DEEL 1: Fundamentele elementen van het handels- en economisch recht
1. De bronnen van het economisch recht
4 klassieke rechtsbronnen: wetgeving, rechtspraak, gewoonte en rechtsleer.
1.1 Wetgeving
1.1.1 Nationale wetgeving
Kwantitatief: Wetboek van koophandel.
Bv.: wet op de boekhouding van ondernemingen
Kwalitatief: Burgerlijk Wetboek.
Bv.: regels inzake de burgerlijke aansprakelijkheid
Regionale wetgeving
Bv.: Taaldecreet
1.1.2 Het internationale recht
A Rechtsregels uitgevaardigd door supranationale politieke instellingen
Sinds 01/12/2009: Verdrag van Lissabon= verbreedt en hervormt werking van de EU.
Doelstellingen van de Europese Unie verwezenlijkt door 5 instellingen:
Europees Parlement
(Europese) Raad
Europese Commissie
Hof van Justitie
Rekenkamer
Europees Parlement en de Europese Raad: wetgevende organen
Europese commissie: initiatiefrecht om wetgeving voor te stellen
3 wetgevende instrumenten:
Richtlijnen
Verordeningen
Besluiten
Richtlijnen: bevatten een aantal rechtsregels die door de nationale overheid van de lidstaten
verplicht moeten worden opgenomen en verwerkt in de eigen wetgeving.
België: bepalingen van de richtlijnen worden opgenomen in de federale wetgeving
door wetswijzigingen op initiatief van de federale regering (via wetsontwerpen).
Belangrijkste soort: Harmonisatierichtlijnen= om inhoudelijke verschillen tussen
lidstaten weg te werken.
1
, Verordeningen: bevatten een algemene en volledige reglementering die rechtstreeks van
toepassing is in alle lidstaten.
Wetgevende initiatieven van nationale overheden: niet vereist / niet toegelaten
Besluiten: bevatten bijzondere besluiten die enkel op de uitdrukkelijk aangeduide
bestemmeling van toepassing zijn.
B Het traditionele internationaal recht
Hier gaat het om een aantal bi- of multilaterale verdragen tussen soevereine staten.
1.2 Rechtspraak
Vaste rechtspraak:
= het geheel van beslissingen uitgesproken door diverse rechtscolleges.
juridisch niet bindend, maar toch belangrijke rechtsbron want rechters zullen er niet
snel van afwijken.
1.3 Gewoonte
Gewoonterechtelijke regels= gebaseerd op welbepaalde en herhaalde handelswijzen die als
algemeen verbindend worden aanvaard (wetgever verwijst er soms naar).
1.4 Rechtsleer
Rechtsleer= het geheel van studies geschreven door rechtsgeleerden (indirecte rechtsbron).
2. De Rechtbank van Koophandel
2.1 Samenstelling
Rechtbank van Koophandel: in elk gerechtelijk arrondissement. (Naar geland van de grootte
van het arrondissement telt ze meerdere kamers)
Elke kamer bestaat uit:
voorzitter en 2 lekenrechters (komen uit het bedrijfsleven en worden benoemd voor een
periode van 5jaar).
Rechtbank wordt bijgestaan door:
griffier en moet in aantal gevallen advies horen van magistraat van Openbaar Ministerie.
Ambt Openbaar Ministerie: waargenomen door procureur des Konings, bijgestaan door
subsituten.
2.2 Bevoegdheden
Vrederechter: bevoegd voor alle geschillen tot en met €1860.
2