Christendom
Naam en oorsprong:
- Naam Christendom wordt bepaald door eretitel van een mens die op
aarde geleefd heeft, volgelingen zijn Jezus van Nazaret en Messias
- Jezus leefde in Israël, sinds de 4e eeuw is het in vooral westerse
kerken gebruik geworden om zijn geboortedag te vieren op 25
december, de dag waarop eerst de geboorte van de zon werd
gevierd
- Jezus was een Jood en leefde geheel uit Joodse traditie, door breuk
Joden- en Christendom is het Christendom een geheel zelfstandige
godsdienst geworden
Het leven van Jezus:
- Jezus is opgegroeid in Nazareth als oudste zoon van een eenvoudig
timmermansgezin, waren grote spanningen vanwege het verzet
tegen Joodse groepen tegen de overheersing van de Romeinen, in
veel kringen leefde de verwachting van de komst van Messias die
het volk zou bevrijden van de onderdrukking
- Op 13-jarige leeftijd laat hij zich dopen in de Jordaan – Johannes de
Doper, vanaf die tijd trekt Jezus als ongehuwde rabbi rond en
verzamelt hij volgelingen, zoals velen voor en na hem.
- Treed op als charismatisch prediker en als genezer, centraal in zijn
boodschap staat de betekenis van het koninkrijk van God dat nabij
is gekomen (dus iedereen, ook armen etc.
- Proces voor Romeinse stadhouder Pilatus leidt tot zijn dood door
kruisiging, na zijn dood zien trouwe volgelingen van Jezus opnieuw
en verkondigen zijn opstanding
- Boodschap van Jezus gaat langzaam over in de boodschap over
Jezus die de verlossing uit de macht van het kwaad heeft gebracht
De Bijbel – Het Oude Testament (OT)
- Zowel Jezus als eerste christenen leefden uit wat in de kerken het
Oude Testament heet en bij de Joden de Tenach. Van de Joodse
Bijbel was een Griekse vertaling gemaakt (Septuaginta) Deze
vertaling omvatte meer boeken dan wat later bij de Joden in Jamnia
de canon is geworden
- In de tijd van Reformatie kwamen protestanten erachter dat de
Joden een aantal boeken niet hadden die de kerk wel had – worden
door protestante kerken terzijde gelegd, heten tegenwoordig de
apocriefe en deuterocanieke boeken
, - In de kerken van Reformatie kreeg het OT een belangrijkere plaats
dan tot dan toe gebruikelijk was, zodat in protestantse kerken het
OT met al zijn verhalen een grotere rol speelt in het geloof dan in de
Rooms-katholieke wereld
Naam en oorsprong:
- Naam Christendom wordt bepaald door eretitel van een mens die op
aarde geleefd heeft, volgelingen zijn Jezus van Nazaret en Messias
- Jezus leefde in Israël, sinds de 4e eeuw is het in vooral westerse
kerken gebruik geworden om zijn geboortedag te vieren op 25
december, de dag waarop eerst de geboorte van de zon werd
gevierd
- Jezus was een Jood en leefde geheel uit Joodse traditie, door breuk
Joden- en Christendom is het Christendom een geheel zelfstandige
godsdienst geworden
Het leven van Jezus:
- Jezus is opgegroeid in Nazareth als oudste zoon van een eenvoudig
timmermansgezin, waren grote spanningen vanwege het verzet
tegen Joodse groepen tegen de overheersing van de Romeinen, in
veel kringen leefde de verwachting van de komst van Messias die
het volk zou bevrijden van de onderdrukking
- Op 13-jarige leeftijd laat hij zich dopen in de Jordaan – Johannes de
Doper, vanaf die tijd trekt Jezus als ongehuwde rabbi rond en
verzamelt hij volgelingen, zoals velen voor en na hem.
- Treed op als charismatisch prediker en als genezer, centraal in zijn
boodschap staat de betekenis van het koninkrijk van God dat nabij
is gekomen (dus iedereen, ook armen etc.
- Proces voor Romeinse stadhouder Pilatus leidt tot zijn dood door
kruisiging, na zijn dood zien trouwe volgelingen van Jezus opnieuw
en verkondigen zijn opstanding
- Boodschap van Jezus gaat langzaam over in de boodschap over
Jezus die de verlossing uit de macht van het kwaad heeft gebracht
De Bijbel – Het Oude Testament (OT)
- Zowel Jezus als eerste christenen leefden uit wat in de kerken het
Oude Testament heet en bij de Joden de Tenach. Van de Joodse
Bijbel was een Griekse vertaling gemaakt (Septuaginta) Deze
vertaling omvatte meer boeken dan wat later bij de Joden in Jamnia
de canon is geworden
- In de tijd van Reformatie kwamen protestanten erachter dat de
Joden een aantal boeken niet hadden die de kerk wel had – worden
door protestante kerken terzijde gelegd, heten tegenwoordig de
apocriefe en deuterocanieke boeken
, - In de kerken van Reformatie kreeg het OT een belangrijkere plaats
dan tot dan toe gebruikelijk was, zodat in protestantse kerken het
OT met al zijn verhalen een grotere rol speelt in het geloof dan in de
Rooms-katholieke wereld
