farmacotherapie
1. Verpleegkundige rol in farmacotherapie:
1.1 Volgens de wetgeving:
Belangrijkste regels voor verpleegkundige in de farmacotherapie:
Alle observaties en handelingen die een verpleegkundige bij een patiënt verricht, dienen
door hem/haar geregistreerd te worden in het verpleegkundige dossier
Alle technische verpleegkundige verstrekkingen en geneeskundige handelingen dienen
in detail beschreven te worden d.m.v. een standaard verpleegplan of een procedure
Bijlage 1
= Lijst van de technische verpleegkundige verstrekkingen die door beoefenaars van de
verpleegkunde mogen verricht worden
BI = Verstrekkingen waarvoor geen voorschrift van de arts nodig is
B2 = Verstrekkingen waarvoor een voorschrift van de arts nodig is
A-handelingen m.b.t. farmacotherapie:
Observeren, herkennen, vastleggen van de gezondheidsstatus
Omschrijven van verpleegproblemen
Bijdragen aan medische diagnose en uitvoeren van de voorgeschreven behandeling
Informeren en adviseren van patiënt en familie
Voortdurend bijstaan, uitvoeren en helpen uitvoeren van handelingen
Bijlage 2:
= Lijst van de handelingen die door een geneesheer aan beoefenaars van de
verpleegkunde kunnen worden toevertrouwd
C-handelingen = toevertrouwde medische handelingen
Voorbereiding en toediening van chemotherapeutische middelen en isotopen
Voorbereiding en toediening van vaccins in aanwezigheid van een arts
Behandelingen ademhalingsstelsel:
Medische wetenschappen: Verpleegkundige aspecten in farmacotherapie
1
, B1 Luchtwegaspiratie en –drainage
Verpleegkundige zorgen aan en toezicht op patiënten met een
kunstmatige luchtweg
Gebruik van en toezicht op toestellen voor gecontroleerde beademing
Cardiopulmonaire resuscitatie met niet-invasieve middelen
Zuurstoftoediening
B2 Gebruik van en toezicht op thoraxdrainagesysteem
Cardiopulmonaire resuscitatie met invasieve middelen
De invasieve middelen omvatten ondermeer:
Endotracheale intubatie
Plaatsen van larynxmasker
Manuele externe defibrillatie
Toepassing van niet-invasieve mechanische
beademingstechnieken
Pleurale punctie bij spanningspneumothorax
Medicamenteuze toedieningen:
B1 Nihil
B2 Voorbereiding en toediening van medicatie van de volgende
toegangswegen:
Oraal (inbegrepen inhalatie)
Rectaal
Vaginaal
Subcutaan
Intramusculair
Intraveneus
Via luchtweg
Hypodermoclyse
Via gastro-intestinale katheter
Via drain
Oogindruppeling, oorindruppeling
Percutane weg
Voorbereiding en toediening van een medicamenteuze onderhoudsdosis
via een door de arts geplaatste katheter:
Epidurale
Intrathecaal
Intraventriculair
In de plexus met als doel een analgesie bij de patiënt te bekomen
Bloedsomloopstelsel:
Medische wetenschappen: Verpleegkundige aspecten in farmacotherapie
2