pathologie: circulatiestoornissen
Online studeren bij https://quizlet.com/_bez3ct
1. Hartslagvolume Het volume bloed dat per hartslag uitgepompt wordt
2. hartminuutvol- De hoeveelheid bloed die per minuut door het linkerven-
ume (HMV) trikel wordt weggestuwd, normaal ongeveer 5 liter
3. Hartdecompen- Een toestand waarbij de hartpomp niet kan voldoen aan
satie de normale of verhoogde (bij inspanning) metabole noden
van de weefsels, waardoor inspanningscapaciteit daalt en
er oedemen onstaan. Vrijwel altijd linkerhartfalen.
4. in shock zijn heel erg bang zijn en in paniek
5. Atherosclerose slagaderverkalking
6. hypertensie verhoogde bloeddruk
7. aneurysma aorta een zwakke plek in een slagader. De wand van het bloed-
vat is hier dunner, waardoor een uitstulping ontstaat. De
vaatwand wordt hierdoor steeds dunner en uiteindelijk kan
deze scheuren.
8. Varices spataders
(spataderen)
9. ischemie onvoldoende doorbloeding
10. infarcering Het ontstaan van een infarct of gebied met dood of afster-
vend weefsel door een blokkade in de bloedvaten die het
weefsel normaal gesproken bevoorraden.
11. hyperemie verhoogde doorbloeding
12. thrombose Bij trombose raakt een bloedvat verstopt door een bloed-
stolsel. Trombose in de aders komt het meeste voor in de
benen, een trombosebeen. Als een stolsel losschiet, kan
dit leiden tot een longembolie.
13. embolie een verstopping van een slagader of een ader in uw
lichaam. Meestal wordt de verstopping veroorzaakt door
1/5
, pathologie: circulatiestoornissen
Online studeren bij https://quizlet.com/_bez3ct
een stukje losgeraakt bloedstolsel (dit wordt ook wel een
bloedpropje of een embolus genoemd).
14. Collaps (syn- informeel flauwvallen is een kortdurende en vanzelf-over-
cope) gaande bewusteloosheid veroorzaakt door een vermin-
derde bloedtoevoer naar de hersenen.
15. dyspneu heftige kortademigheid
16. orthopneu Kortademigheid in rust
17. crepitaties krakend longgeluid
18. stuwing belemmering in de voortbeweging van het bloed zodat er
verhoging van druk ontstaat
19. oedeem Ophoping van weefselvloeistof in een weefsel
20. flebitis, aderontsteking
aderontsteking
21. nycturie Als er twee keer of vaker geplast wordt in de nacht dan
noemen we dit nycturie. Hierbij gaat het alleen om hoe
vaak u 's nachts wakker wordt om te gaan plassen en
daarna weer gaat slapen. Nycturie kan ontstaan door een
overactieve blaas, die bij een kleine hoeveelheid vulling al
aandrang aangeeft.
22. hypotensie te lage bloeddruk
23. Cyanose een blauwpaarse verkleuring van huid en slijmvliezen,
als uiting van een verlaagd zuurstofgehalte in het bloed
(hypoxemie) of in de weefsels.
24. Tachypneu versnelde ademhaling
25. oligurie een urineproductie van 50-400 ml/dag. Voor oligurie wordt
verwezen naar de klinische probleemstelling Nierinsuffi-
ciëntie, acute.
2/5
Online studeren bij https://quizlet.com/_bez3ct
1. Hartslagvolume Het volume bloed dat per hartslag uitgepompt wordt
2. hartminuutvol- De hoeveelheid bloed die per minuut door het linkerven-
ume (HMV) trikel wordt weggestuwd, normaal ongeveer 5 liter
3. Hartdecompen- Een toestand waarbij de hartpomp niet kan voldoen aan
satie de normale of verhoogde (bij inspanning) metabole noden
van de weefsels, waardoor inspanningscapaciteit daalt en
er oedemen onstaan. Vrijwel altijd linkerhartfalen.
4. in shock zijn heel erg bang zijn en in paniek
5. Atherosclerose slagaderverkalking
6. hypertensie verhoogde bloeddruk
7. aneurysma aorta een zwakke plek in een slagader. De wand van het bloed-
vat is hier dunner, waardoor een uitstulping ontstaat. De
vaatwand wordt hierdoor steeds dunner en uiteindelijk kan
deze scheuren.
8. Varices spataders
(spataderen)
9. ischemie onvoldoende doorbloeding
10. infarcering Het ontstaan van een infarct of gebied met dood of afster-
vend weefsel door een blokkade in de bloedvaten die het
weefsel normaal gesproken bevoorraden.
11. hyperemie verhoogde doorbloeding
12. thrombose Bij trombose raakt een bloedvat verstopt door een bloed-
stolsel. Trombose in de aders komt het meeste voor in de
benen, een trombosebeen. Als een stolsel losschiet, kan
dit leiden tot een longembolie.
13. embolie een verstopping van een slagader of een ader in uw
lichaam. Meestal wordt de verstopping veroorzaakt door
1/5
, pathologie: circulatiestoornissen
Online studeren bij https://quizlet.com/_bez3ct
een stukje losgeraakt bloedstolsel (dit wordt ook wel een
bloedpropje of een embolus genoemd).
14. Collaps (syn- informeel flauwvallen is een kortdurende en vanzelf-over-
cope) gaande bewusteloosheid veroorzaakt door een vermin-
derde bloedtoevoer naar de hersenen.
15. dyspneu heftige kortademigheid
16. orthopneu Kortademigheid in rust
17. crepitaties krakend longgeluid
18. stuwing belemmering in de voortbeweging van het bloed zodat er
verhoging van druk ontstaat
19. oedeem Ophoping van weefselvloeistof in een weefsel
20. flebitis, aderontsteking
aderontsteking
21. nycturie Als er twee keer of vaker geplast wordt in de nacht dan
noemen we dit nycturie. Hierbij gaat het alleen om hoe
vaak u 's nachts wakker wordt om te gaan plassen en
daarna weer gaat slapen. Nycturie kan ontstaan door een
overactieve blaas, die bij een kleine hoeveelheid vulling al
aandrang aangeeft.
22. hypotensie te lage bloeddruk
23. Cyanose een blauwpaarse verkleuring van huid en slijmvliezen,
als uiting van een verlaagd zuurstofgehalte in het bloed
(hypoxemie) of in de weefsels.
24. Tachypneu versnelde ademhaling
25. oligurie een urineproductie van 50-400 ml/dag. Voor oligurie wordt
verwezen naar de klinische probleemstelling Nierinsuffi-
ciëntie, acute.
2/5
