Samenvatting inleiding tot de criminologie

Inleiding tot de criminologie


Belangrijke personen/data:
10 mei 1938: Niko Gunzburg : nam initiatief voor het instituut van de criminologie in Gent.
Cesaré Lombroso= peetvader criminologie

DE CRIMINALITEITSDEFINTIE

DEFINITIE 1:
Ontstaan

criminologie= (jonge) wetenschap (eind 19 de eeuw)

 Ontstaan:
GaroFalo = Italiaanse arts
 bracht boek uit “criminologia”

 Vroeger:
criminologie= misdaadkunde  slaat alleen op ergste vorm van misdaad
*misdrijven: 1) overtreding ( politie rechtbank)
2) wanbedrijf (correctionele rechtbank)
3) misdaad (hof van assisen)


 1920: ontstaan school criminologie en criminalistiek (helemaal uit het niks? = Nee)
Door WOI  demobilisatie ( veel geen huis meer)
Daardoor ontstaan 1ste georganiseerde misdaadgroepen in bv. Wapenhandel, valsmunterij,
mensensmokkel…
 politie diensten er niet klaar voor
Dus: 1919 ontstaan “nieuwe” soort politie (GPP= interpol = internationale
dfkqmdmkfieofe samenwerking  GEEN politiedienst, MAAR uitwisselingsdienst)
 1 voorwaarde = humaniora, MAAR niet genoeg, wouden nog iets bij



Kennisobjecten

Precriminaliteit: eerder de filosofische kijk op criminaliteit

1) Criminaliteit = misdrijven (= juridisch)*
2) Deviantie= alles wat afwijkt v.d. norm (uit sociologie)
 normen en waarden evolueren
3) Overlast = gedrag dat normale burger niet stelt (=incivilité)
bv. Sluikstorten
 strafbare overlast ( stoort anderen)

, 4) Strafrechterlijkbeleid
Gaan niet alleen kijken naar slachtoffer en dader, maar ook naar reactie op criminaliteit
 strafrechtsbedeling/keten
parlement: bepaald wat strafbaar
wetgever: beslist wnr wat geldt
 criminaliseren: gedrag dat strafbaar is
 decriminaliseren
iets niet te doen om te helpen= verzuin
politie: opsporen + proces verbaal
procureur des konings (PK): beslissing voor het verder straffen of niet
parket (O.M.)= straf vorderen
rechtbank: bepaald straf oke of niet

Strafrechtketen bij politie onderzoek

START: opsporingsonderzoek bij politie
gaat naar PK  kijkt voor verdere vervolging of niet
Indien niet opgevolgd= (BELEIDS)SEPO  wordt als niet belangrijk gezien
 niet naar rechtbank
Indien vervolging: naar onderzoekrechter = gerechtelijk onderzoek
strafuitvoering= strafkunde HOE? – geld
-- gevangenis

Waar komt kennis vandaan?

 Theorievorming: uit recht, geneeskunde (specifieke eig waardoor persoon sws crimineel
is),psychologie, geschiedenis (wrm nu strafbaar, dan niet) , economie, culturele studies ( wat is
criminele betekenis van bv graffiti)

 criminologie = zelfstandige wetenschap

 Methodologie: HOE WETEN IETS CORRECT IS ?
= methode om nieuwe criminologische kennis te verkrijgen
 statistiek: kwalitatief ( interview) kwantitatief (cijfers)
 zelf deelnemen aan de bendes, zonder zelf iets te doen

DEFINITIE 2

 Criminologie= een wetenschap dat een methodologie hanteert

 Criminologische relaties ( 5 vragen )
1) Wat is criminaliteit?
2) Wie/wat is de dader?
dader/mede-dader/medeplichtig
 soms status van criminaliteit (juridisch gezien) bv. Bij verkrachting: dader= man
3) Wie is het slachtoffer?
soms ook een status: minderjarig = belangrijk juridisch vlak
4) Etyologie= oorzaken
wrm plegen mensen crimininaliteit?
5) Wat is de reactie op criminaliteit?

,  Lombroso: Criminaliteit = nature (aangeboren/antropologisch)
↕
Komt snel reactie op
 criminaliteit niet zoeken in antropologische, maar in culture ( menselijke biologie)
↕
Komt ook reactie op
zoeken in nurture (opvoeding)
 criminaliteit kan afspelen tussen de 3 MAAR wie beslist
a) individu
b) socialiteit ( sociale druk )
c) cultuur ( plegen eremoord door bv een overtreding waarden)
d) structuur ( maatschappelijke macht, wie wordt gezien als crimineel, structuur)

DEFINITIE 3

European Society of Criminology (ESC), it refers to all scholarly, scientific and professional knowledge
concerning
bestaat ook in Amerika, door alle nationale landen ook world society

 Onderscheid: 3 vormen van kennis
1) scholarly = hogeschool, unie (= kennis halen )
IVZ: integrale veiligheidszorg (professionele bachelor)
2) scientific= wetenschappelijke kennis
3) professional= kennis vanuit beroep
BIST: mensen die verbonden zijn met de diensten zelf

Kennisobject

 The explanation
= ethyologie = oorzaak
 Preventie
maatregelen om te voorkomen
 criminele profilactie = preventie
1ste dat preventief werkt = strafrecht
2de bijzondere preventie= misdrijf waarbij men de straf ziet, gaat het niet meer doen
3de defencable space = crime prevention door ruimtelijke design
bv. Kijken stedenbouw: meer verlichting  banlieu gekenmerkt door criminaliteit
4de situationele preventie : ervoor zorgen dat misdaad moeilijker is = TARGET HARDENING
bv. Fiets vast hangen aan slot
5de sociale preventie: soc-econ status speelt rol  door soci maatregelen, wordt
criminaliteit minder
 Crime controle/ criminaliteitsbeheersing
criminaliteit = probleem  houden aan normen en waarden = normaal
staat doet het nodige voor onze veiligheid
 Delinquency, offenders, treatment and victims
 Measurement of crim
Door bv. Criminaliteitscijfers door A. Quetelet als eerste
reële: het geen wat we zien = geregistreerde criminaliteit
MAAR: Dark number; criminaliteit dat we niet zien
 hangt af: aangifte bereidheid + ophelderingsgraad

,  dark number toch vermijden door:
- self-reported delinquency (anoniem toegeven)
- victimsurvey: bevragen van slachtoffers
 Opsporen van criminaliteit
wordt bij wetboek bepaald: politie moet opsporen
 Legislation
hoe komt wetgeving tot stand
+ processen van criminaliseren en penaliseren
+ processen van decriminaliseren en depenaliseren
 wet die bestuurd wordt = positief recht
 Practice of criminal law, law enforcement, judicial and correctional systems
zie strafrechtsketen

Conclusie definitie criminaliteit
 Alles tegen strafwet/wet/waarden & normen
 Handelingen die schade berokkenen
 Vrijwillige inbreuken op maatschappelijke regels met schade
 Termen:
garfinkelen: bewust overtreden van sociale regels om sociale reactie te zien
harm reduction: iets om de overlast tegen te gaan
bv. Wet op verbod schenken van zware alcohol



CRIMINALITEIT IN DE MEDIA

Door zaak Dutroux: verandering van justitie (= politiehervormingen)  meer focus op veiligheid
Door aanslagen: in criminologie meer en meer focus op bedreigingen



DE NORMATIEVEN EN REACTIEVE MISDAADSDEFINITIES

DE NORMATIEVE: opgevat als eigenschap van gedrag of persoon  criminaliteit = inbreuk op
normen
crimiT is een normaal gegeven en kan verschillen in tijd en ruimte
MAAR bestaat wel altijd

1° CONVENTIONELE
juridische: verwijzen naar het recht
A) strafrechtelijke misdaaddefinitie:
meest gehanteerd, misdaadbegrip van strafrecht
 omvat handelingen en gedragingen die wetgever als strafbaard verklaart
B) eng-strafrechtelijke misdaaddefintie
handeling= crimineel, indien dader met opzet en zonder verdediging of rechtvaardiging
flkdjfklqfmlfk het strafrecht overtreden en gesanctioneerd worden
C) Sutherland: zei A te beperkt voor studie hoge sociale status ( # praktijken niet door
mqfsmdlkjfksjqfmlksjfkmlsdfjklmdsjfkdjflmdsfjskmfjksmfksfjsmfskdfj strafrecht gezien als misdrijven)