gevolg: Stijging van prijzen van activa (Reëel: vastgoed + financieel)
→ Leidt tot gevoel euforie + Lage risicopremies
⇒ Macro-economische schok = geeft aanleiding tot initiële correctie
- Gevolg: Reële economie wordt aangetast → Mondt uit in recessie
- Reactie CB: Versoepeling van monetair beleid via renteverlagingen.
1.2 Financiële crisis 2007-2008
Oorzaak kan toegeschreven worden aan financiële sector.
→ Overmatige kredietopbouw, aanwezig via banken maar ook via financiële en afgeleide
markten (door effectisering)
→ complexe effectiseringsstructuren buiten het gereglementeerde financiële
systeem leidt tot ontransparantie en asymmetrische informatie (= Shadow
banking)
DUS: meest onverwachte marktbreuk: wegvallen liquiditeit
Traditionele bankenmodel:
● Bank haalt geld van:
- Deposito’s: Spaarders die geld op bank zetten
- Interbankenmarkt
- Eigen krediet
● Bank leent uit aan particulieren, ondernemingen en overheden
→ Screening nodig want ontlenen geld van hun spaarders
→ Bankencrisis: Door af te stappen van traditionele model
→ Eigen toegang tot liquiditeit op het spel gezet.
Door technieken van effectisering
→ Vorderingen herverpakt in Asset-Bank securities (= originate and distribute model:
Initiatiefnemer van lening verkoopt deze door aan derden)
- Oorsprong: VS
→ Hypotheken van lage kwaliteit werden doorverkocht via effectisering. (Leidt tot
systeem van shaduwbankieren)
2
, ⇒ Door ondoorzichtigheid van deze structuren → Onzekerheid over waardering en
mogelijke verliezen.
GEVOLG: Normale bronnen van liquiditeit door banken droogden op
→ Enkel door € van depositogarantie op te trekken konnen banken ‘Bank run’
vermijden
→ Overheden moesten massaal publieke middelen mobiliseren om banken te
ondersteunen.
2. De actoren van de financiële crisis
Schema crisis en hoofdrolspelers:
Banken:
= Rol is verwerven deposito’s en verstrekken leningen.
Hierbij screening vooraf en monitoring achteraf, zo risico’s ontleners beoordelen
(= Financiële intermediatie)
→ Onverwachte verliezen op te vangen: Kapitaalvereisten (vb: Basel 2: 8%)
→ Special Purpose vehicles: Vennootschap die slechts voor een enkele transactie wordt
opgericht en gebruikt. (Door banken/hypotheekverstrekkers)
- Zorgt voor spreiding van de risico’s
Rating agencies:
= een bedrijf dat de kredietwaardigheid beoordeelt van uitgevende instellingen van bepaalde
vormen van schuldbewijzen (obligatieleningen), alsmede de schuldbewijzen zelf.
→ Maakte verkeerde inschatting risico’s
3
, - Deels veroorzaakt door belangenconflict: Effectiserigsoperaties opzetten + ratings
bepalen voor deze structuren.
Structured investment vehicles:
= Investeren in obligaties van lange termijn door het uitgeven van obligaties van korte termijn
Hedge Funds:
= Werken met een minimum aan kapitaal en financieren hun posities hoofdzakelijk met
geleende middelen.
⇒ Gevolg van massale kredietverlining en investeringen in gestructureerde producten
= bankbalansen in periode voor de crisis substantieel gegroeid.
2007:
VS: Daling van de huizenprijzen. → Zelfs waarde van effecten met AAA-rating daalden met
tientallen procenten.
→ Kapitaalbuffers banken werden aangetast = Vertrouwenscrisis
Sindsdien: Banken met grote blootstelling aan interbancaire financiering getroffen door
marktdiscipline.
2008:
Einde Wallstreet: Investmentbanks overgenomen door commerciële banken OF verkregen
een bankstatuut (konden hierdoor liquiditeit bekomen via de federal reserve).
België:
2008: Redding banken zoals Fortis, KBC, Dexia, …
2011: Schuldencrisis Eurozone → Dexia kanteld opnieuw
DEXIA: Opgesplitst in goede (retailbank) en slechte bank
3. Interventies om de crisis te bedwingen
Banken in 2008 getroffen door 2 kwalen:
- Liquiditeitsprobleem: Door opdrogen interbankenmarkt
- Solvabiliteitsprobleem:
+ vertrouwenscrsis breidde zich uit naar consumenten en producenten
= Risico op gehele crisis banksysteem
(Rechterzijde figuur: instanties die geacht worden de crisis te voorkomen)
● Centrale bank: ECB: voorziet de banken van liquiditeit.
● Toezichthouders: Treden nationaal op
● Nationale overheden
⇒ Reactie op crisis liquiditeit:
- Massale verstrekking van liquiditeit aan de banken
- Federal reserve (Am nationale bank)
4
2019-2020
1
,Deel 1: Bankencrisis, soevereine crisis, Eurozonecrisis -
Oorzaken, gevolgen, beleidsingrepen
1. Bankencrisis van 2007-2009
1.1 Algemeen verloop crisis
Ontstaan crisis: na periode van deregulering of versnelde financiële innovatie
→ Gaat gepaard met expansie van kredietverlening (Meer leningen geven)
⇒ Gevolg: Stijging van prijzen van activa (Reëel: vastgoed + financieel)
→ Leidt tot gevoel euforie + Lage risicopremies
⇒ Macro-economische schok = geeft aanleiding tot initiële correctie
- Gevolg: Reële economie wordt aangetast → Mondt uit in recessie
- Reactie CB: Versoepeling van monetair beleid via renteverlagingen.
1.2 Financiële crisis 2007-2008
Oorzaak kan toegeschreven worden aan financiële sector.
→ Overmatige kredietopbouw, aanwezig via banken maar ook via financiële en afgeleide
markten (door effectisering)
→ complexe effectiseringsstructuren buiten het gereglementeerde financiële
systeem leidt tot ontransparantie en asymmetrische informatie (= Shadow
banking)
DUS: meest onverwachte marktbreuk: wegvallen liquiditeit
Traditionele bankenmodel:
● Bank haalt geld van:
- Deposito’s: Spaarders die geld op bank zetten
- Interbankenmarkt
- Eigen krediet
● Bank leent uit aan particulieren, ondernemingen en overheden
→ Screening nodig want ontlenen geld van hun spaarders
→ Bankencrisis: Door af te stappen van traditionele model
→ Eigen toegang tot liquiditeit op het spel gezet.
Door technieken van effectisering
→ Vorderingen herverpakt in Asset-Bank securities (= originate and distribute model:
Initiatiefnemer van lening verkoopt deze door aan derden)
- Oorsprong: VS
→ Hypotheken van lage kwaliteit werden doorverkocht via effectisering. (Leidt tot
systeem van shaduwbankieren)
2
, ⇒ Door ondoorzichtigheid van deze structuren → Onzekerheid over waardering en
mogelijke verliezen.
GEVOLG: Normale bronnen van liquiditeit door banken droogden op
→ Enkel door € van depositogarantie op te trekken konnen banken ‘Bank run’
vermijden
→ Overheden moesten massaal publieke middelen mobiliseren om banken te
ondersteunen.
2. De actoren van de financiële crisis
Schema crisis en hoofdrolspelers:
Banken:
= Rol is verwerven deposito’s en verstrekken leningen.
Hierbij screening vooraf en monitoring achteraf, zo risico’s ontleners beoordelen
(= Financiële intermediatie)
→ Onverwachte verliezen op te vangen: Kapitaalvereisten (vb: Basel 2: 8%)
→ Special Purpose vehicles: Vennootschap die slechts voor een enkele transactie wordt
opgericht en gebruikt. (Door banken/hypotheekverstrekkers)
- Zorgt voor spreiding van de risico’s
Rating agencies:
= een bedrijf dat de kredietwaardigheid beoordeelt van uitgevende instellingen van bepaalde
vormen van schuldbewijzen (obligatieleningen), alsmede de schuldbewijzen zelf.
→ Maakte verkeerde inschatting risico’s
3
, - Deels veroorzaakt door belangenconflict: Effectiserigsoperaties opzetten + ratings
bepalen voor deze structuren.
Structured investment vehicles:
= Investeren in obligaties van lange termijn door het uitgeven van obligaties van korte termijn
Hedge Funds:
= Werken met een minimum aan kapitaal en financieren hun posities hoofdzakelijk met
geleende middelen.
⇒ Gevolg van massale kredietverlining en investeringen in gestructureerde producten
= bankbalansen in periode voor de crisis substantieel gegroeid.
2007:
VS: Daling van de huizenprijzen. → Zelfs waarde van effecten met AAA-rating daalden met
tientallen procenten.
→ Kapitaalbuffers banken werden aangetast = Vertrouwenscrisis
Sindsdien: Banken met grote blootstelling aan interbancaire financiering getroffen door
marktdiscipline.
2008:
Einde Wallstreet: Investmentbanks overgenomen door commerciële banken OF verkregen
een bankstatuut (konden hierdoor liquiditeit bekomen via de federal reserve).
België:
2008: Redding banken zoals Fortis, KBC, Dexia, …
2011: Schuldencrisis Eurozone → Dexia kanteld opnieuw
DEXIA: Opgesplitst in goede (retailbank) en slechte bank
3. Interventies om de crisis te bedwingen
Banken in 2008 getroffen door 2 kwalen:
- Liquiditeitsprobleem: Door opdrogen interbankenmarkt
- Solvabiliteitsprobleem:
+ vertrouwenscrsis breidde zich uit naar consumenten en producenten
= Risico op gehele crisis banksysteem
(Rechterzijde figuur: instanties die geacht worden de crisis te voorkomen)
● Centrale bank: ECB: voorziet de banken van liquiditeit.
● Toezichthouders: Treden nationaal op
● Nationale overheden
⇒ Reactie op crisis liquiditeit:
- Massale verstrekking van liquiditeit aan de banken
- Federal reserve (Am nationale bank)
4