Samenvatting Beeldcommunicatie

I. Hoofdstuk 1: inleiding

The medium is the message (McLuhan): de boodschap wordt voor een groot deel bepaald
door het medium waarop de boodschap verspreid wordt. Het medium is daarom dus ook
vaak, in extreme gevallen, de boodschap.


Link video: vaak denkt men dat video alles kan, hoewel dit niet waar is want:
o Met een video kan niet alles gezegd worden, zo kunnen de zintuigen geur, tast en
smaak niet ervaren worden (in bv: een koekprogramma)
o Met een video wordt enkel gehoor en het zicht geprikkeld -> maar met deze twee
kan niet alles getoond worden
o In het zicht zijn we beperkt door een cadrage en die cadrage is plat (tv)->
tweedimensionale beleving.


Video is duurder dan foto



Productieproces
Video-productie-proces
Structuur:
o Pre-productie: voorbereiding
 Idee & premisse
 Synopsis
 (bewerking)
 Scenario
 Draaiboek & storyboard
o Productie: het filmen
 Beeldopnames
 Geluidopnames
o Post- productie: verwerken van het filmen, het monteren
 Beeldmontage
 Geluidmontage
 Sonorisatie
 Mixage
 Mastertype
Bijkomende uitleg structuur:

,PRE-PRODUCTIE
 Idee & premisse: de puls om "te beginnen". Dit idee kan een woord, kreet,
onderwerp, begrip, vage omschrijving ... zijn. Het idee is abstract en
onduidelijk.
 De synopsis: het idee wordt uitgewerkt tot een beknopt verhaal, dat moet
dienen als een overtuigingsmiddel naar de klant/ opdrachtgever toe. Bovendien
dient het ook als contract. De synopsis bestaat uit verschillende onderdelen:
 Verhaal
 Personages: nauwkeurig beschrijven
 Stijl
 Duur: 30 seconden
 Premisse: het bewijzen van een stelling
 (bewerking): deze fase is enkel nodig wanneer bestaande literaire tekst wordt
klaargemaakt om vertaald te worden in film& en beeldtaal (bv: roman,
biografie,..)
 Het scenario: geeft de video zijn finale structuur en wordt
geschreven in functie van beeld- en filmtaal en is
onderverdeeld in scenes.
VORMGEVEN SCENARIO:
 Scene: plaatsen of momenten
 Puntgrootte: 12, zelfde lettertypes, capitalen
 Alineagrootte: enkelvoudig
 INT(erieur), EXT(erieur): plaats van scene + specificeren +
dag/nacht
 Elke acteur die belangrijk is, een naam geven (die typeert)
 Ambi: ambiance
 Muziek: discogs.com


Zie eventueel p.12-13 cursus voor meer begrippen en/of meer uitleg van
scene.
 Draaiboek & storyboard
 Draaiboek: verknipt het scenario in afzonderlijke stukjes wat
betreft beeld en klank. Elk stukje is een shot en wordt in detail
beschreven, ze krijgen allemaal een nummer. Het draaiboek dient een
handleiding te zijn voor elk lid van de filmploeg.
 Storyboard: visuele twee-dimensionale voorstelling van een draaiboek,
meestal in getekende vorm. Het is ook wel een grondplan


Draaiplan: een soort van agenda met uurrooster voor alle filmmedewerkers en het
materiaal. Tussen de verticale en de horizontale kolom, ontstaat een raster waarin

,aangeduid wordt wie of wat op een bepaald tijdsstip aanwezig dient te zijn op een bepaalde
locatie.
Callsheet: omvat ‘de crew’ (functie+ naam + telefoongegevens + email) en de dagdagelijkse
planning




PRODUCTIE
 Beeldopnames
 Geluidopnames
In het opnameproces gaat het hem vooral om de dialoog tussen de camera en de externe
wereld. De opnameperiode is de meest intensieve van het totale
videoproductieproces omdat we daar elk moment het eindproduct voor onze
ogen moeten houden en ons niet laten verleiden door de oneindige
uitgebreidheid van de ons omringende wereld.
De beeld en geluidopnames worden apart opgenomen op een andere schijf. In de
montage moeten deze twee worden samengevoegd. Een klap maakt het
makkelijker om beeld en geluid gelijk te kunnen zetten. Eerst wordt het beeld
gemonteerd en daarna wordt de audio er onder geplaatst.



POST PRODUCTIE
Beeldmontage: De beelden die in het uiteindelijk videoproduct voorkomen zijn een selectie
uit alle rushes die het resultaat zijn van de opnames. Beeldovergangen worden tot op het
frame nauwkeurig gesneden.
Geluidmontage:
- Sonorisatie: het juist plaatsen van alle stem-, muziek- en ambiance-fragmenten
onder de beelden.
- Mixage: al de geluiden moeten in de juiste hoedanigheid gezet worden, zodat ze een
mooie balans ten op zichtte van elkaar krijgen. Alles terugbrengen naar 2 sporen.
 Bv: op een haven moet er een balans zijn tussen het geluid van meeuwen,
aankomende boten, het geklots van water tegen de rand,… indien deze niet in
balans zijn is het niet beluister baar.
Master:
De basisfile die naar de klant gestuurd wordt, het uiteindelijke product. Deze file wordt
geencodeerd zodat deze bruikbaar is op verschillende media aangezien de file te groot is.

, Functies in het video- productie proces


REALISATIEPLOEG
Regisseur  De persoon die zal bepalen hoe het
audiovisuele product eruit zal zien.
Hij doet ook alles in functie van hoe
het product eruit zal zien.
 Deze persoon betekent niks zonder
zijn ploeg.
 Is een duur persoon en daarom
maar enkele dagen op de set
aanwezig -> 1000 euro per dag,
nettoloon 2000 euro p/m.
Regie assistent  Komt op de set wanneer de
regisseur het werk niet alleen
aankan en helpt met de
voorbereiding en artistieke
realisatie van de film.
 Tijdens de opnames zal hij de
figurantenregie op zich nemen,
werkt ook mee met de uitwerking
van het draaiboek of storyboard
(Een figurant is een persoon die het
decor vormgeeft. Een acteur
daarentegen, is iemand die het
verhaal vormgeeft)
 De regie assistent wordt ongeveer
370 euro per dag betaald
Script-girl Synoniem: continuety girl
 Houdt toezicht op de continuïteit
van de film (de vloeiendheid)
 Stelt technische en administratieve
verslagen op
 Shot- administratie: noteert van
elke shot of het een goede of
slechte is.
 Garandeert de kwaliteit van een
beeld op creatief vlak in functie van
het verhaal
PRODUCTIEPLOEG
Producer  Zorgt dat er geld op tafel komt om
een film te realiseren en waarborgt