Vakdidactiek Frans 2
DEEL 1: VREEMDE TALEN IN DE BASISSCHOOL
1. INLEIDING
- Vlaanderen: vanaf 3de graad verplicht Frans
Andere alternatieven: talensensibilisering en taalinitiatie
In secundaire scholen: CLIL
- Wallonië: immersie
2. FACULTATIEF FRANS
- Scholen kunnen ervoor kiezen om meer talenonderwijs te geven, zit zowel voor Frans, Duits als Engels.
- Facultatief Frans in het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad
Vanaf 1e leerjaar
- Facultatief Frans in het Nederlandstalig taalgebied
Frans mogelijk vanaf 3de leerjaar, maar leerlingen moeten Nederlandse taal wel voldoende beheersen.
- Scholen kunnen ook Engels of Duits geven
Leerlingen moeten Nederlandse taal goed begrijpen
Geen eindtermen
2.1 VROEG VREEMDETALENONDERWIJS
- Natuurlijke context:
Rijke input
Betekenisvolle context
- Schoolse context:
Formeel leren
Beperkt contact met de vreemde taal
=> Leerlingen de later beginnen halen vrij snel jonge starters in, want die staan verder in hun
cognitieve ontwikkeling
1
, Belangrijke voorwaarden om vroeg te starten met een vreemde taal:
- Kwaliteitsvolle lessen
- Aangepast aan impliciete manier van taalleren
- Rekening houden met cognitieve mogelijkheden en beperkingen
- Kans tot communicatieve en betekenisvolle interactie
- Stimuleren van motivatie en attitudes
- Steeds voortbouwen op de voorkennis, ook in latere fases in het vreemdetalenonderwijs
De linguïstische draagwijdte voor de gemiddelde leerling is reeds beperkt.
Voordelen v/e vroege start:
- Affectieve doelen: interesse, openstaan voor vreemde talen
- Betere metalinguïstische competentie (nadenken over taal)
- Positieve invloed ontwikkeling moedertaal (en andere al verworven taal)
2.2 VROEG VREEMDETALENONDERWIJS IN EUROPA
Vlaanderen:
- Relatief late start (verplicht in 5e leerjaar)
- Helft leerlingen al vroeger kennismaking door middel van taalinitiatie
=> leerkrachten houden nog te weinig rekening met de voorkennis die hier werd opgebouwd
Meerderheid Europese landen:
- Start tussen 6 en 8 jaar
3. SOORTEN VREEMDETALENONDERWIJS
3.1 IMMERSIE
Wat is immersie?
- Onderdompeling in een vreemde taal
- Imitatie van natuurlijk proces (moedertaal)
- Leerkracht is een native speaker => Vlaamse onderwijzers = gegeerd in Wallonië
- Andere vakgebieden te bestuderen: doeltaal is middel, niet enkel doel op zich
- Maximaal ¾, minimaal ½ lesuren (de helft)
- Positieve resultaten!
Doelen van immersie:
- Vreemde taal beheersen
- Moedertaal beheersen
- Vakinhouden van algemene vakken beheersen
3.2 CLIL/EMILE
- CLIL: Content Language Integrated Learning
- EMILE: Enseignement de Matières par Intégration d’une Langue Etrangère
Verschil tussen CLIL en immersie ?
- CLIL: 1 vak, max 20% in het Frans gesproken, meestal zaakvakken.
- Immersie: meerdere vakken, tussen 50-75% in het Frans gesproken.
In Vlaanderen mogen secundaire scholen sinds 2014 CLIL aanbieden (decretaal vastgelegd) – groeiend succes
- Steeds een keuze van de leerling
- Toegestaan in Frans, Engels of Duits
- Max 20% van de lestijden
Enkele basisprincipes voor CLIL:
2
DEEL 1: VREEMDE TALEN IN DE BASISSCHOOL
1. INLEIDING
- Vlaanderen: vanaf 3de graad verplicht Frans
Andere alternatieven: talensensibilisering en taalinitiatie
In secundaire scholen: CLIL
- Wallonië: immersie
2. FACULTATIEF FRANS
- Scholen kunnen ervoor kiezen om meer talenonderwijs te geven, zit zowel voor Frans, Duits als Engels.
- Facultatief Frans in het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad
Vanaf 1e leerjaar
- Facultatief Frans in het Nederlandstalig taalgebied
Frans mogelijk vanaf 3de leerjaar, maar leerlingen moeten Nederlandse taal wel voldoende beheersen.
- Scholen kunnen ook Engels of Duits geven
Leerlingen moeten Nederlandse taal goed begrijpen
Geen eindtermen
2.1 VROEG VREEMDETALENONDERWIJS
- Natuurlijke context:
Rijke input
Betekenisvolle context
- Schoolse context:
Formeel leren
Beperkt contact met de vreemde taal
=> Leerlingen de later beginnen halen vrij snel jonge starters in, want die staan verder in hun
cognitieve ontwikkeling
1
, Belangrijke voorwaarden om vroeg te starten met een vreemde taal:
- Kwaliteitsvolle lessen
- Aangepast aan impliciete manier van taalleren
- Rekening houden met cognitieve mogelijkheden en beperkingen
- Kans tot communicatieve en betekenisvolle interactie
- Stimuleren van motivatie en attitudes
- Steeds voortbouwen op de voorkennis, ook in latere fases in het vreemdetalenonderwijs
De linguïstische draagwijdte voor de gemiddelde leerling is reeds beperkt.
Voordelen v/e vroege start:
- Affectieve doelen: interesse, openstaan voor vreemde talen
- Betere metalinguïstische competentie (nadenken over taal)
- Positieve invloed ontwikkeling moedertaal (en andere al verworven taal)
2.2 VROEG VREEMDETALENONDERWIJS IN EUROPA
Vlaanderen:
- Relatief late start (verplicht in 5e leerjaar)
- Helft leerlingen al vroeger kennismaking door middel van taalinitiatie
=> leerkrachten houden nog te weinig rekening met de voorkennis die hier werd opgebouwd
Meerderheid Europese landen:
- Start tussen 6 en 8 jaar
3. SOORTEN VREEMDETALENONDERWIJS
3.1 IMMERSIE
Wat is immersie?
- Onderdompeling in een vreemde taal
- Imitatie van natuurlijk proces (moedertaal)
- Leerkracht is een native speaker => Vlaamse onderwijzers = gegeerd in Wallonië
- Andere vakgebieden te bestuderen: doeltaal is middel, niet enkel doel op zich
- Maximaal ¾, minimaal ½ lesuren (de helft)
- Positieve resultaten!
Doelen van immersie:
- Vreemde taal beheersen
- Moedertaal beheersen
- Vakinhouden van algemene vakken beheersen
3.2 CLIL/EMILE
- CLIL: Content Language Integrated Learning
- EMILE: Enseignement de Matières par Intégration d’une Langue Etrangère
Verschil tussen CLIL en immersie ?
- CLIL: 1 vak, max 20% in het Frans gesproken, meestal zaakvakken.
- Immersie: meerdere vakken, tussen 50-75% in het Frans gesproken.
In Vlaanderen mogen secundaire scholen sinds 2014 CLIL aanbieden (decretaal vastgelegd) – groeiend succes
- Steeds een keuze van de leerling
- Toegestaan in Frans, Engels of Duits
- Max 20% van de lestijden
Enkele basisprincipes voor CLIL:
2