Samenvatting van alle stof in de vorm van een begrippenlijst
Door: Ilse van Meurs
Cursief = literatuur
College 1 Inleiding in kwalitatief onderzoek
Kwalitatief Doel: gedetailleerd beschrijven van een specifieke groep mensen / context / gebeurtenis;
onderzoek theorie en concepten genereren, generaliseren is niet altijd het doel
Op zijn plek bij:
- betekenisverlening
- achterliggende motivaties & interpretaties
- kwantitatieve cijfers interpreteren, toelichten
- weinig over onderwerp bekend
- beschrijving van complexe (veranderende) situaties
Kritiek op kwalitatief onderzoek
- te subjectief (onderzoeker = meetinstrument)
- moeilijk te herhalen
- problemen generalisatie (samples niet representatief / te klein; moeilijk uitspraken doen
over populatie)
- te weinig transparant
Taal in kwalitatief onderzoek: 2 methoden
1. conversatie analyse (CA)
2. discoursanalyse (DA)
Inductieve Op basis van gegevens / bevindingen wordt theorie gegenereerd; op basis van wat je ziet /
benadering observeert een theorie bouwen
- belangrijke stroming / benadering binnen kwalitatief onderzoek, ligt ten grondslag aan
het onderzoek
Constructivistische Sociale werkelijkheid wordt door mensen zelf gecreëerd (ook door de onderzoeker) →
visie waarheid is beweeglijk; er zijn meer waarheden die naast elkaar kunnen bestaan
- belangrijke stroming / benadering binnen kwalitatief onderzoek, ligt ten grondslag aan
het onderzoek
- hoort bij wetenschapsfilosofische stroming ontologie (hoe zit werkelijkheid in elkaar)
- werkelijkheid zien als iets wat door mensen wordt gecreëerd: veranderlijk en afhankelijk
van tijd waarin je leeft
- vormt een onderliggende aanname: assumptie
Interpretatieve visie Kennis op basis van interpretaties van ‘actoren’ → je kan niet vaak spreken over causaliteit, je
moet juist kijken naar hoe men de wereld om zich heen interpreteert (we zijn geen atomen) →
kennis over mensen en menselijk handelen / denken kun je alleen goed verkrijgen door de
interpretatie van mensen te pakken te krijgen
- belangrijke stroming / benadering binnen kwalitatief onderzoek, ligt ten grondslag aan
het onderzoek
- tegenhanger positivisme
- hoort bij wetenschapsfilosofische stroming epistemologie (hoe denk je dat je goede
kennis kunt vergaren, wat is kennis, wat is waarheid?)
- niet zomaar ergens een waarheid te pakken krijgen; beweeglijk + afhankelijk van
interpretaties → je wil een flexibele methode; kunnen reageren op sociale
werkelijkheid
,Etnografie / Kenmerken
participerende - langere tijd ondergedompeld in sociale setting
observatie - participerende observatie, combinatie met interviews, documentatie
(onderzoeksmethode) - methode + het schriftelijk vastleggen van onderzoeksproduct
Belangrijkste doel: cultuur, normen en waarden begrijpen van de betreffende groep → langere
tijd ergens meedraaien: complex & intensief
Kwalitatieve Kenmerken
interviews - minder gestructureerd / gestandaardiseerd: geen gestandaardiseerde vragenlijst
(onderzoeksmethode) - visie van de onderzochte als uitgangspunt: door ogen ander kijken en ruimte geven om
op onderwerpen door te gaan
- uitvoering doorgaan op onderwerp
- flexibel
- rijk, gedetailleerde data
- begrijpen belangrijk
Typen kwalitatieve interviews
● Ongestructureerd: weinig, beperkt gedefinieerde onderwerpen; meer gesprek
aangaan + open vragen
● Semi-gestructureerd: lijst met specifieke onderwerpen waar je je wel aan wil houden
(maar volgorde maakt bijv niet uit) + flexibele ordening vraag & antwoord
- Interview guide / topic guide = staan meerdere vragen of te behandelen
onderwerpen in (de onderzoeker kan wel aanvullende vragen bedenken)
Focusgroepen Soort groepsgesprekken; je probeert de groep te laten praten met jou als gespreksleider
(onderzoeksmethode)
Kenmerken focusgroepen
- kleine groepsdiscussie m.b.t. specifiek onderwerp
- elkaar uitdagen: wat zijn de achterliggende argumentaties
- interactie genereert data
- 4-8 personen
- onderzoeker = facilitator / moderator
- ongeveer 1,5 uur
- gebruik van een focus group guide / topic guide
Wanneer focusgroep
- overtuigd dat interactie tussen die mensen veel gaat opleveren
- achterliggende argumenten en betekenissen
- meer mensen van verschillende organisaties wilt bereiken
- een redelijk specifieke focus nodig
- ontwikkeling vragenlijst (terminologie)
- follow-up
Beperkingen
- moeilijk te organiseren
- mensen praten door elkaar (slecht te verstaan)
- transcriberen ingewikkeld
- groepseffecten: prater en zwijger → kan versterkt worden
- sociaal wenselijk praten
- gevoelige onderwerpen: veilige sfeer belangrijk
Ethisch gebied
- leg uit: vertrouwelijk bedoeld (niet 100% waterdicht)
, - emoties: evt pauzeren
- sommige onderwerpen niet in focusgroep
- doorverwijsmogelijkheden
Rekruteren
- Researcher-driven recruitment: onderzoeker probeert interesse te wekken in
deelname doormiddel van e-mails, brieven etc.
- Key informant recruitment: een individu zorgt voor toegang ((vb: juf)
- Spontaneous recruitment: individuen komen vrijwillig
Conversatie analyse Door ons taalgebruik en de manier waarop we het zeggen creëren we sociale werkelijkheid
(CA) - roots in etnomethodologie (interesse in routine interactie die wij hebben; de
(onderzoeksmethode) ongeschreven regels; impliciete & expliciete regels die we gebruiken in de omgang)
- analyse van gesprekken in dagelijkse situaties (natuurlijke data); geen interviews!
Belangrijke uitgangspunten
- Indexicaliteit → taal vormt zich binnen een context, die context moet je in het oog
houden → ‘de micro context’: wat kwam er voor en na het gesprokene
- Reflexiviteit → taal construeert onze sociale wereld: door onze interactie creëren wij
sociale werkelijkheid (dichtbij constructivisme)
Assumpties CA
- gesproken taal is gestructureerd
- vorming binnen een context
- analyse op basis van data → gedetailleerde transcripties natuurlijke conversaties
Discoursanalyse Discoursanalyse (DA) kijkt verder dan Conversatie analyse (CA); het kijkt naar verschillende
(DA) vormen van talige communicatie → heeft wel minder duidelijke richtlijnen dan CA
(onderzoeksmethode) - Conversatie analyse = alleen natuurlijk voorkomende taal
- Discoursanalyse = bredere etnografische context (sociaal maatschappelijke context) +
behelst verschillende stromingen, benaderingen
Kenmerken Discoursanalyse
- bekijkt diverse vormen van talige communicatie
- taal / discours construeert de sociale wereld → de manier waarop wij over iets praten,
geeft een concept een bepaalde definitie / waarde
- geen codificatie van woorden / frasen, maar ruimer kijken: de manier waarop we over
dingen praten, heeft bepaald doel; vaak impliciet van de discoursen die we gebruiken
→ je kan zelf in verschillende discoursen praten; hangt af van context / wie
- kritische analyse van de tekst
- zoeken naar de bedoelingen achter taalhandelingen
Soorten discoursanalyse
● Discoursanalyse van Potter (1997)
● CDA (Critical Discrouse Analysis) → sociaal maatschappelijke context
Analyse van Technieken van data analyse
documenten ● Thematische analyse → zoeken naar thema’s + clusters in je data
(onderzoeksmethode) ● Narratieve analyse → kijken naar data in verhaalstructuur
● Algemene strategieën (gaan niet alleen om data analyse maar ook methodologie)
1. Grounded Theory → theorie ontstaat uit data; data observeren, empirisch
onderzoek doen en op basis van wat je onderzoekt / observeert theorie bouwen
2. Analytische inductie → zoektocht naar universele verklaring aan de hand van
herdefiniëren & herformuleren