Samenvatting Bank-en Financiewezen HW bachelor 1

BANK EN FINANCIEWEZEN (THEORIE)

Hoofdstuk 1: De intermediatiefunctie

1. Waarom zijn financiële instellingen nodig?

2 redenen:
o Men gaat ervan uit dat de ondernemers, de wereld beter maker. Ondernemers zijn
dealregelaars.
o Om gigantisch rijk en bekend te worden

Rotschilds:
o Rijkste bankiers
 Verspreidde hun familie over de hele wereld zodat men als eerste op de
hoogste was van de informatie in de buurt bv. iemand in Parijs, Berlijn…
 Financierde de oorlog

KENNIS LEIDT TOT MACHT EN GELD

2 soorten mensen in de wereld:
o Mensen met veel geld
= als men iets bezit dat men niet direct nodig heeft  sparen eerder

o Mensen met weinig geld
= iemand die voortdurend op zoek is naar geld, arme mensen die geld nodig hebben.
 Als u ondernemer wordt, dan komt u aan deze kant te staan
 Bv. Elon Musk: heeft briljante ideeën over elektrische auto’s, ruimtevaart…

Intermediatiefunctie van de bank
Banken proberen tussen 2 partijen in te staan. Ze proberen geld te verdienen door
overschotten richting ondernemers te sturen die geld tekort hebben. Banken geven lening
aan onder andere overheden of gezinnen die een huis willen kopen, maar het geld daarvoor
niet hebben.

Waar haalt de bank het geld?
 Bij de mensen die geld te veel hebben

*ondernemers= mensen die veel ideeën hebben, maar geldtekort hebben om deze te
verwezenlijken.

,  Indirecte financiering= het gaat via een tussenweg namelijk de bank


 Directe financiering= men gaat zelf financieren, men gunt de bank niet de rol.
Men gaat geld beleggen met de markt als tussenpersoon meer risico

Banken verdienen aan alles geld, ook bij een directe financiering  je koopt aandelen bij
de bank!

2. Waarom wil een bank zoveel informatie over ons?

2 redenen:
1) Om in orde te zijn met de wetgeving en regelgeving: KYC (= Know Your Customer)
 Men wil niet dat de bank helpt met terroristengeld/illegaal geld, daarom heeft
de bank de regelgeving de laatste jaren verstrengd sinds 9/11/2001.

Geld uit illegale activiteiten moet men proberen aanpakken:
o Geen terroristengeld financieren
o Geen zwart geld financieren

2) Om risico’s te beperken
Door asymmetrische informatie te vermijden
o Asymmetrie= de ene weet meer dan de andere. BANK WEET HET
MINST EN ZAL ZOVEEL MOGELIJK INFORMATIE UIT HUN KLANTEN
PROBEREN TE VERZAMEN
o Symmetrie= iedereen weet evenveel
o Bv. George Akerlof: lemon en peaches
 U gaat een tweedehandsauto kopen. De verkoper weet het
best de staat van de autowantrouw: vele mensen kopen een
slechte auto(=lemon)
 Als de asymmetrie groot is, leidt dit tot een verstoorde macht(=
de verkoper probeert de koper te bedriegen). De prijzen zijn
veel te laag en de peaches gaan uit de markt.

,  Zeker zijn dat iedereen zijn geleende geld wel degelijk terugbetaald
o Adverse selection
 Asymmetrische informatie voor de transactie (ex ante)
 De bank gaat uitzoeken of u theoretisch in staat bent om terug
te betalen degene die het hardst roept, krijgt het
meest/snelst geld (VERMIJDEN)
 Hoe vermijden?
 Door signalling en screening (bv. waar woont de lener,
hoeveel verdient hij…)


o Moral Hazard
 Asymmetrische informatie na de transactie (ex post)
 “We kunnen deze klant wel een lening geven, maar het kan nog
altijd misgaan doordat de klant eventueel het geleende geld
niet terugbetaald”
 Vermijden door monitoring (= de klant zijn krediet blijven
opvolgen)
 Monitoring impliceert free rider probleem (= profiteren van het
systeem, geld niet terugbetalen dat men heeft geleend) dat kan
en moet vermeden worden door banken

3. Wie heeft er voordeel bij dat financiële instellingen bestaan?
 iedereen, zowel wij die sparen als wij die later een lening willen nemen

4. Wat zijn de voordelen van intermediatie?
o Reduceren van transactiekosten: schaalvoordelen (bv. contracten)
o Beperken van risico’s
o  goedkopere financiering


Transformatiefunctie van de bank:
De bank in omvang ontvangt beperkte en voor korte termijn deposito’s die omgezet worden
naar een minder liquide met langere looptijd lening. Bij een depositio wordt het risico
omgezet van beperkt naar een hoger risico bij een lening.
o Veel kleinere bedragen worden omgezet in grotere bedragen
o Korte looptijd wordt omgezet in langere looptijd
o Risico voor spaarder wordt omgezet in een risico voor de bank

Spaarrekening versus hypotheeklening
o Spaarrekening= rekening die heel liquide is en waarover men onmiddellijk kan
beschikken als klant
o Hypotheeklening: lening op lange termijn

, Voordelen van intermediatie:
o Voor de leners (met surplus aan fondsen)
 Grotere liquiditeit
 Minder risico
 Minder transactiekosten (omwille van de grote schaal)
 Vereenvoudiging van de beslissing om fondsen te verstrekken.

o Voor de ontleners (met tekort aan fondsen)
 Langere looptijd leningen, zoals voor huizen
 Grotere bedragen
 Lagere intrestvoet. Bij de bank loop je bijna geen risico dus zal de
intrestvoet lager zijn
 Fondsen beschikbaar wanneer nodig. Je kan bij de bank lenen wanneer je
het zelf nodig hebt. De fondsen komen trecht bij degene die efficiënt
kunnen lenen.

o Voor de maatschappij
 Meer efficiënt gebruik van fondsen
 Meer spaar-en ontleenactiviteit
 Grotere beschikbaarheid van fondsen voor risicovolle activiteiten. De bank
heeft verschillende soorten projecten. Degene die het meeste risico
inhouden zullen wel een hogere intrestvoet krijgen (bv. 6,5%)
 Consumptiepatroon kan afgevlakt worden (wanneer u geld leent, kan u
iedere maand een deeltje daarvan afbetalen)

5. Waarom hebben we nog banken nodig nu er crowdfunding bestaat?


Crowdfunding
= een manier om aan kapitaal te geraken of op die manier geld te verzamelen via leningen
en obligaties. Dit gebeurt vaak via een crowfundingsplatform bij jonge bedrijven. Deze zijn
zeer risicovol en hiervoor zal dus een hogere intrestvoet gevraagd worden.
 Directe financiering, want u draagt het risico en niet het platform waarop uw
crowdfund.
Voorbeelden van crowdfundingsplatformen:
o Look & Fin
o MyMicroInvestSpreds
o KBC Bolero Crowdfunding