Samenvatting Financiële en bedrijfskundige administratie I - examenuitslag 17/20

Samenvatting FBA 1

Basisbeginselen van het dubbel boekhouden

1. Inleiding

Jaarrekening
 = jaarlijks financieel verslag => verantwoording afleggen
o Als je dit hebt, ben je geen natuurlijk persoon = slechts gedeeltelijk aansprakelijk
 Openbaarmaking voor derden
Boekhouding

> Wettelijk verplicht
> Gebaseerd op verantwoordingsstukken
> Dubbel boekhoudsysteem
 Verantwoordingsstukken
 Aan de hand van een (stelsel van) boeken en rekeningen
> Btw-documenten 5 jaar bijhouden
> Officiële boekhouding 7 jaar bijhouden
> (fin. Kosten zijn bankkosten)

Microvennootschap Kleine vennootschap Grote vennootschap
Jaarrekening volgens Microschema (niet meer Verkort schema (niet meer dan Volledig model
dan 1 overschrijden) 1 overschrijden)
Jaargemiddelde vh
10 50 >100
persooneelsbestand (voltijds)
Jaaromzet (exclusief btw 700 000,00 9 000 000,00
Balanstotaal 350 000 4 500 000,00


Microvennootschappen = kleine vennootschappen die op datum van jaarafsluiting geen dochter- of
moedervennootschap zijn (en die niet meer dan & van de criteria overschrijden)

Kapitaalhoudende en kapitaalloze vennootschappen
 6 modellen van jaarrekeningen
 VOL-kap: volledig model voor de kapitaalhoudende vennootschap
 VOL-inb: volledig model voor de kapitaalloze vennootschap
 VKT-kap: verkort model voor de kapitaalhoudende vennootschap
 VKT-inb: verkort model voor de kapitaalloze vennootschap
 MIC-kap: micromodel voor de kapitaalhoudende vennootschap
 MIC-inb: micromodel voor de kapitaalloze vennootschap

Kapitaalhoudende vennootschappen
 “kapitaal” (vindt je in jaarrekening)
 NV
 BVBA: overgangsmaatregel tot 1/1/24
 ! kapitaal kan niet jaarlijks aangepast worden
Kapitaalloze vennootschapen
 “inbreng”
 Nieuw opgerichte & omgevormde BV
 Alle andere rechtspersonen
 Inbreng kan jaarlijks gewijzigd worden




1

,Vereenvoudigde boekhouding
 Natuurlijke persoon /VOF (vennootschap onder firma) /commanditaire vennootschap
o Geen rechtspersoonlijkheid
o Wel hoofdelijk aansprakelijk
 & omzet (excl. Btw) niet meer dan €500 000,00
 Min. 1 keer per jaar Jaarlijkse inventaris
 Alle verrichtingen registreren min. 3 dagboeken
o Financieel dagboek
o Inkoopboek
o Verkoopboek

Jaarrekening (bestaat uit)
 Balans
 Resultatenrekening
 Toelichting (geeft uitleg over cijfers)

2. Balans
Balans (--> statisch informatiemiddel, momentopname)
= vermogen van de onderneming op een bepaald tijdstip, bekeken als
 De werkmiddelen = aanwendingen v/h vermogen
 De financieringsmiddelen = bronnen v/h vermogen
 Geeft weer hoe rijk een onderneming is (!momentopname)

2.1 Ondernemingsmiddelen = activa
= middelen die aanwezig moeten zijn om een onderneming uit te bouwen

 Bestendige middelen = Vaste activa
=middelen bedoeld om langere periode in onderneming actief te zijn
 (geen doel van) maar middel tot bedrijfsactiviteit
 Vlottende middelen = Vlottende activa
=middelen bestemd om tijdens exploitatiecyclus te worden verbruikt
 Ze zijn doel v/d exploitatiecyclus
 Ontstaan/ worden aangekocht met oog op snelle verkoop & omzetting in geld (in
de regel: binnen 1 jaar)
(noot: activa omvatten ook de rubriek oprichtingskosten)

2.2 Ondernemingsbronnen = passiva = bronnen van vermogen
= geven de oorsprong aan v/h vermogen waardoor de onderneming haar activa heeft
kunnen verwerven

 Eigen vermogen (=niet-opeisbaar vermogen)
= door de eigenaars ingebracht vermogen
 Blijft op continue wijze als bron aanwezig
Bij kapitaalhoudende venn. (bv. Nv): EV= “kapitaal”
Bij kapitaalloze venn. (bv. Besloten venn): Ev= “inbreng” v geld, g/d
 winsten w ook bij EV opgenomen !!!
o Vreemd vermogen (=schulden + voorzieningen)
= vermogen afkomstig van externe geldschieters + voorzieningen
Bv. Fin. Instellingen & leveranciers
 Gedurende bepaalde periode ter beschikking
 Daarna terugbetalen !




2

, 2.3 Balansevenwicht
Fundementeel balansevenwicht
! er kunnen nooit meer middelen zijn dan bronnen (en omgekeerd)

Activa = passiva
Middelen = bronnen

In boekhouding: uitgedrukt in de balans

3. De resultatenrekening en de resultaatbestemming
Resultatenrekening (dynamisch informatiemiddel, periodegegeven)
= de weergave v/d opbrengsten en kosten die in een bepaalde periode werden gemaakt, met
onderaan het saldo (winst/verlies) (welk resultaat heeft de ond. binnen het laatste jaar)
 Bedrijfsresultaat = bedrijfsactiviteit
 Financiële kosten en financiële opbrengsten = financiële transacties
 Resultaat van het boekjaar
Belastingen betaal je enkel bij winst
Resultaatbestemming
 Geeft weer wat er met het resultaat zal gebeuren
o Uitkeren als vergoeding aan aandeelhouders
o Behouden in onderneming vr toekomstige investeringen

Relatie tss Resultatenrekening en balans
 1x/ jaar krijgt h resultaat een bestemming
 Resultaatbestemming krijgt impact op balans
 Bv. ↗ EV + schulden aan aandeelhouders wegens dividenduitkering

4. De toelichting en de bijlagen bij de jaarrekening
Toelichting
 Meer details over een # rubrieken uit de balans en RR + over de gebruikte waarderingsregels
Sociale balans
 Specifieke informatie over h personeelsbestand (bv. # tewerkgestelden, opleiding..)

Jaarverslag
= Verslag waarin de bestuurders of zaakvoerders informatie verstrekken over en rekenschap geven
van hun beleid
Verslag van de commissaris revisor
 Lezen of de fin. Informatie uit de jaarrekening voldoet ah principe vh getrouwe beeld en of
de continuïteit v/d onderneming gewaarborgd is
 Revisor --> controleert jaarrekeningen v andere ondernemingen
o Verslag geven over de juistheid v/d cijfers

! jaarverslag en verslag van commissaris moeten samen ùet jaarrekening neergelegd worden bij
GROTE vennootschappen !

Jaarrekening
o Wordt opgesteld na jaarlijkse inventaris
o = de cijfers die je had genoteerd in je verslag
 moeten overeenkomen met de jaarrekening




3