Biologie: hoofdstuk 1
Structuur van chromatine en chromosomen
1. prokaryote en eukaryote cellen
Prokaryote cel Eukaryote cel
Bij bacteriën en archaea Bij alle meercellige (plant, dier en
fungi) en sommige eencelligen
(pantoffeldiertje, amoube, gist)
Geen compartimentering in Compartimentering in celorganellen
celorganellen
DNA los in cytoplasma (=naakt) DNA opgerold rond histonen
(=chromatine)
2. leven van een cel in een notendop
Celcyclus: interfase gevolgd door
celdeling
Interfase: tijd waarin de cel haar
functie uitvoert + groeit, het
DNA wordt exact gekopieerd
- Huidcellen: deelt op 12u
tijd
- Neuronen delen heel
traag, amper te genezen
3. celkern in interfase
a) Kernmembraan
- Afscheiding celkern en cytoplasma
- Dubbel membraan met kernporiën
- Verbinding met ER
- Uitwisseling van stoffen: passief transport voor
ionen en kleine moleculen (met de gradiënt
mee hoog laag) + actief transport voor grote
moleculen en mRNA (tegen de gradiënt laag
hoog)
, b) Nucleolus (kernlichaampje)
- Aanmaak van rRNA (ribosomaal: opbouw van ribosomen)
- Opbouw van ribosomale subeenheden uit rRNA en riboomale proteïnen
c) Chromatine
chromatinevezels: DNA + histonen
Chemische samenstelling van nucleïnezuren
DNA: desoxyribonucleïneacid = polynucleotide
1 nucleotide bestaat uit:
- Desoxyribose
- Fosfaatgroep
- Organische stikstofbase:
o Adenine
o Cytosine
o Guanine
o Thymine
Structuur van chromatine en chromosomen
1. prokaryote en eukaryote cellen
Prokaryote cel Eukaryote cel
Bij bacteriën en archaea Bij alle meercellige (plant, dier en
fungi) en sommige eencelligen
(pantoffeldiertje, amoube, gist)
Geen compartimentering in Compartimentering in celorganellen
celorganellen
DNA los in cytoplasma (=naakt) DNA opgerold rond histonen
(=chromatine)
2. leven van een cel in een notendop
Celcyclus: interfase gevolgd door
celdeling
Interfase: tijd waarin de cel haar
functie uitvoert + groeit, het
DNA wordt exact gekopieerd
- Huidcellen: deelt op 12u
tijd
- Neuronen delen heel
traag, amper te genezen
3. celkern in interfase
a) Kernmembraan
- Afscheiding celkern en cytoplasma
- Dubbel membraan met kernporiën
- Verbinding met ER
- Uitwisseling van stoffen: passief transport voor
ionen en kleine moleculen (met de gradiënt
mee hoog laag) + actief transport voor grote
moleculen en mRNA (tegen de gradiënt laag
hoog)
, b) Nucleolus (kernlichaampje)
- Aanmaak van rRNA (ribosomaal: opbouw van ribosomen)
- Opbouw van ribosomale subeenheden uit rRNA en riboomale proteïnen
c) Chromatine
chromatinevezels: DNA + histonen
Chemische samenstelling van nucleïnezuren
DNA: desoxyribonucleïneacid = polynucleotide
1 nucleotide bestaat uit:
- Desoxyribose
- Fosfaatgroep
- Organische stikstofbase:
o Adenine
o Cytosine
o Guanine
o Thymine