Gewone frequentietabel
- Je ‘n’ berekenen, dus hoeveel metingen er in de steekproef zitten:
=AANTALARG(selectie maken). Dit telt hoeveel cellen er niet leeg zijn
- Je reeks een naam definiëren: selectie maken en dan ‘naam definiëren’
- Absolute frequentie (ni): =AANTAL.ALS(selectie maken ; hier selecteer je de cel die
moet geteld worden in de selectie) je zet begin van dataset vast en einde ook
bijvoorbeeld: ($B$19:$V$21)
- Relatieve frequentie (fi): =uw waarde uit ni / je totaal aantal metingen (deze tussen
$)
- xi: hier typ je alle mogelijke uitkomsten op één volgend: bv 1 2 3 ( je kan dit
doortrekken)
- ‘n’ kan je ook berekenen met =AANTAL. (doet jem meestal). Trucje: je selecteert je
eerste cel vanboven in je kolom en dan crtl + shift toets en pijltje omlaag dan
selecteert excel alles tot de eerstvolgende lege rij. Of (cel ; cel20000).
- ‘p’ =SOM(ALS(INTERVAL(hier selecteer je je bereik (bv: B2: B570); nog keer zelfde
bereik selecteren)>0;1)). Dit berekent hoeveel verschillende getallen er zijn in je
dataset.
- ‘min’: =MIN(je bereik)
- ‘max’: =MAX(je bereik)
- Range ‘R’: =MAX-MIN
- Ni (cummulatief):
=AANTAL.ALS(dataset;”<=”&variabele
(getal uit xi))
- Fi: waarde uit Ni/absolute totaal
aantal metingen ($)
, Kruistabel (2 variabelen)
- Om absolute frequentie te berekenen:
=AANTALLEN.ALS(selecteer eerste bereik
bv. $B$2:$B$20000 (1ste tabel) ; hier
selecteer je uw eerste variabele bv $F4 (
mag enkel F vastgezet worden) ; selecteer
tweede bereik bv $C$2:$C$20000 (2de
tabel) ; hier selecteer je tweede variabele
bv G$3 (mag enkel 3 vastgezet worden))
- Relatieve frequentie: =uw waarde uit
absolute frequentie delen door absolute
aantal ($
Naalddiagram + EFP, Enkelvoudig Frequentie Polygoon
1. Je selecteert uit je frequentietabel je waarden ‘xi’ en waarden ‘ni’
2. Je gaat naar ‘invoegen’ en dan spreidingsdiagram met rechte lijnen en
markeringen
3. Je gaat 0 categorieën toevoegen: je gaat een rijtje invoegen in je
frequentietabel boven je minimum en vult bij ‘xi’ cijfer lager in en een rijtje
toevoegen onder je maximum en vult bij ‘xi’ volgende cijfer in en bij ‘ni’ allebei
0
4. Je gaat nu het
selectievenster
uitbreiden met
die 0
categorieën.
EFP start nu aan
x-as en eindigt
aan x-as
5. Formaten van x-
as wijzigen:
rechter muisklik
op grafiek -> ‘as
opmaken’. Daar
stel je het minimum bij en eventueel ook maximum. Eenheden is om de
hoeveel keer de waarden op de x-as verspringen. Kan je op 1 zetten.