Bloedtransfusie:
Terminologie:
Acceptor / ontvanger De persoon die het bloed ontvangt
Antigeen (BT) Eiwit op het celmembraan van de erytrocyt
Antihistaminicum Onderdrukt allergische reacties / blokkage
lichaamseigen histamine
Antistof (BT) Eiwitten die worden geproduceerd op reactie op
antigenen
Autotransfusie / autologe Transfusie waarbij donor en acceptor dezelfde
persoon zijn
Donor De persoon die het bloed doneert / geeft
Hemo- Voorvoegsel dat bloed betekent
Heterotransfusie Transfusie waarbij donor en acceptor verschillen van
elkaar
Incompatibiliteit Onverenigbaarheid
Icterus Geelzucht
Intravasculair / intraveneus In de bloedvaten
Kruisproef Rode bloedcellen van de donor die vermengd worden
met serum van de ontvanger om te zien of
agglutinatie optreedt
Plasmaferese Plasma bij de ontvanger afnemen en de cellen
teruggeven
Transfusie Inbrengen van bloed of bloedderivaat van de donor in
de bloedbaan van de acceptor
Urticaria netelroos
Inleiding:
Verpleegkundige methodieken 3 – Bloedtransfusie
1
, Het toedienen van bloed- en bloedderivaten is in een aantal gevallen van levensbelang
voor de patiënt
Grondige kennis is noodzakelijk om een maximale veiligheid te verzekeren
Bloedtransfusie = het toedienen van bloed- en bloedderivaten afkomstig van een
menselijke donor aan een receptor
Indeling:
Volgens wijze van toediening
Volgens producten die men toedient
Volgens wijze van toediening:
Autotransfusie Preoperatief:
Bv. 2 à 3 weken voor operatie
Wordt soms bloed afgenomen om tijdens de operatie aan de
patiënt zelf te kunnen teruggeven (= autologe donatie)
Dit gebeurt in uitzonderlijke situaties zoals bij patiënten met een
zeldzame bloedgroep
Nadeel van autologe donatie = als het bloed niet gebruikt wordt
moet het vernietigd worden. Hergebruik hiervan is verboden
Peroperatief:
Tijdens operaties wordt het bloed van de patiënt dat verloren gaat
opgevangen en vermengd met anticoagulantia en terug IV
toegediend
Hemodilutie = kunstmatige verdunning van het bloed dit is
een methode om de concentratie aan rode bloedcellen te laten
dalen waardoor de patiënt tijdens de operatie net zoveel volume
kwijtraakt, maar minder rode bloedcellen verliest
Cell saver = een apparaat dat opgezogen bloed uit het
operatieve gebied reinigt en er een erytrocytenconcentraat uit
vervaardigt dat vervolgens gereïnfundeerd kan worden bij de
patiënt
Heterotransfusie Bloed van de donor wordt op anticoagulantia (eventueel met
bewaarstoffen) afgenomen, onderzocht en kan later aan de
receptor (= ontvanger) gegeven worden
Volgens producten die men toedient:
Verpleegkundige methodieken 3 – Bloedtransfusie
2