Inhoudsopgave
Inleiding..................................................................................................................................................2
Werkwijze...........................................................................................................................................2
Zelfmanagement....................................................................................................................................3
Stap 1......................................................................................................................................................4
Gedragsdeterminanten....................................................................................................................10
Stap 2....................................................................................................................................................11
Gedrags- en veranderdoelen............................................................................................................11
Stap 3....................................................................................................................................................13
Methoden en theorieën...................................................................................................................14
Stap 4....................................................................................................................................................17
Ontwerp interventie.........................................................................................................................17
Stap 5....................................................................................................................................................21
Stap 6....................................................................................................................................................23
Literatuur..............................................................................................................................................25
,Inleiding
Het tiende blok van de bacheloropleiding verpleegkunde aan de HZ University of Applied Sciences
was gericht op cursus CU40001. Deze cursus stond in het teken van het bevorderen van
deskundigheid. Dit document betreft het achtergronddocument bij een filmopname van een
presentatie, welke zichtbaar is in HZ Learn.
Tijdens deze cursus hebben diverse feedbackmomenten plaatsgevonden. De ontvangen feedback is
opgenomen in de bijlagen, de verwerking ervan is zichtbaar in het gehele document.
Werkwijze
Ik ben deze cursus begonnen met het opzoeken van informatie over de Z-scan. Deze scan heb ik door
vijf verpleegkundigen in laten vullen, zonder hierbij aanwezig te zijn om de antwoorden niet te
beïnvloeden. Hierdoor kwam ik erachter waar de knelpunten lagen op de afdeling betreffende
zelfmanagement. Ik ben met vijf andere verpleegkundigen in gesprek gegaan over het onderwerp
zelfmanagement. Hierbij had ik vijf hoofdvragen:
- Wat is zelfmanagement? Wat is het belang hiervan?;
- Hoe bevorder je zelfmanagement op de longafdeling? Heb je hier voorbeelden bij?;
- Hoe denk je dat het team kijkt naar zelfmanagement en dit probeert te bevorderen?;
- Wat kan er volgens jou verbeterd worden op de afdeling met betrekking tot
zelfmanagement?;
- Hoe zie je dit voor je?
Ik heb alle gegevens verzameld en uitgewerkt in de eerste twee stappen van deze cursus. Uit deze
gesprekken kwam het onderwerp mobiliseren naar voren, waar ik verder op in ben gegaan. Ik kreeg
informatie vanuit verpleegkundigen, vanuit mezelf, maar ook vanuit patiënten. Daarnaast heb ik
literatuur geraadpleegd, wat tezamen leidt tot de drie pijlers van evidence based practice (EBP). Ik
heb voor mezelf uitgewerkt wat de definitie van zelfmanagement is en wat de precieze relatie tussen
zelfmanagement en mobiliseren is. Ik vond het fijn om dit duidelijk op papier te hebben staan, zodat
ik mijn doelen en interventies goed aan kan laten sluiten op mijn verkregen informatie.
, Zelfmanagement
Wegens de huidige gezondheidstrends is het onvermijdelijk om de zorg meer te richten op preventie
en vroege opsporing. Ook zelfmanagement hangt hiermee samen, wat ook zo staat beschreven in de
CanMEDS rollen. Zelfmanagement omvat meer dan enkel zelfredzaamheid en eigen regie. Bij
zelfmanagement horen diverse gedragingen, zoals het kunnen omgaan met symptomen, medicatie
en negatieve emoties, maar ook het monitoren van de gezondheidssituatie en hiernaar handelen,
rolvervulling en het regisseren van het proces rondom zorg (Sassen, 2018). Zelfmanagement kent vier
kernelementen, te weten: omgaan met de uitdagingen van de chronische aandoening; de chronische
aandoening inpassen in het eigen dagelijkse leven; regie voeren over het proces rondom zorg; zorgen
voor en streven naar een zo hoog mogelijke kwaliteit van leven. Daarnaast kent het drie domeinen,
namelijk rol-, medisch- en emotioneel zelfmanagement (Verpleegkundigen & Verzorgenden
Nederland [V&VN], 2014). Om de gezondheidsaandoening zo goed mogelijk in het leven te kunnen
passen, is kennis over onder andere symptomen, behandeling, lichamelijke en sociale consequenties
onmisbaar (CBO, 2014).
De verbinding tussen zelfmanagement en positieve gezondheid van Machteld Huber is te vinden bij
eigen regie en veerkacht. Zonder dit kan de chronische aandoening niet optimaal ingepast worden in
het leven van de zorgvrager.
Een model waarbij zelfmanagement ondersteund kan worden is het 5A-model. De A’s staan voor
Achterhalen, Adviseren, Afspreken, Assisteren en Arrangeren (Nederlandse Huisartsen Genootschap
[NHG], 2015).
Inleiding..................................................................................................................................................2
Werkwijze...........................................................................................................................................2
Zelfmanagement....................................................................................................................................3
Stap 1......................................................................................................................................................4
Gedragsdeterminanten....................................................................................................................10
Stap 2....................................................................................................................................................11
Gedrags- en veranderdoelen............................................................................................................11
Stap 3....................................................................................................................................................13
Methoden en theorieën...................................................................................................................14
Stap 4....................................................................................................................................................17
Ontwerp interventie.........................................................................................................................17
Stap 5....................................................................................................................................................21
Stap 6....................................................................................................................................................23
Literatuur..............................................................................................................................................25
,Inleiding
Het tiende blok van de bacheloropleiding verpleegkunde aan de HZ University of Applied Sciences
was gericht op cursus CU40001. Deze cursus stond in het teken van het bevorderen van
deskundigheid. Dit document betreft het achtergronddocument bij een filmopname van een
presentatie, welke zichtbaar is in HZ Learn.
Tijdens deze cursus hebben diverse feedbackmomenten plaatsgevonden. De ontvangen feedback is
opgenomen in de bijlagen, de verwerking ervan is zichtbaar in het gehele document.
Werkwijze
Ik ben deze cursus begonnen met het opzoeken van informatie over de Z-scan. Deze scan heb ik door
vijf verpleegkundigen in laten vullen, zonder hierbij aanwezig te zijn om de antwoorden niet te
beïnvloeden. Hierdoor kwam ik erachter waar de knelpunten lagen op de afdeling betreffende
zelfmanagement. Ik ben met vijf andere verpleegkundigen in gesprek gegaan over het onderwerp
zelfmanagement. Hierbij had ik vijf hoofdvragen:
- Wat is zelfmanagement? Wat is het belang hiervan?;
- Hoe bevorder je zelfmanagement op de longafdeling? Heb je hier voorbeelden bij?;
- Hoe denk je dat het team kijkt naar zelfmanagement en dit probeert te bevorderen?;
- Wat kan er volgens jou verbeterd worden op de afdeling met betrekking tot
zelfmanagement?;
- Hoe zie je dit voor je?
Ik heb alle gegevens verzameld en uitgewerkt in de eerste twee stappen van deze cursus. Uit deze
gesprekken kwam het onderwerp mobiliseren naar voren, waar ik verder op in ben gegaan. Ik kreeg
informatie vanuit verpleegkundigen, vanuit mezelf, maar ook vanuit patiënten. Daarnaast heb ik
literatuur geraadpleegd, wat tezamen leidt tot de drie pijlers van evidence based practice (EBP). Ik
heb voor mezelf uitgewerkt wat de definitie van zelfmanagement is en wat de precieze relatie tussen
zelfmanagement en mobiliseren is. Ik vond het fijn om dit duidelijk op papier te hebben staan, zodat
ik mijn doelen en interventies goed aan kan laten sluiten op mijn verkregen informatie.
, Zelfmanagement
Wegens de huidige gezondheidstrends is het onvermijdelijk om de zorg meer te richten op preventie
en vroege opsporing. Ook zelfmanagement hangt hiermee samen, wat ook zo staat beschreven in de
CanMEDS rollen. Zelfmanagement omvat meer dan enkel zelfredzaamheid en eigen regie. Bij
zelfmanagement horen diverse gedragingen, zoals het kunnen omgaan met symptomen, medicatie
en negatieve emoties, maar ook het monitoren van de gezondheidssituatie en hiernaar handelen,
rolvervulling en het regisseren van het proces rondom zorg (Sassen, 2018). Zelfmanagement kent vier
kernelementen, te weten: omgaan met de uitdagingen van de chronische aandoening; de chronische
aandoening inpassen in het eigen dagelijkse leven; regie voeren over het proces rondom zorg; zorgen
voor en streven naar een zo hoog mogelijke kwaliteit van leven. Daarnaast kent het drie domeinen,
namelijk rol-, medisch- en emotioneel zelfmanagement (Verpleegkundigen & Verzorgenden
Nederland [V&VN], 2014). Om de gezondheidsaandoening zo goed mogelijk in het leven te kunnen
passen, is kennis over onder andere symptomen, behandeling, lichamelijke en sociale consequenties
onmisbaar (CBO, 2014).
De verbinding tussen zelfmanagement en positieve gezondheid van Machteld Huber is te vinden bij
eigen regie en veerkacht. Zonder dit kan de chronische aandoening niet optimaal ingepast worden in
het leven van de zorgvrager.
Een model waarbij zelfmanagement ondersteund kan worden is het 5A-model. De A’s staan voor
Achterhalen, Adviseren, Afspreken, Assisteren en Arrangeren (Nederlandse Huisartsen Genootschap
[NHG], 2015).
