Waarom doe je onderzoek?
Onderzoek doen: op een systematische wijze een probleem of situatie analyseren en hierbij
antwoorden geven op vragen en problemen oplossen.
Methodologie: uitganspunten, basisprincipes/normen van onderzoek doen. Het zijn de markers van
onderzoek, zo kun je onderscheid maken tussen verschillende soorten onderzoek.
Bij fundamenteel onderzoek beantwoord je meestal vragen om kennis te ontwikkelen. Bij
praktijkgericht onderzoek houd je je meer bezig met het oplossen van praktijkproblemen.
Een kennisvraag is een vraag die je met behulp van fundamenteel onderzoek beantwoordt en die in
het onderzoek kennis oplevert. Een praktijkvraag is afkomstig uit de dagelijkse praktijk, uit de
samenleving.
Bij kwalitatief onderzoek gebruik je cijfermatige (numerieke) informatie: gegevens (kenmerken) in
cijfers over objecten, organisaties en personen. Je gebruikt statistische technieken om kenmerken te
verwerken en om verwachtingen over de resultaten te toetsen.
Bij kwalitatieve methoden voert de onderzoeker onderzoek uit in het veld, in de werkelijkheid. Hij/zij
is geïnteresseerd in de betekenis die onderzochte personen zelf aan situaties geven. Onderzoeker
onderzoekt de onderzoekseenheden als geheel (holisme). Je beschouwt een ervaring dan als
onderdeel van de hele belevingswereld, interpretatief.
Triangulatie: driehoeksmeting, een probleemstelling vanuit meerdere perspectieven willen bekijken
en daarvoor verschillende methodes combineren om data te verzamelen. Wordt gebruikt om de
betrouwbaarheid van onderzoek te verhogen.
Bijzondere vorm van triangulatie: Mixed Method-benadering. Daarbij kies je een combinatie van
nadrukkelijk kwalitatieve en kwantitatieve dataverzamenlingsmethoden om je vraag te
beantwoorden. Verhoogt de geldigheid van onderzoeksresultaten.
Bij inductief onderzoek is er vooraf geen theorie bekend. Theorie-ontwikkelend onderzoek. Van
bijzonder naar algemeen (van verzamelde gegevens naar de te vormen theorie). Vaak kwalitatief
onderzoek.
Bij deductief onderzoek formuleert de onderzoeker verwachtingen aan de hand van bestaande
theorieën en modellen. Hij verzamelt en analyseert gegevens om zo na te gaan of deze theorieën
standhouden. Theorietoetsend.
Onderzoek doen: op een systematische wijze een probleem of situatie analyseren en hierbij
antwoorden geven op vragen en problemen oplossen.
Methodologie: uitganspunten, basisprincipes/normen van onderzoek doen. Het zijn de markers van
onderzoek, zo kun je onderscheid maken tussen verschillende soorten onderzoek.
Bij fundamenteel onderzoek beantwoord je meestal vragen om kennis te ontwikkelen. Bij
praktijkgericht onderzoek houd je je meer bezig met het oplossen van praktijkproblemen.
Een kennisvraag is een vraag die je met behulp van fundamenteel onderzoek beantwoordt en die in
het onderzoek kennis oplevert. Een praktijkvraag is afkomstig uit de dagelijkse praktijk, uit de
samenleving.
Bij kwalitatief onderzoek gebruik je cijfermatige (numerieke) informatie: gegevens (kenmerken) in
cijfers over objecten, organisaties en personen. Je gebruikt statistische technieken om kenmerken te
verwerken en om verwachtingen over de resultaten te toetsen.
Bij kwalitatieve methoden voert de onderzoeker onderzoek uit in het veld, in de werkelijkheid. Hij/zij
is geïnteresseerd in de betekenis die onderzochte personen zelf aan situaties geven. Onderzoeker
onderzoekt de onderzoekseenheden als geheel (holisme). Je beschouwt een ervaring dan als
onderdeel van de hele belevingswereld, interpretatief.
Triangulatie: driehoeksmeting, een probleemstelling vanuit meerdere perspectieven willen bekijken
en daarvoor verschillende methodes combineren om data te verzamelen. Wordt gebruikt om de
betrouwbaarheid van onderzoek te verhogen.
Bijzondere vorm van triangulatie: Mixed Method-benadering. Daarbij kies je een combinatie van
nadrukkelijk kwalitatieve en kwantitatieve dataverzamenlingsmethoden om je vraag te
beantwoorden. Verhoogt de geldigheid van onderzoeksresultaten.
Bij inductief onderzoek is er vooraf geen theorie bekend. Theorie-ontwikkelend onderzoek. Van
bijzonder naar algemeen (van verzamelde gegevens naar de te vormen theorie). Vaak kwalitatief
onderzoek.
Bij deductief onderzoek formuleert de onderzoeker verwachtingen aan de hand van bestaande
theorieën en modellen. Hij verzamelt en analyseert gegevens om zo na te gaan of deze theorieën
standhouden. Theorietoetsend.