Samenvatting: Economix 6 Algemene economie: Thema 3: Hoofdstuk 3

AE: Thema 3: Hoofdstuk 3: Internationaal betalingsverkeer
Wisselmarkt: het geheel van vraag naar en aanbod van VM

1. De nominale ruilvoet: de wisselkoers
1.1. Kenmerken
Wisselkoers of nominale ruilvoet: de waarde van een munt, uitgedrukt in een andere munt

Munteenheden  weergegeven met een drielettercode: 1 ste 2 letters = land, 3de letter = munt in de
taal v/h land zelf

Wisselmarkt = competitieve markt:

 Op wisselmarkt  veel vragers en aanbieders van VM die individueel invloed kunnen
uitoefenen op de wisselkoers
 VM  homogeen product
 Markt  enigszins transparant

Prijs op de wisselmarkt  bepaald door het snijpunt v/d vraag- en aanbodcurve van VM

Vraag naar VM bij:

- Import
- Beleggingen
- Investeringen en toerisme in het buitenland
- Overdrachten van geld naar landen met een andere munt

Aanbod van VM bij:

- Export
- Buitenlandse beleggingen
- Investeringen en toerisme in eigen land
- Overdrachten van geldsommen uit het buitenland

1.2. Wisselkoerssystemen

A. Vlottende wisselkoersen
Systeem van vlottende wisselkoersen: wisselkoerssysteem waarbij enkel het spel van vraag en
aanbod op de wisselmarkt de wisselkoersen bepalen, centrale banken komen niet tussen

Het effect van inflatiewijzigingen
Inflatietempo in eigen land hoger dan in buitenland  concurrentiepositie verslechterd

Import stijgt, export daalt  vraag VM stijgt, aanbod VM daalt in eigen land  wisselkoers VM stijgt
 appreciatie VM t.o.v. EM of depreciatie EM t.o.v. VM

Appreciatie: stijging v/d wisselkoers van een munt t.o.v. een andere munt door het spel van vraag en
aanbod

Depreciatie: daling v/d wisselkoers van een munt t.o.v. een andere munt door het spel van vraag en
aanbod